De Marxistische retoriek van ‘inclusie’ is communisme 2.0

12-12-2016 22:29

Heden ten dage regeert de hip klinkende term inclusie over hogescholen en universiteiten. Behoudens de ‘harde wetenschappen’ is de inclusiegedachte gemetastaseerd naar zowat alle studierichtingen. Educatieve projecten, themadagen en zo meer, staan in het teken van het door inclusiepropagandisten gepromote ‘inclusieve denken’. Scholen zijn niet meer of niet minder geworden dan uitdragers van het ‘lief communisme’ dat onder de naam inclusie in de hoofden van talloze jongeren wordt gepompt. Centraal in dit denken staat de stelling dat de maatschappij de voorwaarden dient te creëren om ‘ieder1’ te laten deelnemen aan de samenleving. Het wekt allicht geen verbazing dat met name social justice warriors zich bedienen van deze als inclusie verpakte marxistische leer.

Lees je de bijzonder simplistische theorieën die aan voorvechters van inclusie ontspruiten, dan bekruipt je meteen een onbehaaglijk gevoel. Het ‘wegnemen van drempels’, het ‘primaat van de samenleving’ en de ‘structurele uitsluitingsmechanismen’ die in elke paragraaf, zo niet in elke zin, voorkomen, doen al vermoeden uit welke richting de wind waait. Merk daarenboven op dat mensen, of groepen mensen, volgens inclusiedenkers ‘onvoorwaardelijk’ (!) moeten kunnen participeren aan de samenleving en je beseft onmiddellijk dat je hier met een utopistisch en derhalve potentieel gevaarlijke denkrichting te maken hebt.

Marxistische retoriek

Heel verrassend is dat niet. Het inclusiejargon staat bol van de marxistische retoriek zoals die nu al enkele decennia via hogescholen, universiteiten en media wordt verspreid. Ook de rabiate gelijkheidsdwang verraadt het ideologisch keurslijf waarin het inclusiedenken vervat zit. Het ganse systeem (want dat is het uiteindelijk) ademt demagogie en gedachtecontrole. Alles is erop gericht om de jonge en goedgelovige geest tot een goed gekneed instrument voor de sociale rechtvaardigheidsstrijd van perfide ideologen om te toveren.

Waar het inclusiedenken uiteindelijk toe zal leiden (en momenteel al leidt), is een van regeltjes en hysterische politieke correctheid doordrongen samenleving. Inclusie is dan ook vooral een ideologie. Het binaire denken (inclusie versus exclusie), eigen aan de inclusie-ideologie, zorgt voor een tweedeling tussen mensen. De ‘goeden’ omarmen inclusie, de ‘slechten’ verwerpen het. Stel je je vragen bij safe spaces, genderneutrale toiletten, de gelijkwaardigheid van culturen of wat dan ook? Dan ben je niet inclusief bezig. Je sluit mensen uit. Je behoort, met andere woorden, tot de ‘slechten’.

Inclusiekampioen Trudeau

De inclusiekampioen van het moment is de Canadese president, Justin Trudeau. De samenstelling van Trudeau’s regering weerspiegelt de gekunstelde en geforceerde wijze waarop inclusieradicalen de samenleving wensen vorm te geven. Een naar Canada geïmmigreerde Sikh zetelt er naast iemand in een rolstoel, kwestie van de zo bejubelde diversiteit van de samenleving in de verf te zetten. En uiteraard telt de regering evenveel vrouwen als mannen, want stel je voor (!). Onbedoeld weerspiegelt Trudeau’s regeringssamenstelling vooral ‘s mans zelfvoldaanheid.

Wars van enige realiteitszin, voorbij gaand aan de menselijke natuur en doordrongen van een rotsvast geloof in de menselijke maakbaarheid, effenen de Trudeaus van deze wereld het pad voor pilaarbijtende engerds die hun ideologische fixatie ten alle prijze aan de mensheid willen opdringen. ‘Power is in tearing human minds to pieces and putting them together again in new shapes of your own choosing’, schreef George Orwell in zijn bijzonder actueel aandoend 1984. Het citaat geeft perfect weer wat er gaande is in westerse samenlevingen.

Nieuwe profeten

Laat mij besluiten met te stellen dat Fukuyama ongelijk had. Ideologieën zijn niet dood. Ze zijn meer ondergronds gegaan en bedienen zich van een modern jargon. Lag de brute wijze waarop nazi’s en communisten hun ideologie er bij de bevolking instampten nog dik op, hun hedendaagse nakomelingen bedienen zich van veel sluwere methoden. Inspelend op het goedkoop sentiment waar de westerse mens zo gevoelig voor is geworden, doet de inclusieradicaal aan subliminale mind control. Toverbegrippen zoals empathie, warme samenleving, opportuniteiten zien en uiteraard inclusie, moeten de in se totalitaire agenda verhullen die aan dit communisme 2.0 ten grondslag ligt.

Net zoals het gros van de nazi’s en de communisten dacht, menen volgelingen van het inclusieve denken een patent te hebben op de toekomst. Indien we willen leren uit het verleden, moeten we zeer op onze hoede zijn voor ideologieën die menen de ‘Waarheid’ in pacht te hebben. Aan jongeren wordt wijsgemaakt dat de enige manier waarop de samenleving van de toekomst kan worden gesmeed, er een is waarin het inclusieve denken een conditio sine qua non is. De grote roergangers van het inclusieve denken, nooit verlegen om zichzelf in het kamp der moreel beteren te plaatsen, prediken hun leer als waren ze profeten.

Zoals men in Vlaanderen pleegt te zeggen: ‘als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen.