David Bowie (1): The Thin White Duke

18-12-2010 12:00

David Robert Jones, geboren in Brixton, Engeland op 8 januari 1947 en beter bekend als David Bowie, is een muzikant in hart en nieren. Zelden in de spotlights of op de rode loper, altijd met muziek bezig en met een discografie van 25 studioalbums tussen 1967 (David Bowie) en 2003 (Reality) een productief heerschap, vooral als daar de bijna vijftig compilaties en een paar handen vol aan liveplaten bij opgeteld worden. Beroemd geworden als zanger, acteur (toneel en film), liedjesschrijver (ook voor vele anderen) en flamboyante verschijning die alle pieken en dalen van een getormenteerd artiest doormaakte, inclusief het gebruikelijke ge- en misbruik van whiskey en drugs.

Maar The Thin White Duke staat nog, en is als persoon bijna net zo tijdloos en iconisch als zijn muziek dat is. Om het maar in platte verkoopcijfers uit te drukken: Bowies werk ging wereldwijd meer dan 135 miljoen keer over de toonbank. En dan zwijgen we gemakshalve maar even over zijn lange lijst toneel- en filmrollen (Labyrinth, weet u nog, Bowie met die veel te strakke broek aan?)

Babyboomermuziek
Bovenstaande is slechts een oppervlakkige inleiding, want Bowie is niet gekomen waar hij is met pakkende meezingers of aanstekelijke melodielijnen. De muziek van de Brit wordt gekenmerkt door innovatie, variatie, herontdekking en intellectuele diepgang. Babyboomermuziek? Wellicht. Maar dan wel voor de grootste schijnheiligen onder hen, want Bowies muziek leende (of leent) zich bij uitstek voor psychedelische experimenten met allerhande geestverruimende middelen.

Schijnbaar moeiteloos schakelt de zanger gedurende zijn carrière over van experimenteel-psychedelische folk en glamrock naar commerciële rock, om daarna weer een haakse bocht te nemen in de richting van jungle, industrial en zelfs drum ’n bass. Daar tussenin zat er vaak een politieke of maatschappelijke lading in zijn teksten. Zo schreef hij een album rond George Orwells 1984 (Diamond Dogs, 1974). Ook zijn er talloze verwijzingen naar buitenaardse zaken, al zouden die ook uitgelegd kunnen worden als het vertalen van drugservaringen naar tekst en muziek. Niet al Bowies keuzes bleken even succesvol, maar ze zetten wel een zeer persoonlijke handtekening onder het werk van de eigenwijze Brit, wiens typische stemgeluid immer herkenbaar bleef, ongeacht de stijl of het genre waarin hij zijn stem plaatste.

Slechts een man
David Bowie, superster sinds de late jaren zeventig, is zelf ook meerdere personen. Verklaarde zichzelf biseksueel, trok dat weer in, en maakte er later van dat hij een “heteroseksueel in de kast” is. Hulde zich gedurende zijn loopbaan in vele kostuums en werd daar soms een compleet ander persoon van (Ziggy Stardust, The Thin White Duke). De ene keer was die verkleedtruc een kruiwagen om nieuwe artistieke lagen in zijn muziek, artwork en podiumpresentatie aan te (kunnen) brengen, bij een volgende gelegenheid kon hij zijn zware drugsgebruik of vermeende gedweep met het nazisme (hmm, verkeerde arm – maar lees anders dit) in de schoenen van een alter ego schuiven. Tenslotte bespeelt Bowie letterlijk tientallen soorten instrumenten, van elektrische en akoestische gitaar en piano tot saxofoon, xylofoon, harmonica en drums. De optelsom geeft een summiere inkijk in het eindeloos creatieve brein van een man die al zolang hij muziek maakt onnavolgbaar is. De buitenwereld krijgt buiten zijn muziek niet veel meer inzicht in wie David Bowie is dan door de uitspraken die hij doet, maar die hij later weer net zo makkelijk intrekt of negeert. Wie Bowie bestudeert, ontkomt niet aan een welhaast zweverige beschrijving van een mens die onderhuids méér is dan ‘slechts een man’. Bowie is een man, een vrouw, een kind, een artiest, een predikant, een vernieuwer en een wegbereider die boven normale stervelingen lijkt te staan en – daarom – godzijdank altijd zijn eigen creatieve plan wist en weet te trekken. Muzikaal gezien zou de Duke als hogere macht gezien kunnen worden, wiens invloed op ‘het gewone volk’ overgebracht wordt in de vorm van klanken, teksten, beelden, bewegingen en geluiden: muziek in al haar beeldende facetten.

Geen egomaan
Gelukkig is Bowie ondanks die bijzondere kwaliteiten geen egomaan. Hij nam talloze covers op van bands en artiesten die hij als voorbeelden of invloeden beschouwt, maar eert ook verschillende contemporaine artiesten met covers, teksten of productiewerk op de achtergrond. Gedurende zijn carrière werkte hij met bijzonder veel mensen samen, variërend van Iggy Pop tot Lou Reed en van Queen tot Mick Jagger, om een paar van de bekendsten te noemen. Op zijn lange lijst covers staat werk van onder andere The Beatles, The Rolling Stones, The Who, Pixies, Placebo, Chuck Berry, King Cole, Pink Floyd, George Harrison, The Velvet Underground en Neil Young. In 1973 verscheen zelfs al een compleet album met covers: Pin Ups. Na de zweverige beschrijving van Bowie in de vorige alinea, kan dit gelezen worden als zijn ‘menselijke’ kant, waarin hij als collega, producent, tekstschrijver, achtergrondmuzikant en promotor talloze bands en artiesten geëerd, gesteund en geholpen heeft. Om één simpel doch opvallend voorbeeld te noemen: Bowies stem is te horen op twee nummers van het album Anywhere I Lay My Head (Tom Waits-covers, 2008) van actrice Scarlett Johansson.

Privéleven
Bowie is in 1992 getrouwd met (voormalig) model Iman, met wie hij een dochter heeft: Alexandria Zahra Jones, roepnaam Lexi, geboren in 2000. Uit zijn eerste huwelijk, met Angela Bowie, heeft hij een zoon die ze in 1971 Zowie noemden, maar die tegenwoordig voluit Duncan Zowie Haywood Jones heet (en regisseur is). David Bowie woont beurtelings in Londen en Manhattan, na van 1976 tot 1998 in Zwitserland gewoond te hebben. In een door de BBC samengestelde lijst van 100 Greatest Britons prijkt zijn naam op de 29e plaats, als derde muzikant na John Lennon (8e plaats) en Sir Paul McCartney (19). Nog een feitje tot slot: in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, heeft Bowie géén verschillend gekleurde ogen. De pupil van zijn linkeroog is sinds hij er ooit een vuistslag op kreeg (en door de operaties die daar op volgden) vergroot, waardoor Bowie naar eigen zeggen met dat oog alles enkel nog in bruintinten kan zien. Het draagt uiteindelijk alleen maar bij aan zijn wat onaardse, ongrijpbare persoonlijkheid.

Deel 1 van een nieuw drieluik. Volgende week (of wellicht een week later in verband met kerst): Bowies muzikale variatie.

Bart Nijman schrijft ook voor Muziek.nl