16 redenen om je TV nog in 2012 het raam uit te gooien

17-12-2012 15:00

Het is december en dus tijd voor goede voornemens. Hans van Willigenburg is voornemens zijn televisie het raam uit te gooien en wil dat u zich daarbij aansluit. Want: “Het boek is altijd beter dan de film en de film is altijd beter dan de tv-serie.” Sta op tegen het leed dat televisie heet!

1. Die anderhalve minuut (of anderhalf uur) die op maandbasis op tv wordt uitgezonden en, bij toeval, uitstijgt boven het reguliere gemeut tussen BN-ers en hun eindeloos herhaalde frasen en stokpaardjes, kun je zó oppikken via ‘Uitzending gemist’ of ‘YouTube’.

2.  Als er mensen aangewezen moeten worden die dromen in de weg staan en wier voornaamste doel het is het denken en voelen van burgers, van u en mij dus, te belemmeren en, vervolgens, te beheersen, dan dienen die niet langer in de kerk gezocht te worden, maar in Hilversum, waar zendercoördinatoren, netmanagers en de dames en heren van de STER-blokken niets liever doen dan dicteren wat onze hersens wel of niet kunnen bevatten.

3. Zelfs ogenschijnlijk intelligente programma’s als ‘Buitenhof’ afgesloten terrein zijn voor hen die ervoor passen hun verhaal over belangrijke onderwerpen als onderwijs, buitenlandse politiek en gezondheidszorg in enkele soundbites op te dissen.

4. Paul de Leeuw.

5. Paul de Leeuw.

6. Paul de Leeuw.

7. Negentig procent van alle zogenaamde ‘informatie’ die op tv verstrekt wordt slechts betekenis heeft als commentaar op, nuance bij of ontkenning van één of meer eerdere tv-fragmenten en als zodanig met de werkelijkheid nagenoeg niets meer uitstaande heeft.

8.  TV in de kern een surrogaatvorm is van echte gesprekken, echt drama, echte persoonlijkheid, echte kunde, echte interesse en echte emotie en je van een overdosis surrogaat uiteindelijk gedoemd bent een surrogaatmannetje of -vrouwtje te worden.

9. De opgeruimde manier waarop Matthijs van Nieuwkerk een uitzending DWDD afsluit  en telkens weer alle gasten, behalve zichzelf, op de vuilnisbelt van de tv-geschiedenis gooit (‘tot zover, tot ziens, tot morgen!’), pornografisch van aard is en slechts marginaal verschilt van het verderfelijke fenomeen mensenhandel.

10. De tv-term ‘bruggetje’ het meest afschrikwekkende eufemisme is om kijkers te beletten enige reëel begrip of empathie te ontwikkelen bij de twee onderwerpen die door het ‘bruggetje’ van de babbelzieke presentator aan elkaar worden gelast.

11. ‘Wie is de Mol?’

12. ‘Wie is de Mol?’-deelneemster Janine Abbring, die, zonder ooit iets van een te herinneren prestatie te hebben geleverd, werd uitgenodigd door de redactie van dit als vrolijk avonturenprogramma vermomde AVRO-gevecht om te stijgen op de lijst der BN-ers, en vervolgens zó gretig op die uitnodiging inging dat ze, tijdens de opnames, haar resterende verstand verloor en via een dodemanssprong haar rug brak: voorwaar, een adequaat voorbeeld van hoe tv-roem je geestelijk en lichamelijk kan verlammen, soms al in een paar seconden.

12. Zeggen dat je ‘geen tv hebt’ inmiddels één van de beste zinnen is in een modern flirtgesprek, omdat die zin het vermoeden bij de beoogde prooi wakker schudt dat jij een aanstaande vrijpartij niet zult benaderen als een reclameblok waarin je jouw seksuele kwaliteiten in een reeks dertig-seconden-commercials zult slijten, maar jezelf het geduld toestaat minutenlang in zijn of haar ogen te verdwalen en het romantische type bent dat bereid is een al even lang durende tongzoen uit te delen om de Vrijpartij Van De Eeuw heerlijk langzaam op gang te brengen.

13. Er geen tv-maker bestaat die zit te wachten op praktische oplossingen en/of verzoeningen van welke aard of omvang dan ook, aangezien deze zaken niet de motor zijn van spannende tv en zinsbegoochelende kijkcijfers.

14. Het boek altijd beter is dan de film en de film altijd beter is dan de tv-serie.

15. Als zelfs jonge, literaire auteurs gaan roepen dat het uiteindelijk alleen ‘om verkoopcijfers’ gaat, ‘om bereik’ en ‘om het maken van tv-minuten’ en dat iedereen die om die ‘waarheid’ heen loopt ‘een gekkie is’, het de hoogste tijd is gekkie te worden.

16. Je niet weet, of vergeet, wie Matthijs van Nieuwkerk is, hetgeen de kans verhoogt dat abjecte vragen als ‘welk boek neem je mee naar een onbewoond eiland?’ of ‘met welke plaat wil je op je sterfbed afscheid nemen?’ – vragen die voortspruiten uit de even hijgerige als fascistoïde lijstjesdwang die de tv-optredens van de heer Van Nieuwkerk zo kenmerken – je hersens nimmer meer zullen pijnigen.