Opinie

De foto van de aangespoelde Alan lijkt niet wat het is, en is niet wat het lijkt

09-09-2016 14:44

“Het is niet wat het lijkt en het lijkt niet wat het is.” Dat is volgens voormalig Rijksmuseumdirecteur Wim Pijbes wat kunst definieert. Omdat methoden en technieken uit de kunst ook in de journalistieke fotografie gebruikt worden, is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre journalistieke fotografie nog journalistiek te noemen is? Biedt zij een open venster op de wereld, of is zij gemanipuleerd om ons te laten denken wat de fotograaf wil dat wij denken?

Aan de hand van de foto van Alan (vaak abusievelijk als Aylan geschreven) wijdt het televisieprogramma Pauw een item aan hoe een foto het gedrag en de kijk van mensen kan veranderen. Genoemd wordt dat Alan misschien wel in een bepaalde positie is neergelegd om een fotogeniek effect te bereiken. Ook het verhaal dat Alan met zijn ouders al jaren in Turkije woont en dat de vader alleen voor zichzelf een zwemvest heeft gekocht, komt aan de orde.

Wat maakt een foto iconisch?

Niet aan de orde komt waarom juist dit beeld iconisch is geworden. Iconisch is overigens eerder een artistieke dan een journalistieke kwalificatie. Wat om te beginnen opvalt, is hoe netjes Alan erbij ligt. De beentjes naast elkaar, het armpje naast het lijf, het shirt mooi recht, de haartjes gekamd, de huid mooi egaal en niet blauw uitgeslagen van de zee. Het lijkt alsof Alan ligt te slapen, maar dan met zijn hoofd in de branding. Wat ook opvalt, is dat het strand rondom hem nog maagdelijk is, alsof de kijker, al wandelend langs het strand, als eerste Alan opmerkt. Wat ook meespeelt, is dat de foto met een telelens geschoten is, waardoor het hoofdje is uitvergroot ten opzichte van het lichaam. Peuters en kleuters zijn onder meer vertederend omdat ze een relatief groot hoofd hebben.

Het is mede de indruk van ongereptheid van zowel Alan zelf als zijn omgeving waarmee het iconische effect wordt bereikt. Je voelt de neiging Alan uit de branding pakken. Omdat het lijkt alsof hij nog leeft, denk je onwillekeurig ook dat je hem daarmee redt. Daarmee suggereert de foto op een onbewust niveau een immense beloning voor de kijker, namelijk redder van een vertederende peuter te kunnen worden. Met deze Big Mac zet de foto niet enkel aan tot medeleven, maar ook tot zorgzaam gedrag.

Manipuleren met weinig middelen

Een barman heeft vroeg in de ochtend een tweetal lijken, waaronder dat van Alan, uit het water gehaald en op het strand gelegd. Daarna is fotografe Nilüfer Demir pas opgedoken. Met de foto van Alan zegt zij getracht te hebben “de schreeuw van zijn levenloze lichaam te laten horen.” Dat lijkt mij eerder een artistieke dan een journalistieke ambitie. Als beroepsfotografe is Demir dikwijls getuige geweest van dode migranten. Ze zegt: “Hun levenloze lichamen heb ik vaak gefotografeerd.” Aangespoelde lijken is blijkbaar een thema van haar. Aannemelijk is dat ze in de loop der tijd zo haar eigen methoden en technieken heeft ontwikkeld om dat thema vorm te geven.

Welke middelen lukt het Demir eigenlijk om de foto van Alan iconisch te maken? Om geloofwaardig te blijven kan een journalistieke foto niet al te ver van de werkelijkheid afdwalen. Al te veel middelen kan ze dus niet toepassen. In het geval van de foto van Alan was dat ook niet nodig. Ze positioneert het lichaam in de gewenste houding. Ze trekt het shirt een beetje recht. Ze kamt het haar. Eventueel camoufleert ze blauwe vlekken op de huid met een huidkleurige crème. Het maagdelijke strand is te realiseren door het lichaam iets onder de vloedlijn te leggen en dan af te wachten tot de zee weer iets terugtrekt. Daarvoor is het wellicht nodig dat ze het dode lichaam enkele tientallen meters te verplaatst. Dat zijn ingrepen die Demir met gemak in haar eentje afkan. Van samenzwering hoeft dus allerminst sprake te zijn. Bovendien kan Demir vinden dat dergelijke kleine ingrepen eigenlijk wel legitiem zijn.

Alan is per slot van rekening écht dood aangespoeld aan het strand. En rechtvaardigt het doel, dat door de foto het lot van deze migranten verbetert, niet het middel? Demir spreekt de hoop uit dat door de foto iets verandert. Ze zegt ook met zoveel woorden dat ze het lichaam van Alan mag gebruiken voor een foto, omdat ze verder toch niks meer voor hem kan betekenen. Aan een dood lichaam heeft een dode toch niets.

Complottheorie wel heel ruim opgevat

Jeroen Pauw plaatst bedenkingen over de werkwijze van een journalistiek fotografe als Demir en de opvatting (van moslims) dat de agent bij de aanslag op Charlie Hebdo niet echt is doodgeschoten, onder eenzelfde noemer. In beide gevallen wordt gesproken van een complottheorie. In mijn ogen kom je alleen tot dergelijke gelijkenis als je uitgaat van een wel erg ruime definitie van wat een complottheorie uitmaakt. Dat een geëngageerde fotografe de werkelijkheid subtiel manipuleert om een foto een boodschap mee te geven, is misschien vanuit journalistiek oogpunt bedenkelijk, maar maakt nog niet dat ze in een complot is verwikkeld. Wie echter denkt dat de politieagent nog leeft, veronderstelt wél een complot waarbij op zijn minst de agent zelf, zijn familie en de Franse politie betrokken is.

Daarnaast maakt het nogal verschil dat enige manipulatie ten behoeve van een foto nog niet veronderstelt dat Alan niét tijdens een oversteek naar Griekenland verdronken is, terwijl in het andere geval wél verondersteld wordt dat de agent niet doodgeschoten is en dus nog leeft.

Als het Pauw werkelijk erom te doen is aan te tonen hoever journalistieke fotografen kunnen gaan om gedrag en kijk van mensen te beïnvloeden, dan had Pauw beter een fragment kunnen tonen uit De grens bereikt – een programma over de vluchtelingencrisis, één jaar geleden door hemzelf gepresenteerd. Toentertijd was het sluiten van de grenzen voor de migrantenstroom door de Balkan een heet hangijzer. Aan de Hongaarse grens lukte het migranten soms om door de toen nog provisorische afscheiding heen te breken. Als dat gebeurde stond een jonge fotografe op Hongaars grondgebied klaar om enkelen uit de aanstormende meute pootje te lappen om hen in hun val te portretteren. Deze techniek leverde uiterst dramatische beelden op. Toen de werkwijze van de fotografe getoond werd, liepen de ogen van Claudia de Breij – zij was gast in de studio – vol. Ze was niet zozeer onthutst door beelden van desolate gezichten, maar vooral door de wijze waarop die beelden gecreëerd werden. Dat strookte even helemaal niet met haar kijk op mensen die, zoals zij, het enkelvoudig goede nastreven en dús de Willkommenskultur propageren.