Ken je klassiekers

29-01-2013 20:00


Fuck off”, kafferde een gebruuskeerde Phil Taylor in de richting van onze nationale trots en bacobuik ‘Barney’, na afloop van de halve finale van het Wereldkampioenschap Darten, vlak voor de jaarwisseling. ‘The Power’ had het even helemaal gehad met de niet zo fidele Raymond van Barneveld, die, slecht verliezer als hij is, in eerste instantie weigerde om de Engelsman met zijn zojuist behaalde finaleplaats te feliciteren.

Taylor wilde Van Barneveld de hand schudden, maar de Hagenees verkoos eerst zijn dartpijlen in een etui schuiven en pas daarna zijn opponent complimenteren. Toen Barney eenmaal zover was hoefde het voor The Power niet meer en na wat duw- en trekwerk op het podium verlieten de twee onsportievelingen beurtelings het dartplatform. Eenmaal achter de schermen gingen de twee trotse kemphanen weer vrolijk verder waar ze gebleven waren.

Soortgelijk akkefietje

Een soortgelijk akkefietje vond plaats op 4 mei 1930: na een uitvoering van de Boléro gebaarde de om zijn buitenproportionele woede-uitbarstingen befaamde autoriteit Arturo Toscanini, die het werk net gedirigeerd had, met zijn handen naar de componist van het stuk. Hij wilde het toegestroomde publiek laten zien dat het talent dat dit puike werk geschreven had ook in de zaal zat. Maurice Ravel negeerde Toscanini’s bewegingen echter volkomen, daar hij enigszins gepikeerd was.

Achter de schermen schijnt Ravel, klein van stuk, de grote dirigent eens flink de maat genomen te hebben. Dan heb je wel ballen, trouwens. De Franse Ravel meende namelijk dat Italiaan Toscanini de Boléro veel en veel te snel uitvoerde. Over wat er nou precies gebeurd is tussen die twee ego’s lopen de lezingen uiteen, dus exact zullen we het nooit weten. Een van de anekdotes luidt in elk geval dat Toscanini gezegd zou hebben dat een aanzienlijk sneller tempo, de dirigent joeg het orkest binnen een kleine veertien minuten door de bladmuziek heen, de enige manier is om aan het muziekstuk nog te redden wat er te redden valt. Een ander verhaal zegt dat Ravel gesnauwd zou hebben dat dit, verwijzend naar de maataanduiding van Toscanini, niet zijn tempo is, waarop de dirigent teruggebeten zou hebben dat het tempo-idee van Ravel geen enkele effectiviteit zou ressorteren.

Stief kwartiertje

Een gemiddelde uitvoering van de Boléro duurt een stief kwartiertje, niet langer. Dus zo extreem snel was die visie van Toscanini nou ook weer niet. Wellicht amper merkbaar voor de gemiddelde luisteraar, zelfs. Een extreem trage uitvoering van de Boléro bestaat trouwens wel: de interpretatie van wijlen Sergiu Celibidache. Een eigenwijze en ietwat recalcitrante Roemeense topdirigent die grossierde in trage uitvoeringen van tientallen, zo niet honderden, klassieke werken. Iemand die ook steevast weigerde om met zijn orkest de studio in te duiken voor plaatopnamen, want daar kon hij, dwingeland als hij ook was, geen energie voor opbrengen. Dat vond Celibidache echt zonde van zijn tijd, want muziek kwam volgens hem alleen maar tot leven bij een uitvoering met publiek erbij. Daarom zijn er van Celibidache alleen maar live opnames beschikbaar.

Gevierd is zijn Boléro: die duurt bijna achttien(!) minuten. Deze televisieopname stamt uit 1994, twee jaar voor de dood van Celibidache. Let vooral op zijn dirigeerstijl: dat hij, vanwege zijn hoge leeftijd, in de tachtig, op een stoel gaat zitten is begrijpelijk, maar dat hij met zo weinig handgebaren zo veel uit een orkest weet te krijgen is op zijn minst bewonderenswaardig.

Overigens: net als Barney en Phil legden ook Ravel en Toscanini al snel hun geschilletje bij.

In Ken je klassiekers bespreekt Jochem Rietjens, muziekadept, wekelijks een markant werk uit de klassieke muziekgeschiedenis, waarbij hij probeert dit genre uit het elitaire slob te trekken.