Recensie: Advocaat van de Duivel

08-03-2016 15:57

Zoals gehaaide bankiers ons financieel foppen zo wordt de rechtspraak een farce dankzij gehaaide advocaten. Zou het? Vermakelijk en bij vlagen ijzersterk toneel levert het wel op, met Victor Löw als nar.

The Devil’s Advocate is een in 1990 uitgebracht boek van veelschrijver Andrew Neiderman, dat een succes werd als gelijknamige verfilming met Al Pacino en Keanu Reeves in de hoofdrollen. We hebben er de schitterende frase ‘Better to reign in hell than serve in heaven’ aan te danken. Het verhaal refereert aan Faust en Machiavelli: het doel heiligt de middelen in het pact met de duivel domineert. Advocaat van de Duivel toont het verhaal van een advocatenkantoor in New York dat het recht naar zijn hand weet te zetten. Niet alleen door op het scherpst van de snede te pleiten, maar ook met vergaande intimidatie en chantage van getuigen met inzet van een enorme databank met persoonlijke gegevens. Waarin overigens ook moorden en andere misdaden, die nog gepleegd zullen worden, al zijn opgenomen als voorbereiding op nieuwe klandizie van het advocatenkantoor.

Schoften vrijpleiten

Kevin Taylor, jong advocaat bij een klein kantoor in een stadje waar iedereen elkaar kent, wint de ene na de andere strafzaak. Zijn meest recente wapenfeit is het succesvol vrijpleiten van een pedofiele leraar waarbij hij de getuigende leerling op de proef stelt met het benadrukken van diens zwakke geheugen. Schande, vindt zijn baas, ook omdat hij daardoor de ene na de andere lokale klant verliest. Maar Taylor vindt de winst zwaarder wegen. Dus gaat hij in op een aanbod van het even gerenommeerde als gehaaide kantoor van John Milton in New York, die een reputatie heeft in het vrijpleiten van schoften.

‘Van de duivel’ wordt ‘duivels dilemma’

De jonge, aanvankelijk gewetensvolle echtgenote van Taylor sputtert aanvankelijk tegen, maar gaat overstag vanwege het schitterende appartement dat het stel krijgt, benevens een salaris ‘met een nulletje te veel’. Vanaf dat moment zijn ze onderworpen aan de druk en mores van Milton, die Taylor de ene na de andere zware zaak in de schoenen schuift en diens vrouw duivels verleidt in zijn eigen appartement.

Want alle advocaten van Milton wonen in dezelfde toren waar Milton vanuit het penthouse op de bovenste etage ook buiten kantoortijd heerst. Deze duivel kiest zijn advocaten behalve om hun getoonde brille ook vanwege het ontbreken van een vader in hun opvoeding. Die rol neemt Milton op zich, absoluut heerser.

De glorie van Taylor gaat door in New York. Met als climax de winst in een strafzaak tegen een vastgoedmagnaat en topcrimineel die z’n vrouw heeft vermoord. De verpleegster die het zag gebeuren verandert haar getuigenis na intimidatie door Milton.

Dat is het signaal voor Taylor om te pogen te breken met Milton. ‘Van de duivel’ wordt ‘duivels dilemma’. Hij bezoekt de verpleegster die hevige wroeging koestert en zichzelf op Bijbelse gronden veracht en te gronde gaat.

Victor de nar

Dit laatste spannende half uur van de voorstelling met de worstelingen met geweten en weerstand, plus het spelen met illusie vond ik ijzersterk en maakte de eerste anderhalf uur ruimschoots goed. Die vond ik minder sterk door het wat al te clichématig neerzetten van het advocatenmetier, hoe geestig ook. Waarbij de Amerikaanse setting van het verhaal niet echt mee hielp.

Het stuk kent een sterke cast met de geestige Bas Keijzer en Marieke de Kleine en Marieke van Leeuwen in overtuigende rollen en Davida Blom als nieuwkomer. Mike Reus, ook te zien in vele film- en tv-rollen, speelt een dubbelrol als advocaat en New Yorkse, Italiaans sprekende boef.

Waldemar Torenstra kwijt zich met verve van zijn rol als jonge ambitieuze en alras meer marchanderende Taylor. (Al barst zijn torso na Vechtershart uit het strakke advocatenpak.) Tsja, en dan Victor Löw als Milton. Hij bezigt schitterende teksten, fraai gedebiteerd, zoals tegen Taylor (ongeveer): “Een geweten? Heb jij last van je geweten? Dat had je thuis moeten laten. Hier gaat het niet om geweten, het gaat om instinct. Om instinct dat leidt naar winst en macht. Je bent een roofdier, je moet winnen.” Victor Löw was ook een stralend middelpunt in De Verleiders. Ik vind hem een heerlijke acteur om naar te kijken en zijn stem en intonatie zijn een genot op zich. Maar Victor Löw speelt hier Victor Löw; de nar die prachtig overdrijft, maar soms ten koste van de geloofwaardigheid.

Moralistisch

253-5464-Advocaat_Beeld_highresA5_zonder indrukbalk en creditsRegisseur Ursul de Geer liet vooraf optekenen: “Vaak wordt ons rechtsgevoel aangetast en lijkt het alsof advocaten afstand hebben gedaan van hun geweten en niet meer handelen in de geest van de wet. Dat intrigeert me.” Het is een vondst om aan het slot van elke voorstelling een bekende Nederlandse strafadvocaat te laten opdraven, die het publiek de gewetensvraag voorlegt: is Taylor (Torenstra) zelf schuldig of slachtoffer van zijn duivelse omgeving?

Die vraag wil De Geer na de voorstelling doortrekken met een debat dat hij zelf leidt, met gewetensvragen aan de eerder meespelende advocaat. Het onderwerp van de grenzen van de advocatuur boeit me ook maatschappelijk, maar een debat vind ik onnodig. Al is het veel zinniger dan het actie voeren tegen bankiers door de spelers van De Verleiders. Kunst leert, als ze goed is, het kwaad doorgronden; hem bestrijden is vervolgens aan ons. Of (meestal) niet.

Toevallig was vrijdag ook bij Pauw deze discussie met Gerard Spong en Torenstra die zich wijselijk wat meer op de vlakte hield. Donderdag zag ik na afloop van het toneel op het podium advocaat Peter Plasman de ‘woede’ van De Geer over het gebrek aan geëtaleerd geweten door (straf)advocaten pareren. Hij legde in alle rust uit hoe het zit: dat een advocaat tot het uiterste moet gaan om zijn cliënt vrij te pleiten. Hij is immers de ‘luis in de pels’ tegenover OM en Staat die van schuld uitgaan. “Als wij applaus krijgen van het grote publiek zit het fout.”

Er zit nu eenmaal, ook (of juist) in een rechtsstaat helaas licht tussen recht en rechtvaardigheid, om nog niet te spreken over gerechtigheid. Een boeiende slotnoot van Plasman, ontlokt door De Geer: “Een advocaat mag niet liegen, heel simpel. Daar is geen enkele uitzondering op. Een verdachte mag liegen.” …

 

Advocaat van de Duivel van Bos Theaterproducties, gezien donderdag 3 maart 2016, DeLaMar Theater in Amsterdam, nog tot eind mei 2016 in het hele land.

 
Titelfoto: © Raymond van Olphen
‘Poster’: © Piek