Recensie

De eeuwige cultplaat van sixtiesband July

18-08-2017 21:02

Doorgaans zijn de platen die worden omschreven als miskend meesterwerk amper het aanhoren waard. Superlatieven alom, herontdekking van de eeuw, u kent het wel. Ook over July zijn de anekdotes in de loop der jaren bekender geworden dan de muziek. Zo gaf men in 1968 een concert in de toenmalige undergroundclub Roundhouse, samen met een andere “up and coming band”. Nadat July haar optreden had beëindigd vroeg de dj van dienst of ze niet nog een set wilden spelen. Reden om een andere groep die op dat moment op het podium stond, te vragen of ze eerder wilden stoppen. Volgens hem omdat het publiek er niks aan vond. De band die voortijdig werd heengezonden was Pink Floyd.

Nederig meesterwerkje

Het debuut van July behoort tot de meest gezochte lp’s in de popmuziek. Voor een originele persing betaal je algauw rond de 2000 euro. July had het in zich om heel groot te worden, maar kreeg plots bezoek van ene Murphy en zijn geen-speld-tussen-te-krijgen Wet. Er was veel te weinig studiotijd geboekt en kort na de release van het album ging tot overmaat ramp de platenmaatschappij failliet. Aan de muziek heeft het niet gelegen. Het album staat vol met fraaie, psychedelische pareltjes. Ze doen denken aan de eerste Pink Floyd lp, vermengd met het studio-experiment van The Beatles op Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band.

Zomaar was daar ineens in ’68 dit nederige meesterwerkje. Zo bescheiden van karakter dat niemand het kocht. Elke song scherpzinnig, een tikje sophisticated, uiterst muzikaal en inventief. Wellicht beschikte July over te weinig charisma om zich staande te houden tussen de grote namen van dat moment. Een van de zangers, Tom Newman, schopte het nog tot producer van een klassieker die wel iedereen kende en kocht: Tubular Bells van Mike Oldfield. Maar hij mag natuurlijk trotser zijn op de plaat die hij maakte met July.

July – July (Major Minor/Parlophone/Music On Vinyl 1968/2017)