Cult

De Dakloze Lente (16)

02-01-2013 12:53

 Duiven dus, maar nog steeds voelde ik me bespied. De blik moest ergens anders vandaan komen. Kwam hij misschien vanachter de met kranten beplakte ruiten? Vanachter de hoek van de steeg, of vanaf de hoge daken? Misschien verbeelde ik het me maar en was ik zo verdiept in mijn fantasie over Claire en Baptiste dat ik hun lichamelijke aanwezigheid voelde. De stigmata van de Italiaanse monnik Padre Pio zijn ontstaan door herhaaldelijk, jarenlang te denken aan het leed van Jezus Christus, die dezelfde verwondingen aan handen, voeten en borst had.

Door keer op keer zijn pijn en wonden voor te stellen kreeg Pio ze zelf. Boeddhistische monniken in de Himalaya doen precies het omgekeerde. Zij gaan op ijskoude bergtoppen naakt zitten mediteren. Door te denken aan warmte worden hun lichamen heet en doen ze zelfs het water verdampen dat op de kletsnatte handdoeken zit die ze over hun schouders hebben geslagen. De geest bestuurt het lichaam. Zo werkt het. De fantasie kan mensen tot leven wekken, bedacht ik, maar ondanks alle voorstellingen was de mooie dakloze Juliette ook hier niet.

Het was of de kleine jongen die ik ooit geweest was, naar me opkeek en me zei dat ik niet aan deze gekke dingen moest denken. Dat ik ’s nachts gewoon moest slapen in plaats van al het slechts van de wereld te bezoeken, rond te tollen in het slijm van de rochelaars en in de plassen braaksel te stappen. Nu bezocht ik de straten en de mensen, de eenogigen, de zondigen die seks hadden omdat hun hart klopte en het hart uit opwinding bloed naar hun penis stuwde en dit alles een uitweg nodig had in de vagina van een jonge vrouw. Het was een beeld zoals de beelden waarvan ik als kleine jongen ’s nachts wakker werd. Ik had ze gezien in mijn dromen. Een grote vrouw met een romp zo groot als mijn achtjarig lichaam van top tot teen klein was. Ze liep over een brede boulevard in een West-Europese stad. De straat was belegd met kasseien. In de felle zomerzon zag ik dat ze een dikke wollen trui aan had, een paarse. En in haar hals stroomde een dikke laag zweet. De zomer was natuurlijk veel te warm voor zo’n trui.

Als kleine Louis liep ik dichter naar haar toe en zag dat ze waggelde. Eén been was omzwachteld door een verband dat eens wit was maar nu vol zat met bruingele vlekken. Het was omdat er te veel vocht naar het been stroomde, hoorde ik mijn moeder zeggen. Al begreep ik niet helemaal wat ze daarmee bedoelde.

Ik was bang voor de vrouw, voor hoe ze waggelde, voor haar armoedige kleding en voor de gigantische bos krullen op haar hoofd waar stof en andere vuiligheid in hingen. Ze kamde haar haren niet. Bij mij thuis kamde iedereen zijn haren. Iedere ochtend stond ik met mijn broers, zus en neefje voor de spiegel. Vijf hoofden op een rij, om onder instructies van onze moeder één voor één een kam door onze haren te halen. Zo te zien had deze vrouw dat al heel lang niet meer gedaan. Het was dus een vreemde vrouw, heel anders dan de vrouwen thuis. De vraag waar zulke vieze vrouwen vandaan kwamen boezemde me angst in. Was er een familie waar zij de moeder was en ’s ochtends haar kinderen niet voor de spiegel neerzetten en hun haren niet liet kammen? Gingen de kinderen dan naar buiten om zand in hun haren te wrijven en takken en bladeren, zodat ze er net zo afschrikwekkend vies uit kwamen te zien als hun moeder? Dat was heel anders dan thuis. Die kinderen moesten heel ongelukkig zijn, dacht ik, en ik besloot dat ik op de goede plek geboren was en de rest van mijn leven maar gelukkig moest zijn.

Mijn droom ging verder. De vrouw sloeg linksaf en stak de straat over. Ze keek me kort aan. Dit was de eerste keer dat ik haar gezicht zag en de eerste keer dat ik, terwijl ik droomde, de sensatie van kletsnatte tranen voelde. Badend in het zweet en met vochtige ogen werd ik wakker. Ik had maar één gedachte, namelijk dat sommige mensen nooit geboren hadden mogen worden. Het was een onrechtvaardige gedachte. Die gedachte was tegelijkertijd zo waarachtig, dat hij ondraaglijk was voor een kind van maar acht jaar oud.

Dit is de zestiende aflevering van De Dakloze Lente, een feuilleton dat iedere woensdag en zondag op The Post Online verschijnt. Volg het feuilleton De Dakloze Lente op facebook, en op twitter.