Recensie: Moedervlekken – Arnon Grunberg

11-07-2016 20:47

“Het zou fijn zijn als Betty hier kwam werken, al was het maar tijdelijk. Meer dan fijn, het zou dringend gewenst zijn. Dan zegt Betty: ‘Uw moeder heeft een piemel.’” De langverwachte moederroman van Arnon Grunberg is eindelijk daar. Grunberg, bekend van romans als De Joodse Messias (2004), Tirza (2006) en Huid en Haar (2010), schuwt het niet om het bekende in te wisselen voor het ongewisse en het gewone voor het bizarre.

Centraal in Moedervlekken staat Otto Kadoke, die simpelweg door het leven gaat als Kadoke. Psychiater bij de suïcidepreventie van beroep, lijkt hij een ogenschijnlijk doodgewoon leven te leiden, maar schijn bedriegt. Zeker in romans van Grunberg zijn personages zelden doodgewoon.

Van erg naar erger, naar ergst

Moedervlekken is een roman waarin Grunberg zijn personages grenzen op laat zoeken en, afhankelijk van wat de lezer gewend is, ook laat overschrijden. Dat is tegelijkertijd de kracht van de roman. Door het ongewone te presenteren op een manier die suggereert dat het eigenlijk om iets doodnormaals gaat, laat het boek de lezer nadenken over zijn of haar eigen wereldbeelden.

Zo gaat Kadoke bijvoorbeeld  luchtig om met het gegeven dat zijn moeder eigenlijk zijn vader is, compleet met piemel en al: “[…] ‘U moet begrijpen dat het pas weer langzaam beter met hem ging toen hij op een ochtend een jurk van zijn overleden vrouw, mijn moeder, aantrok. In mijn ogen is het een creatieve manier om met een ernstige depressie om te gaan.’”

Teveel

Alsof dat nog niet genoeg problematiek voor één roman was komen daar dan ook nog onder meer de eigen verhouding tot het jodendom bij, en een poging tot rehabilitatie van een patiënt die misschien niet meer te redden is. De manier waarop Kadoke dat laatste probeert is daarenboven ook nog eens van hoogst dubieuze aard; hij neemt haar namelijk in huis als nieuwe verzorgster van zijn bejaarde moeder.

Dit is het punt waarop het mis gaat in de roman. Grunberg wil teveel. Hij wil alles. Dit leidt ertoe dat sommige aspecten van het verhaal, die eigenlijk meer aandacht verdienen, onderbelicht blijven. Met name Kadoke’s verhouding tot het jodendom is hier slachtoffer van. Dit aspect blijft in deze roman onderbelicht, terwijl deze problematiek al voer genoeg is voor een op zichzelf staand verhaal.

Vakmanschap

Desondanks is de roman soepel geschreven en wordt de lezer op de vleugels van het verhaal meegenomen. Zelfs doodeenvoudige handelingen, zoals het bereiden van de lunch voor moeder, zijn op dusdanige wijze beschreven dat ze niet vervelen, maar juist vervoeren. De tics van Kadoke zorgen ervoor dat hij als personage werkelijk tot leven komt en niet zomaar een figuur van papier en inkt blijft. Hij wordt echt en dat is waarin de hand van de meester te herkennen is.

Lebowski, 2016, 399 pagina’s