Opinie

Media slopen bij voorbaat onvoltooid kunstwerk van Tinkebell

02-03-2015 16:11

Haar kunstproject is nog niet afgerond en nu al ligt Katinka Simonse, alias Tinkebell, stevig onder vuur. Critici buitelen over elkaar heen om het werk, een documentaire over het asielbeleid in Nederland, bij voorbaat te veroordelen. Krantenredacties sprokkelen journalisten, columnisten en andere commentators bijeen om de beeldend kunstenaar te torpederen met beschuldigingen

Het verhaal rond Tamana Amiri en haar vader Feda is tot nog toe gehuld in mysterie. Feda Amiri zou onterecht teruggestuurd zijn naar Afghanistan, een land waar hij vermoedelijk niet veilig is. Bij de uitzetting zou hij mishandeld zijn door medewerkers van de Koninklijke Marechaussee en bij het laatste zou hij een gebroken knie hebben opgelopen.

Kunstenaar als regisseur

Om haar vader terug te vinden reisde Tamana zelf naar Kabul, Afghanistan, en kwam Simonse haar niet veel later na. Eerst nog aangekondigd als een moedige stap van dochter en kunstenaar, maar inmiddels wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid van het verhaal van Feda en Tamana. Het heeft, gek genoeg, vooral zijn weerslag op Simonse. Ineens is het Nederlandse asielbeleid niet meer onmenselijk, nu is Simonse dat in de publieke opinie zelf. Zij zou over de rug van een uitgeprocedeerde asielzoeker media-aandacht hebben willen vergaren, is een van de vele aantijgingen.

Als er te veel is om uit te leggen, kun je dat beter ook niet proberen. Ik vind het zelf dan ook niet verstandig van Simonse dat ze bij Jinek aanschuift en ingaat op verzoeken van andere journalisten. Beter kun je afwachten tot het kunstproject is afgerond, in dit geval een documentaire, want dan is er pas resultaat om over te twisten.

Distantie

Helaas lijkt het er op dat Simonse, althans voor het moment, de regie kwijt is. Zaken lijken vooral steeds minder duidelijk, in plaats dat ze opgehelderd worden. Maar de regie blijven voeren is ook lastig als je een kunstproject maakt met andere partijen, zoals Simonse dat doet met Tamana Amiri en haar vader. Eigenlijk zou Simonse niet inhoudelijk moeten ingaan op hun verhalen, maar het houden bij een verslag daarvan, wat, zoals ik het begrijp, ook het doel was van de kunstenaar.

Het is nog de vraag of Feda Amiri een toneelstuk opvoert, al of niet in samenwerking met Tamana. Maar op de bank bij Jinek geeft dochterlief wel ontwijkende antwoorden op heel eenvoudige vragen, bijvoorbeeld waarom vader Feda niet telefonisch contact kon opnemen in een land waar de ganse middenklasse een mobiele telefoon heeft. Ook weigerde Tamana een Afghaanse fixer van journaliste Natalie Righton de toegang tot haar vader, dit terwijl iedere media-aandacht voor zijn verhaal eerder nog een doel was om de zaak bloot te leggen. Feit is dat de zaak Amiri gecorrumpeerd is geraakt en Simonse lijkt zich daarin te weinig, of niet helder genoeg te distantiëren van haar onderwerp.

Twee zaken

Enerzijds zijn er de verhalen van Feda Amiri en zijn spreekbuis Tamana en anderzijds de betrokkenheid bij het onderwerp van Simonse. Deze twee zaken moeten van elkaar onderscheiden worden wil men begrijpen wat de positie van een kunstenaar in zo’n geval is.

De Amiri-verhalen hoeven niet waar te zijn om betrokken te worden bij het kunstproject van Simonse. Het is bijvoorbeeld zeer wel mogelijk dat de gebrekkige betrouwbaarheid ervan in de uiteindelijke documentaire als zodanig wordt aangeduid. Wellicht is er ter zijner tijd meer duidelijkheid over de zaak en wordt dat in het eindresultaat belicht. Er zijn nog tal van opties als het gaat over hoe Simonse dit gaat aanpakken.

Nietsontziende criticasters

Afgezien van onhandige uitspraken en ongelukkige keuzes, zoals het zoeken van de media terwijl het project nog onvoltooid is, valt Simonse wat betreft de situatie rond vader en dochter Amiri niets te verwijten. Zij doet verslag van een verhaal waarvan zij, zo gaf zij bij Jinek aan, zelf niet weet of het klopt. En dat hoeft Simonse ook niet te weten om het onderwerp van een kunstproject te maken. Of de beweringen van de Amiri’s kloppen zal zich immers gedurende het traject uitkristalliseren.

Hoe kunnen media de overheid beter in de kaart spelen dan hun aandacht te verleggen van het Nederlandse asielbeleid naar een aanval op de beeldend kunstenaar die verslag doet van verhalen daarover? Nietsontziend zijn ze, die voorbarige criticasters.

Wim van Krimpen, onbenul op gebied van kunst

Neem nu Wim van Krimpen, oud-directeur van het Haags Gemeentemuseum. Zoveel ervaring en toch nog steeds zo’n onbenul op gebied van kunst. In Trouw doet hij een weinig overtuigende poging aan te tonen dat hij de werkwijze van Simonse altijd al afkeurde. Ouder werk van Simonse, dat geheel losstaat van het onderwerp, wordt erbij gesleept om aan te tonen wat een wreed figuur ze moet zijn. Tegelijk geeft hij aan honderd euro te hebben gedoneerd voor de reis van Simonse naar Afghanistan. Voer voor psychologen.

In hetzelfde artikel over de vraag of het kunstproject van Simonse kunst is verklaart de briljante Rudi Fuchs, voormalig directeur van verschillende toonaangevende Nederlandse musea, daarin geen standpunt te willen innemen.

Zo gaan media als Trouw in deze kwestie te werk, de krant waar Simonse overigens zelf een column heeft. Je versiert wat klinkende namen en plakt enkele inhoudsloze statements aan elkaar in een poging een nog onvoltooid kunstwerk te slopen.

Mooi integer vak, journalistiek.