Recensie

De geestelijke armoede van Willem Otterspeer

08-11-2015 14:25

De Leidse historicus Willem Otterspeer presenteerde afgelopen donderdag in De Balie zijn persoonlijke horzel. Onder die naam brengt De Bezige Bij (in samenwerking met De Balie en De Correspondent) namelijk een aantal boekjes uit – pardon, ‘prikkelende boeken’ – die ‘stof zullen doen opwaaien’. Jazeker. ‘Het debat’ in Nederland moet nodig weer eens aangezwengeld. We discussiëren te weinig! Aan Otterspeer de taak om ons hiertoe te prikkelen. Zijn horzel is getiteld ‘Weg met de wetenschap’. Dat zal dus wel prikkelend bedoeld zijn. Met wetenschap bedoelt Otterspeer echter alleen de natuurwetenschappen. En zij moeten ‘weg’ uit de universiteit. Want ze hebben de universiteit namelijk zware schade toegebracht (p 6-7):

 

“De politiek en haar populisme, getal en toepasbaarheid, het managers-syndroom en zijn voorliefde voor kwantificering zijn ook de universiteit binnengedrongen. En de poort waardoor zij naar binnen kwamen was de wetenschap.”

 

Otterspeer zit met zijn hoofd ergens anders

otterspeerU begrijpt het al, Otterspeer houdt van grote woorden. Dat is op zich niet erg, zolang die woorden in the heat of the moment maar overtuigen. Dus gepaard gaan met kennis van zaken en onderdeel uitmaken van een doelgericht betoog. Maar beide voorwaarden ontbreken hier op erbarmelijke wijze. ‘Weg met de wetenschap’: dat klinkt als een hartenkreet. Dan verwacht je als lezer een vliegende start met een scherpe analyse van wat er mis is in Academia. Maar zoiets zoekt de lezer dus tevergeefs. Otterspeer zit met zijn hoofd voortdurend ergens anders.

Eerst besteedt hij veel pagina’s aan zijn goeie ouwe middelbare schooltijd en aan de geweldige manier waarop hij zelf lesgaf (p. 7-12). Dan volgt een aarzelende aanzet: drie pagina’s over het epistemologische verschil tussen natuurwetenschappen en geesteswetenschappen (de ‘humaniora’). Maar helaas, prompt dwalen we af. Otterspeer moét ons vertellen over de beroemde rede van C.P. Snow uit 1959 over de Two Cultures en de reacties daarop. En daarna gaat hij uitgebreid in op het boek Concilience (1998) van bioloog Edward Wilson. (Waarin deze pleit voor het zoeken naar een natuurwetenschappelijke basis onder zaken als ethiek en esthetiek.) We zijn op pagina 23, en we zijn nog geen steek verder. Otterspeer herhaalt zijn klacht. Hij noemt de natuurwetenschap nu ineens een onderdeel van een ‘groot rationaliseringspreces’. Hij haalt zijn these dus onderuit. Het ligt niet aan de wetenschap. Want (p. 23-24):

 

“die rationalisering baarde een monster en dat heet kwantificering. De fetisj van de feitenreeks, de aanbidding van de grafiek, reduceerde de universiteit tot een rekenmodel. Het gaat aan de universiteit vooral om het aantal diploma’s, om het aantal promoties. (…) De firma Nederland ziet de universiteit als een productie-eenheid van meetbare goederen.”

 

Een niet prikkelend boekje

Ja, dat geklaag kennen we nu wel. We zijn inmiddels halverwege dit niet prikkelende boekje. Komt Otterspeer nu ter zake? Welnee. Hij klaagt dat de producten van humaniora ook best nuttig zijn, maar ja, NWO geeft al zijn geld aan de exacte wetenschappen: ‘Bijgevolg wordt de universiteit in hoge mate geïnfecteerd door het virus van de natuurwetenschap.’ (Vergelijkingen met ziektes doen het altijd goed.) Daarom telt boeken schrijven niet meer mee. Schrijvers als Frits van Oostrom en Herman Pleij worden volgens hem niet voor vol aangezien, want hun boeken ‘waren trouwens ook niet in het Engels’. Na nog meer pagina’s geklaag over de ‘kolonisering’ van de alfa’s door de bèta’s, volgt… welnee. We krijgen een beschouwing over Plato en de sofisten, uitmondend in de prangende vraag of een goed spreker ook een goed mens is.

We zijn inmiddels op pagina 36. God, wat zal dit boekje een stof doen opwaaien.

Een soort verlengde Vrije School

Op pagina 37 heet het ineens dat in de universiteit het evenwicht tussen (natuur)wetenschap – u weet wel, dat virus – en de humaniora ‘altijd het beste gerealiseerd’ is. En net zoals een mens een brein nodig heeft, heeft de samenleving de universiteit nodig. En daar gaan we weer: zes pagina’s geschiedenis van de universiteit door de eeuwen heen, gevolgd door pagina’s gebabbel over het onderwijs in de Verenigde Staten. Maar kijk! Pagina 46! Het EU-verdrag over hoger onderwijs in Bologna! Gaat het dan toch gebeuren? Otterspeer heeft nog zestien pagina’s om to the point te komen. Volgens hem biedt het in Bologna voorgeschreven ba-ma-systeem ‘grote mogelijkheden’. De bachelorfase voor een brede academische ontwikkeling – dat is precies wat Otterspeer wil. De bachelorfase biedt ook redding voor kleine studies die driegen om te vallen, zoals Italiaans, aldus Otterspeer. Zijn er te weinig studenten? welnu: ‘in een core curriculum kan die keuze verplicht gesteld worden.’ (Goed idee! De bachelor als afvalcontainer of sterfhuis voor onaantrekkelijke studies.) Maar volgens Otterspeer moet er voor een goede bachelorfase wél een taboe worden doorbroken: ‘de kern van de universiteit ligt niet in de [natuur]wetenschap maar in het onderwijs, niet in onderzoek maar in algemene ontwikkeling, niet in de master- maar in de bachelorfase.’ Wie een vak wil leren, of onderzoeker wil worden, mag daarna naar een andere opleiding: ‘Als maar duidelijk is dat de voorraad algemene kennis om een creatief mens en participerende staatsburger te zijn, in de bachelorfase aangeleerd wordt.’

De ideale universiteit van Otterspeer is dus twee jaar lang onderwijs voor het kweken van creatieve, betrokken burger burger (met een vleugje Italiaans, of Arabisch). Twee jaar zonder zelfs maar een kennismaking met natuurwetenschap, zonder enige prestatiemeting, en zeker niet in het Engels. Een soort verlengde Vrije School. Het is natuurlijk je reinste flauwekul, maar Otterspeer heeft nog dertien pagina’s om zijn eer te redden. Helaas. Hij start hierna met een buitengewoon niet leerzame vergelijking van de universiteit met de krant, en daarna met het verschijnsel politieke partij. Dat laatste loopt uit op een minibetoog over Republikeinen en Democraten en de kansen van Hillary Clinton. Ja ja, die Otterspeer ziet de grote verbanden!

Te vaag en te laat

We zijn op pagina 58. Hij wil nog even iets zeggen over die uitsluitend vanuit de geesteswetenschappen in te vullen bachelorfase. Hij zou drie attitudes willen aanbevelen. Ik ga ze niet noemen. Het is te vaag en te laat. Otterspeer heeft zijn kans om iets zinnigs te zeggen ruimschoots gehad. Hij heeft niets te zeggen.

‘Weg met de wetenschap’ is een behoorlijk pijnlijke testimonium paupertatis. Een betoog zonder lijn, van een auteur die niet kan nadenken maar graag doet alsof. Die open deuren voorziet van ronkende, nietszeggende voetnoten (voorbeelden op aanvraag leverbaar), die denkt snedig te zijn (bij Plato bijvoorbeeld schrijft hij dat de meerdere betekenissen van het begrip logos ‘wellicht veel van de moeilijkheden verklaart die de Europese Commissie op dit moment met Griekenland heeft’), maar die vooral ondoordachte opmerkingen maakt. Zo is hij het ‘roerend eens’ met C.P. Snow, terwijl Snow juist een frontale aanval deed op de arrogante humaniora. (Waarvan Otterspeer een loepzuivere representant is.) En zijn geschiedenis van de universiteit door de eeuwen heen is gebouwd op de enormiteit dat zij zeven eeuwen lang vooraan stonden in het intellectueel debat. Maar helaas, toen verscheen dus ‘het virus van de natuurwetenschap’, de bron van alle kwaad. Specialisering, de opmars van de managers, de invoering van het Engels, het zijn volgens hem ‘allemaal bèta-invloeden, vreemd of vijandig aan de humaniora’.

Talkshow-syndroom

‘Weg met de wetenschap’ bevat nog geen begin van een analyse van wat de universiteit mankeert, laat staan een aanzet tot een realistische oplossing. Wie dit heeft geschreven, en iedereen die verwacht dat dit prutswerk stof zal doen opwaaien, heeft geen flauw benul van de uitdagingen waar de universiteit voor staat. De Bezige Bij, De Balie en De Correspondent (en Otterspeer) lijden, zo vrees ik, aan het talkshow-syndroom: als het maar bizar is en ‘provocerend’, dan is het goed. Want dan krijg je discussie. Discussie om de discussie.

Daar zitten we echt op te wachten.

Willem Otterspeer, Weg met de wetenschap, Uitgeverij De Bezige Bij. 60 blz. 9,95 euro.