Ramadan herinnert ons aan wat we kwijt zijn

12-06-2016 14:54

De ramadan heeft deze week weer genoeg reden gegeven voor analisten, politici en opiniemakers om hun plaats in te nemen in de loopgraven, die gaandeweg steeds meer vorm beginnen te krijgen. Zo vroeg een bepaalde partij om het hele schoolsysteem op de ramadan aan te passen. Een andere groep wilde weer de Albert Heijn boycotten omdat zij mensen een fijne ramadan wensen, terwijl ze wel gestopt zijn met het gebruiken van Zwarte Piet. Dat dit twee heel andere vraagstukken zijn, ontgaat hen blijkbaar. Toch is het opvallend dat de ramadan zoveel losmaakt. In principe zouden we gewoon kunnen zeggen: wie mee wil doen, doet mee, en wie niet mee wil doen, doet niet mee. De reden dat het toch zoveel losmaakt, is omdat het een uiting is van een sfeer.

Metaforische huizen

De Duitse denker Peter Sloterdijk schrijft in zijn Magnum Opus Sferen dat de mens een sfeerbouwend wezen is. Even heel simpel gezegd houdt dit in dat de mens continu bezig is met het bouwen van metaforische huizen die hem een gevoel van veiligheid en bescherming tegen het buiten kunnen geven. Voorbeelden hiervan zijn de natiestaat, religie en cultuur.

Iedere groep mensen heeft uitingen nodig die hun individualiteit overstijgen en waardoor zij zich verbonden met elkaar weten. Met behulp van deze culturele uitingen worden duizenden of misschien wel miljoenen “individuen ontvankelijk gemaakt voor superieure gemeenschapszin en voor specifieke ritmes, melodieën, projecten, rituelen en geuren.” En later schrijft hij dat door middel van hun goden, hun verhalen en hun kunsten de individuen zichzelf de prikkelingen toedienen die hen tot een volk maakt.

Dit is de kern van een culturele sfeer: in het scheppen van deze sfeer ontstaat er voor de mensen een binnenruimte, een metaforisch huis, waarin zij zich veilig, geborgen, gekend en vervuld weten. Al dan niet bedoeld zijn deze huizen de afgelopen eeuwen afgebroken. Het westen heeft geen huis meer om in te wonen, niets dat hen tot een volk maakt, de algemene culturele uitingen zijn in onbruik geraakt; volksmuziek, religie en verhalen, ze zijn allemaal verdwenen en daarvoor in de plaats is populaire cultuur gekomen. Maar omdat die cultuur niet uit de mensen zelf voortkomt, kan dat niet als sfeer dienen, niet als huis dienen.

Islamitische sfeer

Het is heel anders gesteld met de Islamitische sfeer. Zij breidt zich nog steeds uit, maakt miljoenen individuen ontvankelijk voor haar melodieën, God en gemeenschapszin. De botsing tussen het westen en de Islam is in feite een sferenbotsing. Een botsing tussen twee binnenruimtes. Maar het Westerse huis was al dusdanig verzwakt, dat het geen bescherming meer bood voor dat wat van buiten kwam. En de Islamitische sfeer is zich aan het uitbreiden: offense is the best defense.

Een sfeer kan niet anders dan zich uitbreiden, met als doel het buiten te verkleinen. Ieder groot rijk werkte op deze wijze, een niet-uitbreiden leidt tot een verval van de sfeer tot het overgenomen wordt door een sfeer van buiten. Een te groot uitbreiden heeft hetzelfde gevolg, met als duidelijk voorbeeld het Romeinse rijk. Alle sferen tonen datzelfde patroon. Westerse, Islamitische, Economische, een sfeer kan niet anders dan bewegen, wil het in leven blijven.

Een verwarring van sferen

Veel van onze conflicten met de Islam komen dus voort uit het feit dat het een binnenruimte is, die niet de westerse is, maar zich wel in de westerse ruimte begeeft. Dat is alsof ik mijn huis afbreek en plotseling iemand anders op mijn land zijn eigen huis gaat bouwen. Hij staat me toe om toe te kijken, maar ik mag niet in dat huis gaan wonen. Voordat de globalisering aanving in 1492 – de ontdekkingsreizen van Columbus – waren de culturele sfeer en de aardse positie van die sfeer altijd met elkaar verbonden. Daarna zijn er eeuwen geweest waarin de Westerse sfeer zich uitbreidde en andere sferen ondergeschikt maakte, maar vanaf 1945 is dat veranderd.

Niet dat het westen opeens geen uitbreiding meer kent, maar het is geen sferische uitbreiding van God, vlag en lied. Het is een puur economische uitbreiding geworden. De Islamitische uitbreiding is echter een cultureel religieuze uitbreiding pur sang. Economie is niet van belang, het zijn echt God, vlag en lied die zij overal met zich meenemen, ook naar aardse plekken waar tot 50 jaar geleden geen Moslim te bekennen viel. Wat we niet inzagen door ons individualistische wereldbeeld was dat we niet alleen individuen verwelkomden (en nog steeds verwelkomen) maar sfeerpoligen. Al die individuen maken onderdeel uit van een overkoepelende sfeer waarin zij zich begeven, als een onzichtbare dome, die ondoordringbaar is.

Ramadan

Ramadan is misschien wel de meest zichtbare uiting van die Islamitische sfeer. Een maand lang doen miljoenen mensen over de gehele wereld mee aan hetzelfde ritueel. Deze zuil confronteert het Westen met het verlies van haar eigen binnenruimte, het toont het verloren huis en benadrukt de thuisloosheid. Het is alsof Westerlingen door een mooie laan lopen met aan weerszijden grote bomen en nog grotere villa’s. In het willen boycotten van de Albert Heijn en de woede die op internet werd getoond, zit eigenlijk een diepe lamentatie verborgen om het verlies van het eigen huis. Terwijl de Islamitische sfeer sterker dan ooit blijkt. Veel van de oplossingen; stages, educatie, positieve discriminatie, zijn gericht op individuen. Daarom is het maar de vraag in hoeverre dat helpt. De sfeer is namelijk de primaire zijnswijze. Zij zijn eerst sfeerbewoners en dan pas individuen.

Mogelijkheden

De belangrijkste vraag die opdoemt is natuurlijk of het mogelijk om een nieuwe sfeer te scheppen waarin zowel Westerse als islamitische uitingen bestaan en die een overkoepelende functie kunnen bieden. Sloterdijk lijkt toch vooral een conflictvisie te hanteren. Er komt zelden een compleet gelijkwaardige combinatie op het toneel. Eén sfeer incorporeert altijd de andere sfeer. Houellebecq onderzoekt in zijn roman Onderwerping hoe het eruit zou zien als de Islamitische sfeer de Westerse sfeer zou incorporeren. Die angst heerst in het westen, en terecht, want het is een veel sterkere sfeer. Niettemin zijn er, mits we ons bewust zijn van de sferen, mogelijkheden om deze te begeleiden. De mens staat niet helemaal machteloos.

Een voorbeeld hiervan is de huidige vermenging van popcultuur en hoge cultuur middels migrantenliteratuur. Het lastige daarvan is echter dat het veelal om individuen draait en dat dit vooralsnog geen vermenging van sferen lijkt te betekenen. Het belangrijkste is om het vraagstuk van de multiculturele samenleving te zien als een sferenvraagstuk. Dan zullen we ook inzien dat de ramadan op zichzelf helemaal niet zo problematisch is. Het wordt pas problematisch voor mensen op het moment dat het zich op de grens tussen sferen gaat begeven. Maar misschien is dat juist wel een winst: de ramadan in de Albert Heijn, een verbod op Zwarte Piet, misschien is dat het begin van een vermenging van de sferen die uiteindelijk gezamenlijk een nieuw huis kunnen zijn. Als een kathedraal die door de eeuwen heen gebouwd en uitgebreid is, met romaanse, gotische en classicistische elementen.