Kunst

James Morrison leeft voor live spelen

08-04-2016 15:09

James Morrison zit middenin een tournee ter promotie van zijn vierde album Higher Than Here die op 9 april de Heineken Music Hall aan doet. In tegenstelling tot collega’s is de Britse singer-songwriter een liefhebber van veel live spelen: “Het geeft me dezelfde opwinding als aan nieuwe muziek werken. Het voegt een nieuwe dimensie toe aan de liedjes.”

Higher Than Here verscheen in oktober 2015. Morrison noemt het album waarvan Demons de eerste single was ‘een donkere versie van wat ik ervoor deed.’ “Ik genoot van dat element tijdens het maken van de plaat. De drums iets harder, een beetje in mezelf zingen. Het klinkt relaxter en tegelijkertijd iets agressiever.”

Mooi pakket

De nu 31-jarige Morrison brak in 2006 groot door met zijn debuutalbum Undiscovered. “Ik kom uit de pop en soulmuziek en was heel jong toen. Liedjes als You Make It Real en You Give Me Something. Aan die kant van mezelf wilde ik op Higher Than Here iets toevoegen dat muzikaal ergens anders vandaan komt. Het oude en nieuwe werk vormen nu samen een mooi pakket, de nieuwe plaat is niet méér van hetzelfde.”

Eigen nummers

James Morrison houdt van toeren, vertelt hij. “Het enige moment dat ik nog plezier beleef aan muziek die ik al geschreven en opgenomen heb, is als ik het live speel. Het schrijven van liedjes is net zo leuk als ze zingen. Als ik iets zing dat ik niet zelf heb geschreven, voelt het toch anders. Elke keer als ik een eigen nummer zing, betekent de tekst weer iets voor me. Als een tekst niet persoonlijk is, zing je alleen maar.”

Overleden vader

Hij heeft vele liedjes die iets voor hem betekenen. “Ik schreef een nummer voor mijn overleden vader (In My Dreams), die komt nog altijd hard aan. Een nummer als Person I Should Have Been ook. Het schrijven ervan is monnikenwerk. Als dat eenmaal gedaan is, kun je er meer van genieten. Higher Than Here, Stay Like This, Demons, Heaven To A Fool, Easy Love, ik zing ze allemaal graag op het podium.”

James Morrison speelt 9 april in de HMH in Amsterdam.

©FaceCulture