‘Johann Holtrop’; een anti-kapitalistische zedenschets met vleugjes poëzie

25-01-2016 21:27

Wie interesseert zich anno 2016 nog voor de nog niet zo lang geleden jaren nul? Die tamelijk non-descripte periode na de millenniumwisseling, die bovendien met ‘de jaren nul’ als nogal povere naam gehandicapt aanklopt bij de canon van de geschiedenis. Het zou één van de redenen kunnen zijn waarom de roman ‘Johann Holtrop’ van de gerenommeerde, Duitse schrijver Rainald Goetz (1954) in het Nederlandse taalgebied vooralsnog weinig rimpelingen heeft veroorzaakt. En dat terwijl de ondertitel van dit lijvige werk toch niet zachtzinnig inzet met ‘Afbraak van de maatschappij’. Hier wordt, inderdaad, een krachtige poging ondernomen om een giftig decennium en de totale verrotting van de samenleving, met het bedrijfsleven als krachtdadige aanvoerder, in beeld te brengen. En dat lukt aardig. Ware het niet dat Goetz misschien te grondig en te gedetailleerd te werk gaat en nodeloos lang op ons, de lezers, inhakt, in zijn roerende ijver het kwaad te benoemen.

Poëzie van het glamourkapitalisme

De roman speelt zich bijna in het geheel af in het grootschalige Assperg-concern, een mediamoloch waarvan in het begin al een afschrikwekkend beeld wordt neergezet en dat, naar het zich laat aanzien, gemodelleerd is naar het reëel bestaande Bertelsmann-concern. Assperg wil groeien, het maakt niet uit hoe, het maakt niet uit in welke richting, het maakt niet uit met welke methodes, want zaken als geschiedenis of vakmanschap, dat vindt topman Johann Holtrop maar sentimentele noties die inbreuk maken op de alertheid waarmee commerciële kansen bij de keel gegrepen moeten worden. Holtrop is de hele roman lang de verpersoonlijking van alle eigenschappen die we tegenwoordig met het tamelijk ongure begrip ‘neoliberalisme’ in verband brengen. Daadwerkelijke interesse voor iets of iemand is bij hem altijd ondergeschikt aan zijn eigen positie in een bepaald netwerk, die wel of niet baat heeft bij een schouderklopje, een reprimande of een vernietigend rapport. Gelukkig verlaat de roman zo af en toe de machtsstrijd binnen Assperg en laat Goetz ook de poëtische kanten van de het glamourkapitalisme zien.

 

“Het was de sound van de rijkdom, zoals die zware autodeur daar dichtviel, zo stil als het daarna ook direct werd binnen in de auto, en toen reden ze al weg, gewichtloos. Van de buitenwereld merkten ze niets meer, dat de buitenwereld onmerkbaar voorbijging, was de luxe in zo’n high-end limousine, de reiziger kreeg daardoor geestelijke vrijheid.”

 

Roekeloze consultants

Hoewel Goetz uitstekend kan schrijven en hij de trucs en machinaties in zowel vrijblijvende onderonsjes als officiële vergaderingen feilloos weet te treffen (en voor wie daarvan wil smullen, is ‘Johann Holtrop’ misschien wel één lange, aan te raden trip), begin je halverwege de roman toch wat verveeld te raken, niet in de laatste plaats omdat de verschillende pionnen binnen de Assperg-hiërarchie, helaas, meer namen blijven in een wijdvertakt organogram dan driedimensionale wezens met wie je meeleeft. Al lezende moest ik ineens denken aan een sombere verhandeling van schrijver Tonnus Oosterhoff, die onlangs in het online tijdschrift Terras verscheen en waarin harde conclusies werden getrokken over het lezen van romans als enerverende vrijetijdsbesteding voor de slimme informatiesurfer:

 

“Na drie alinea’s heeft hij een helder beeld van de schrijfstijl en dan móet hij nog tweehonderd bladzijden. Vier uur zitten lezen voor drie, vier mooie zinnen, een aparte gedachte of een onverwachte wending? Ja, gekke henkie! Beter even achterin kijken: het loopt ongeveer af zoals hij dacht. Uit is het boek.”

 

Dat Holtrop een voorkeur heeft voor roekeloze consultants, de saaineuzen eruit gooit en daarbij vooral denkt aan zijn eigen portemonnee en reputatie, leidt in de slothoofdstukken dan ook iets te voorspelbaar tot zijn door weekblad ‘Der Spiegel’ in gang gezette ondergang.

Politieke roman niet morsdood

Negatief bekeken is ‘Johann Holtrop’ een nogal schetsmatig portret van de Duitse bedrijfselite. Positief bekeken is het een bij vlagen vermakelijke afrekening met het type neoliberale haai, dat in de echte wereld al genoeg in de melk te brokkelen heeft en daarom in fictie best ‘teruggepakt’ mag worden, al doet de term ‘terugpakken’ misschien geen recht aan het wel degelijk geraffineerd geschreven en ontluisterende slot, wanneer de megalomane hoofdpersoon Holtrop, ontslagen en onteerd, radeloos rond banjert en naar zijn vrouw en kinderen kijkt als zijnde speelgoedpoppetjes uit een andere wereld.

Boven alles is ‘Johann Holtrop’ het bewijs dat de politieke roman niet morsdood is, maar af en toe nog kreunt, al is die kreun voor de generatie van informatiesurfers waarschijnlijk iets te uitgesponnen.

Johann Holtrop, Uitgeverij Leesmagazijn, 336 pagina’s, 19,95 euro