Recensie

Sounds Like(s) Woo Hah

06-07-2015 15:19

Er zijn geen schommels. Waar ik ook zoek, ik zie geen trampolines, geen straattheater, geen speciaal-bier-eiland of ander randvermaak dat aansluit bij het “ervaringsentertainment” dat veel van de zomerfestivals bieden naast hun bandprogrammering. In een snelle blik zie ik een grote bar, een pizzahoek en een hoek voor de vette versnapering en in mijn wandeling over de Spoorzone tref ik hier een daar ijscolikker, waaruit ik concludeer dat ook de culinaire programmering aan de magere kant is.

Hiphop en subculturen

Woo Hah moet het niet hebben van een nostalgische trip naar de vrijheid en blijheid van je kinderjaren of de idyllische vrijheidsutopie waar andere festivals zich de afgelopen jaren de markt mee in hebben geprofileerd; Woo Hah is een genre festival gericht op de hiphop en de daarbij horende subculturen. Een ouderwets muziekfestival, met op de poster aanstormend en gearriveerd nationaal talent en dik gedrukt internationale acts die of in het verleden groot naam hebben gemaakt of in de laatste jaren het hiphop hart harder hebben doen pompen.

Een festival dat in een Tilburgse traditie lijkt te passen, waar Roadburn, Incubate en – wijle – Neurotic Deathfest ook al jaren breed programmeren voor een smal publiek en de stad dan voor enkele dagen het hart maakt van of de psychedelische stoner rock, grindcore en extreme metal of independent underground gemeenschap. Kleine grote festivals met internationale allure, die juist vanwege de niche tactiek Tilburg tot een tijdelijk toeristisch oord om toveren.

Verwaaide graffiti dampen

Woo Hah is nog niet zover, maar heeft alle ingrediënten in huis om voor Nederland en wellicht zelfs daarbuiten te worden. De paar uur die ik met mijn zoon door de Spoorzone dwaal, heb ik de indruk dat ik mijn weg heb gevonden in een tijdelijke autonome hiphop zone. We vergapen ons aan de breakdance wedstrijd, zien een massa springen voor Puna en Canna Stage en snuiven verwaaide graffiti dampen op terwijl zich voor onze ogen kunst ontvouwt.

Lijdend aan “altijd-overal-een-mening-over-willen-hebben” loop ik alweer bijna alles kapot te analyseren, stromen mensen te volgen en te kijken wie van de lokale hiphop incrowd waar hangt, maar de negen jarige jongen redt mij met een paar simpele woorden van dat doodlopende pad. “Gaaf he, Tjeerd”, en we rollen naar Ladybird Skatepark.

Biologische kapsalon

En terwijl het jong zijn trucs en vallen uitprobeert of zijn skateboard uitleent aan tieners en twintigers die hun plank thuis hebben laten liggen, maar toch echt even deze baan moeten proberen, kijk ik uit op een podium waar eerst Fresku en daarna Cannibal Ox de kunsten vertonen en denk ik “Ja jongen, gaaf. Wat een rijke stad is Tilburg toch.”

Op de tonen van Tourist rollen we even later richting huis. Hij op de plank, ik op mijn step en besluiten samen om volgend jaar weer te gaan. Zonder schommel, trampoline of biologische kapsalon, maar met volop onderdompeling in de hiphop-cultuur, zonder marketing of verkoop van een droom.

 

Dit artikel werd eerder hier gepubliceerd.