Baltsgedrag der christenen: alsof islam bondgenoot van christendom kan zijn

11-12-2016 13:51

Christelijke kopstukken die avances maken naar de islam, het lijkt steeds vaker voor te komen. Onlangs was het de beurt aan de Belgische kardinaal Jozef De Kesel om de snelst groeiende godsdienst in zijn land het hof te maken. We moesten weten dat de katholieke kerk en de islam geen concurrenten waren, zei hij in een interview met de Volkskrant. De godsdiensten waren juist elkaars bondgenoten.

Het gesprek was een wonderlijk mengsel van ontzag en paternalisme. De Kesel zag dat de islam iets voor elkaar krijgt wat zijn eigen kerk al lang niet mee lukt: religie weer op de kaart zetten. Tegelijk moest de islam beseffen dat je de vrijheden van anderen niet mag beperken en dit kon ze leren van de katholieke kerk.

‘De term ‘secularisering’ heeft dezelfde functie als Sodom en Gomorra in bijbelse tijden’

Lege kerken, volle moskeeën

Hoe moeten we het lonken naar de islam duiden? Als een geval van oecumene die al jarenlang de norm is binnen het christendom? Ja, er bestaan verschillende gezindten, is de gedachte, maar toenadering is mogelijk mits we elkaar begripvol bejegenen – of om het in kerkelijk lingo te stellen: via de dialoog.

Waarom zou je dit principe niet kunnen uitbreiden naar de islam? Ik betwijfel ik of dit het achterliggende motief is. De pogingen tot toenadering, ze lijken eerder te duiden op een staaltje appeasement van een religieuze groep die beseft dat ze de demografische slag verloren heeft. Waar de kerken leeglopen, neemt het aantal moskeeën toe.

Naamgeving van het opperwezen

Ook Tiny Muskens, toenmalig bisschop van Breda, nam enige tijd terug ook maar alvast een voorschot op het Nederland van over honderd, tweehonderd jaar. Hij was te gast in het televisieprogramma Netwerk. “Nu vinden we het nog raar”, zei hij in de uitzending, “maar waarom zouden we op een zeker moment niet allemaal samen zeggen: We noemen God voortaan Allah?”

De rechtvaardiging van Muskens voor zijn standpunt: “Het kan God wat schelen hoe wij hem noemen. Daar staat hij boven.”
Op deze manier – ‘What’s in a name?‘ – suggereert hij dat de naamgeving van het opperwezen, en diens boodschapper niet te vergeten, een futiele kwestie is. Terwijl we sinds de Rushdie-affaire weten dat een verkeerde benadering tot een inferno kan leiden.

Kietelen onder kin van islam

Anders gezegd: probeer je een islamitische Muskens voor te stellen. Inderdaad, dat lukt niet. Een imam die het prima vindt als Allah door het leven gaat onder de naam ‘God’? Zelfs als die bestaat, houdt hij zijn mening voor zich. Hij kijkt wel uit, een fatwa is zo uitgesproken.

Zolang dit de krachtsverhoudingen zijn kan de oecumenische verklaring gerust geschrapt worden. Een dialoog voer je op basis van gelijkwaardigheid en daarvan is geen sprake. Nee, beschouw het onder de kin kietelen van de islam liever als een poging van de godsdienst van gisteren om een wit voetje te halen bij de godsdienst van morgen.

Secularisering als het Sodom en Gomorra

Toch is het paaien niet enkel te herleiden tot een strategische beslissing.  Minstens zo belangrijk is de overweging die je zou kunnen samenvatten als: de vijand van mijn vijand is mijn vriend. Christenen zien de manier waarop de islam zich teweer stelt tegen de secularisering en denken samen op te kunnen trekken tegen deze maatschappelijke kracht, die hen een doorn in het oog is.

Echt concreet wordt de klacht zelden, maar één ding staat vast: secularisering is heel erg. De term heeft dezelfde functie als Sodom en Gomorra in bijbelse tijden. Hierin komt alles samen wat er niet zou deugen aan de samenleving waarin godsdienst is teruggedrongen naar de privésfeer.

Pronkveren van de pauw

De Kesel is nog mild als hij moderne samenleving ‘slechts’ typeert als een oord dat aanzet tot zelfzuchtigheid en navelstaarderij (en vanzelfsprekend verschijnt bij hem het geloof als de remedie). Bij de paus daarentegen gaan de remmen los als hij de westerse maatschappijen maar weer eens hekelt. Zo ook  afgelopen najaar, toen hij vond: “Zolang de god van het geld in het centrum van de wereldeconomie staat en niet de mens, man en vrouw, is dit het eerste terrorisme.”

‘In het Egypte van de imam zijn koptische christenen hun leven niet zeker’

‘In plaats van het moslimterrorisme’, worden we natuurlijk geacht daar onmiddellijk bij te denken. Zie de baas van de katholieke kerk hier de islam het hof maken, opzichtiger baltsgedrag is nauwelijks mogelijk. Als hij een pauw was geweest had hij nu zijn pronkveren helemaal opgezet.

Chrislam

Het blijft niet enkel bij woorden. Eerder dit jaar liet de paus zich in innige omhelzing fotograferen met de imam van de Al-Azhar moskee in Caïro, Sheikh Ahmed al-Taybed. Het tafereeltje moest ter illustratie dienen van zijn overtuiging dat uiteindelijk het christendom en de islam best kunnen worden samengevoegd. De ‘chrislam’ als nieuwe wereldgodsdienst.

De kus die de paus Franciscus kreeg van Sheikh Ahmed al-Taybed zou bij nader inzien weleens een judaskus kunnen blijken. De vijand (de islam) van zijn vijand (de goddeloze samenleving) is namelijk níet de vriend waarvoor hij hem houdt. Om het bij één voorbeeld te houden: in het Egypte van de imam zijn koptische christenen hun leven niet zeker. Hun kerken worden platgebrand en geloofsgenoten ontvoerd.

Egyptische toestanden

Dus hoezo wereldgodsdienst? En ook dat bondgenootschap waarover De Kesel mijmert, bestaat enkel op papier. Ja, zowel het christendom als de islam vallen onder de noemer ‘geloof’ en dan is de verleiding groot om te denken dat er automatische sprake is van eensgezindheid. Van de veronderstelde verbroedering is in de praktijk echter geen sprake – niet in het buitenland, maar ook niet dichterbij huis.

In Europese asielzoekerscentra spelen zich ‘Egyptische toestanden’ af. Onlangs deed pastoor Mahin Mousapour een boekje open over de situatie in Duitsland:

 

“Speelgoed van christelijke kinderen wordt kapotgemaakt, christelijke asielzoekers moeten niet alleen hun servies afwassen na het eten maar ook de hele keuken schoonmaken omdat het anders ‘onrein’ zou zijn. Veel islamitische asielzoekers noemen álle christenen onrein. Kerkdiensten worden in het geheim gehouden, bijbels en crucifixen moeten worden verborgen.”

 

Ik weet dat de christenen vinden dat we onze andere wang moeten toekeren, maar op een zeker moment is het incasseringsvermogen uitgeput, zou je zeggen. Maar niet dus, het gelonk blijft doorgaan. Hier wreekt zich de afkeer van de seculiere samenleving onder christelijke leiders. Deze zorgt ervoor dat ze op het verkeerde paard wedden.

Debunken van secularisme

Een riskante strategie. Die is namelijk gebaseerd op de aanname – of is het hoop? – dat de toekomstige religieuze meerderheid christenen hun vrijheden wel zal gunnen als er maar genoeg toenadering wordt gezocht. Maar wat als die hoop ijdel is? De voorbeelden hierboven laten zien dat dit geen denkbeeldig scenario is.

Hoe moet het dan wel? Stop met het gemakzuchtige debunken van het secularisme,  bijvoorbeeld als er weer eens een aanslag heeft plaatsgevonden. Je kunt dan wachten op de theoloog die van de gelegenheid gebruik maakt om een sneer uit de delen. Zoals vorig jaar toen er in het Nederlands Dagblad (5 december 2015) stond:

 

“De Parijse aanslagen vonden plaats in het uitgaansgebied, op vrijdagavond. Ze kunnen uitgelegd worden als een kritiek op het hedonisme van onze cultuur die speelt met dood en duivel en leeft in het moment. Waar is het respect voor God, waar de moraal, waar het besef dat deze wereld meer is dan toeval?”

 

Natuurlijk kun je de seculiere samenleving terugbrengen tot een poel des verderfs. Maar zo misken je dat deze maatschappijvorm principes waarborgt zoals de scheiding tussen kerk en staat en de vrijheid van godsdienst. Dat zijn ongetwijfeld hinderlijke dingen als je deel uitmaakt van de dominante godsdienst, zoals het christendom dat lang was. Maar je profiteert ervan als de meerderheid van weleer slinkt. In één zin: als christenen ook in de toekomst hun geloof kunnen uitoefenen is dat dankzíj de seculiere samenleving en, zo lijkt het, ondánks de islam.