Cult

Concertrecensie: Brit Floyd in Melkweg

12-11-2011 14:00

(Foto: BritFloyd.com)

Pink Floyd imiteren is geen kwestie van een gitaar oppakken en de eerste akkoorden van Wish You Were Here tokkelen. Want minstens zo belangrijk als de überhaupt al niet makkelijke muziek met afwijkende maatsoorten en ingewikkelde solo’s, zijn de beelden die het verhaal bij de liedjes vertellen. Velen hebben zich er in bekwaamd, zoals het Nederlandse Pink Project of The Australian Pink Floyd Show. Uit die laatstgenoemde is Brit Floyd voortgekomen, een gezelschap muzikanten dat bekend en vertrouwd is met het werk van de legendarische Britse band, onder leiding van Aussie Floyds muzikale leider Damian Darlington. Met dit project, waar nieuwe animatie voor gecreëerd is, stond hij vrijdagavond in de Rabozaal van de Melkweg.

De albums van Pink Floyd staan bekend om hun coherentie: een begin, een midden en een eind. Vooral de albums uit de jaren ’70 vormen een sluitend geheel, met Dark Side of the Moon als trendsetter en The Wall als magnum opus. Tribute bands kiezen er doorgaans echter voor om een gulden greep uit ieders ‘Floydfavorieten’ te doen. Zo ook Brit Floyd, dat zich soepel door het omvangrijke oeuvre begeeft en zich niet laat haasten. Een kwartier voor openingsnummer Shine On You Crazy Diamond, dik twintig minuten voor Echoes, als eerste nummer na de pauze. Chapeau, zo hoort dat. De uitvoering van de nummers gaat bijna lichtvoetig, alsof het geen moeite kost. Grootste graadmeter, alle gitaartruukjes en pianospelletjes ten spijt: de zang op The Great Gig in the Sky dient ijzingwekkend genoeg te zijn. Ola Bienkowska (ook bekend van Aussie Floyd) draait er haar hand niet voor om – en ijzingwekkend is de doodskreet die verbeeld wordt in het van Dark Side of the Moon afkomstige briljantje.

Randje van perfect
Brit Floyd speelt ontspannen en laat daarom soms kleinigheidjes liggen. Een regeltje zang op High Hopes, of een ingewikkeld bruggetje links of rechts. Storend is dat niet, want daarvoor wordt er te veel kwaliteit tegenover gezet. In combinatie met de lichtshow en de (eigen of nagemaakte) animatie is de show bij vlagen op het randje van perfect (in verhouding tot de ruimte op het podium en het formaat van de zaal) en weet het muzikantenzestal + driekoppig achtergrondkoor de diepere lagen in het moeilijk te doorgronden werk van Pink Floyd goed aan te boren: angst, agressie, romantiek en nostalgie binnen de grenzen van één nummer verkennen op een manier zoals de originele uitvoerders dat konden, daar moet je elkaar als muzikant perfect voor aanvoelen, maar ook wel iets vaker dan een keer of drie voor naar de Floyd-discografie geluisterd hebben. Eerste toegift Comfortably Numb (inclusief doktersjas voor Amerikaanse zanger/bassist Ian Cattell) is kippenvel, slotnummer Run Like Hell precies zo gejaagd als Roger Waters het bedoeld moet hebben. Beide nummers vormen de gepaste piek op een optreden dat vanaf het begin meeslepend was.

De enige kanttekening die er bij de show te plaatsen is, wordt eigenlijk veroorzaakt door de originele vertolkers van de muziek. Niet dat die de lat nou zó hoog gelegd hebben dat niemand bij ze in de buurt kan komen, maar ze hebben hun muziek wel gebundeld in eerder genoemde ronde verhalen. Begin, midden, eind. The Wall zet je niet op shuffle. Idem Animals, WYWH of DSOTM. Tijdens liveconcerten in de jaren zeventig en vroege jaren tachtig werden albums vaak, zo niet altijd, integraal gespeeld door Pink Floyd. Een tributeband moet keuzes maken om een breed liefhebberspubliek aan te spreken. In dat licht was het optreden wat hak op de tak, met sprongen van Meddle naar Division Bell. Voordeel daar weer van: je hoorde heel mooi hoe de laatste verkenningen van het psychedelische door Floyd rond 1970 nog altijd door galmden in het door synthesizers en hoog zingende gitaren gedomineerde laatste album uit 1994. Anders gezegd: Brit Floyd praatte de losse verhalen van Floyd op geheel eigen wijze aan elkaar.

Brit Floyd line up: 
Damian Darlington – zang/gitaar
Ian Cattell – zang/basgitaar
Bobby Harrison – gitaar
Carl Brunsdon – saxofoon/percussie
Rob Stringer – keyboards
Arran Ahmun – drums
Ola Bienkowska, Emily Jollands en Jacquie Williams – achtergrondzang