Zaterdagquote: hoogsensitieve indigokinderen

05-12-2009 12:05

Het is een absolute zeldzaamheid maar soms is een stuk in de oude media zo geweldig dat je kunt volstaan met het citeren van enkele stukken tekst. Omdat die tekst zelf al alles zegt wat er gezegd moet worden. Onderstaande citaten zijn afkomstig uit het Volkskrant Magazine van zaterdag 5 december. De tekst is geschreven door Hanna Bervoets (tevens columniste van datzelfde Magazine) en op een briljant onderkoeld ironische wijze laat zij moeders van zogenaamde ‘sterrenkinderen’ (‘hoog sensitieve’ kinderen) aan het woord en beschrijft zij een uiterst schrijnend en verontrustend beeld van de bijna misdadige opvoedingsloze omstandigheden waarin de kinderen van deze hysterische reiki-ouders opgroeien. Wie dacht dat het het allemaal niet zieker kon in jeugdhulpverlenend Nederland doet er goed aan even zo’n VK Magazine op de kop te tikken: ouders komen namelijk ongestraft weg met deze middeleeuwse opvoedingspraktijken. Garantie: als u ballen heeft schaamt u ze spontaan uit uw broek. Of u lacht ze uit uw broek, dat kan ook.

Joshua zat inmiddels op een Vrije School, en op een dag draaide hij weer rondjes om zijn eigen as. ‘Weet je wat dit is’, zei een andere moeder, ‘hij pikt trillingen uit de kosmos op.’ Karin ging googlen en vond wat ze zocht. Sites over kinderen als Joshua. Druk, slim, eigenwijs, soms vervelend, maar vooral: verkeerd begrepen. Nu wist Karin zeker: mijn zoon ís niet gek, hij is een indigokind.

Ze worden indigokinderen, sterrenkinderen of regenboogkinderen genoemd. En daarbij soms ‘nieuwetijds’, ‘hoogsensitief’ en ‘paranormaal begaafd’. […] Standaardwerk is The Indigo Children (vertaald als De Indigo-kinderen: Een nieuwe generatie dient zich aan, uitgeverij Petiet, 2000) van het Amerikaanse medium Lee Carroll. Volgens hem zijn indigo- en sterrenkinderen te herkennen aan hun aura, waarin de kleur indigo (blauwpaars) zou overheersen.Als kenmerken noemt hij: (hoog)gevoeligheid, afzetten tegen autoriteit, nieuwsgierigheid, (bovenmatige) intelligentie en eigenwijsheid. Ze zijn op aarde met een missie om een nieuw tijdperk in te luiden, een tijdperk vrij van oorlog en vervuiling.

Barbara gelooft niet in het reguliere circuit. Heel zweverig is ze niet, maar toen ze zelf niet lekker in haar vel zat, had ze meer aan reiki dan aan therapie. Psychologen praatten haar alleen maar nog dieper de put in.
En dus schreef Barbara de school een brief: ‘Mijn dochter is een sterrenkind en bovendien hoogsensitief.’

Maar boven alles zorgt Barbara ervoor dat Sofie altijd zichzelf kan zijn. Al betekent dat soms dat ze andermans grenzen overschrijdt. Laatst waren ze bij opa, Barbara’s vader. ‘Uw nieuwe auto heeft een lelijke kleur’, zei Sofie. En dat bleef ze maar herhalen. Totdat opa zijn hand hief; hij had haar bijna geslagen. Toen rende Sofie naar de slaapkamer. ‘Je had moeten ingrijpen,’ zei opa later tegen Barbara. ‘Nee’, antwoordde die, ‘dat doe ik niet. Sterrenkinderen zoeken nou eenmaal grenzen op, dus ook Sofie.’ Want als er een ding is dat Barbara heeft geleerd: Sofies gave is het probleem van de omgeving. Niet dat van Sofie. En al helemaal niet het hare.

Soms geeft ze ook praktische tips. Bijvoorbeeld: hoe je het verschil ziet tussen een indigokind en een autist. Autisten hebben tics. Soms drummen ze op tafel: tik tik tik. Indigo’s drummen ook. Maar anders. Geen ‘tik tik tik’, maar ‘tik, tak, baf!’