Recensie

Delftse jihadstrijder Abu: boete doen in Syrië voor een bacootje

12-09-2014 09:56

“Ik ben gewoon een grappige vent. Dus als ik terugkom naar Nederland, zet ik gewoon de knop weer om. Ik heb niets tegen onschuldige mensen. Ik vecht tegen de tirannie.” Met veel ophef bezorgde BNN ons donderdagavond de wereldprimeur. Stoer meisje Floor reisde helemaal af naar Syrië, om via slinkse wegen bij Abu Gharib te komen. Een keurige jongen uit Delft, die strijdt tegen het regime van Assad. Een Nederlandse Jihadstrijder dus.

Paradijsbestormers

Fleur kom zelf ook uit Delft, kent veel Marokkanen en daar ontstond het idee voor haar documentaire Paradijsbestormers. Na de film volgde er ook nog een studiogesprek onder leiding van Sophie Hilbrand met de hamvraag, hoe serieus we jongens als Abu nu eigenlijk moeten nemen. Vooral als ze terugkomen naar Nederland, want deze gehersenspoelde individuen zouden een gevaar kunnen betekenen voor onze Nederlandse samenleving. Ook de politiek is daarvan overtuigd, dus hard aanpakken deze geïnfecteerde jeugdige Jihadstrijders.

Zelden werd ik zo gerustgesteld door het verhaal van Abu. Een kwajongen die met een auto rondjes scheurde op een parkeerplaats tot de politie kwam, aangemoedigd door zijn maatjes. In het weekend stappen, bacootje erin en achter de meisjes aan. Tot ie het licht ziet tijdens het vallen van de Twintowers op 9/11 in 2001. Twaalf jaar later wil hij niet alleen boete doen voor zijn te frivole leventje in Delft door middel van zelfkastijding. Maar hij gaat nog een stapje verder. Syrië is voor hem ook de plek om als martelaar het paradijs te bereiken. Het hoogste goed in moslimkringen.

Suggestieve beelden

Ingepakt in een sjaal met veel suggestieve beelden van het front, als aankleding van de documentaire, vertelt hij zijn verhaal tegen Fleur. Veel platitudes, geen enkele diepgaande filosofie, wel de bekende religieuze motieven. Maar zeker geen radicale IS-aanhanger, hoewel hij wél een paar mensen heeft omgelegd. Dat dan weer wel. “Daden tegen de menselijkheid”, volgens vicepremier Lodewijk Asscher, ook in de studio. Volgens Asscher is Abu “vergiftigd” door een slang, die hem de korte route naar het paradijs wil wijzen.

Als ik naar de film van Fleur kijk, zou je bijna gaan denken dat de media het groepje Nederlandse Jihadstrijders veel te serieus neemt. De klopjacht op deze jongens door collega’s van de schrijvende pers, radio en tv lijkt meer op het najagen van een nieuwe mediahype dan dat er echt reden is voor bezorgdheid.

‘Sterven om te leven’

“Wij sterven om te leven’ dreunt Abu keurig zijn Koranteksten op voor de camera van Fleur. “Als ik ben gestorven begint pas mijn echte leven”. Een meisje in de studio vindt het verhaal van Abu en vooral de beelden zeer beangstigend. Ik zie de beelden na de moord op Van Gogh, het vallen van de Twintowers en de straatbeelden uit Syrië meer als een zwaktebod in de documentaire. Meer als compensatie voor het dunne, brave verhaaltje van Abu.

In het begin van de film wordt nog een misplaatste parallel getrokken met de activiteiten van de Hofstadgroep, maar ik denk dat Abu in een andere, minder radicale categorie thuis hoort. Uit een groepje Delftse Marokkanen is hij de enige die deze stap heeft gezet. De andere keurige jongens worden ook ondervraagd door Fleur tijdens een potje voetbal en ze leggen keurig gekapt en overdressed uit, dat zij minder gevoelig waren voor “foute” vrienden dan Abu.

Asscher onderscheidt twee categorieën Nederlandse Jihadstrijders. De radicale groep, waar keihard tegen opgetreden moet worden. De jongens die hun missie mogelijkerwijs op ons land los willen laten, waar de AIVD en de politiek superalert op zijn. Die hun paspoort kwijt raken en hier niet meer welkom zijn.

Tweede kans, ondanks moord

En de jongens zoals Abu, die ondanks het feit dat ze mensen vermoord hebben, toch nog een tweede kans verdienen, volgens de bewindsman. Dus eerst boeten voor je daden, maar daarna nog wel een kans om weer in het gareel te komen.
“Onschuldige”, jonge Marokkanen, niet alleen maar ex-gedetineerden of vroegtijdige schoolverlaters, maar vaak met een normale achtergrond en een diploma op zak. Een gemakkelijke prooi voor en tot op het bot geïndoctrineerd door ronselaars.

Ondanks het moedige en doortastende optreden van de jonge programmamaker, hulde, werkt haar docu voor mij niet als het juiste voorlichtingsverhaal om andere Marokkaanse jongeren te behoeden voor een vertrek naar Syrië. Daar is meer voor nodig dan een statisch interview als middelpunt van een mix aan oorlogsbeelden, die het verhaal kracht bij moeten zetten.