‘Gesubsidieerde kenniscentra zijn vehikels voor sharia-adepten’

14-09-2017 19:23

De grens tussen het gros der journalisten, activisten, docenten, antiracisten, feministen, politici en andere influencers, is in de loop der tijden vervaagd. Allen denken ze hetzelfde, wensen ze hetzelfde en propageren ze hetzelfde. In het kader van de toenemende islamisering onzer contreien, kan het geen kwaad eens nader te bekijken op welke subliminale wijze deze onontwarbare knoop van Gordius de strop rond onze nekken strakker aanspant.

Surfen op de tweede feministische golf

Kent u RoSa, het Belgische  ‘kenniscentrum voor gender en feminisme’? Wellicht niet, maar geen nood. U kunt het googelen. Dan komt u op de website terecht.

‘Maar waarom zou ik nu naar zo’n onnozele feministische website surfen?’, hoor ik u denken. Ik begrijp het, er zijn wel leukere zaken om je mee bezig te houden.

En toch. Het loont de moeite om nu en dan eens op de tanden te bijten. Het lezen van opinies of zaken die indruisen tegen je eigen ideeëngoed verruimt niet alleen je horizon, het wapent je ook tegen de soms subtiele en slinkse truken die policormensen uithalen om mensen aan hun kant te krijgen. Bovendien helpt het om de malaise van onze huidige beschaving beter te begrijpen.

Engagement en subsidies: hand in hand naar een betere wereld

RoSa werd opgericht in 1978, tijdens de zogenoemde ‘tweede feministische golf’, die wordt gesitueerd in de periode 1960-1980. Cravend naar subsidies, zoals geëngageerde organisaties weleens plegen te zijn, bleek de voornaamste bekommernis van de femi-strijders vooral het binnenrijven van steeds meer subsidies, ‘om een moderne bibliotheek te kunnen bekomen, passend bij een kenniscentrum van ons kaliber.’

Politiek en media die – in dezelfde periode waarin de tweede feministische golf een betere wereld hielp creëren – meer en meer bevolkt raakten met lieden die in de tweede feministische golf actief waren, fungeerden steeds meer als gewillige subsidie-doorsluizers en kritiekloze volgelingen van omhooggeklommen activisten van de tweede feministische golf. Activisten werden politici, politici werden feministen en antiracistische fascisten werden antifascisten.

Met het bevolken van politiek en media met pionnen die over alles hetzelfde dachten, stierf meteen ook de kritische journalist (een verworvenheid van de ‘kritische theorie’ van de toen populaire Frankfurter Schule, die elk vleugje kritische zin in potentiële journalisten leek weg te vagen.)

Mainstream media ontberen een kritisch vergrootglas

De kennisdeling waarover kenniscentra-met-een-missie zoals RoSa zich zo gul ontfermen, werd dan ook zo goed als nooit aan enige kritische bedenkingen blootgesteld. Tuurlijk niet, want consensus was the new black. RoSa kon, net zoals tal van andere filantropische kenniscentra, doorheen de jaren groeien en bloeien. Haar credibiliteit groeide mee, nimmer ondergraven door stoute misantropen die het zouden wagen een goedmenende organisatie zoals RoSa onder een kritisch vergrootglas te bekijken.

Nochtans is een kritisch vergrootglas broodnodig, al was het maar om een inkijk te krijgen in datgene wat men de jeugdige mens zoal in de hersenpan tracht te proppen. De jeugd is de toekomst, zo wordt gezegd. ‘Soo d’oude songen, soo peepen de ionge’, is echter evenzeer van toepassing. Dus laat ons eens kijken naar wat het kenniscentrum RoSa zoal te bieden heeft (behoudens workshops waaraan mensen die hun genderbewustzijn willen verruimen voor ongeveer 200 euro kunnen deelnemen.)

Een genderbewuste steekproef

‘RoSa bespreekt: Interrogating harmful cultural practices: gender, culture and coercion’, is de hoofding van een boekbespreking over vrouwenbesnijdenis die u terugvindt op de website van RoSa. De teneur van het artikel (ik had evengoed een ander artikel van de website kunnen plukken) verraadt onmiddellijk de ideologische invalshoek die het kenniscentrum RoSa hanteert. Zinnen zoals: ‘het is vanuit westers oogpunt echter gemakkelijk om bepaalde culturele gebruiken te gaan veroordelen’, of iets verderop in de tekst: ‘In landen van het rijke Noorden worden echter ook schadelijke gebruiken in stand gehouden’, geven de teneur weer die eigen lijkt te zijn aan dit soort kenniscentra: wij-bakken in combinatie met een ongebreideld cultuurrelativisme. Dit alles wordt, uiteraard, verkocht als ‘objectieve informatie’.

U vindt op de website ook een hoofding ‘anti-feminisme’ terug. Daar wordt verwezen naar anti-feministische bewegingen en websites. U denkt dat daar wel enkele verwijzingen zullen staan naar onder meer islamitische websites of organisaties?

Denk opnieuw

De enige verwijzingen die u zult terugvinden zijn die naar “blanke” organisaties en websites, die het aandurven zich vragen te stellen bij het de spuigaten uitlopende femi-gedram.

Vergeet niet dat RoSa een door de overheid gesubsidieerd medium is, één van de tig media die mensen moeten informeren over ‘gender en feminisme’. Maar niet enkel dát is RoSa, het is ook een website/kenniscentrum waarnaar in hogescholen en universiteiten hier te lande erg vaak verwezen wordt, als zijnde een objectieve en gedegen organisatie. Geen fake news bij RoSa, dus!

Studenten, doorgaans bekend om het groen achter hun oren en hun nogal lichtgelovige inborst, halen dus hun informatie uit en vormen hun werelbeeld naar de ideologische beginselen die de mensen achter organisaties zoals RoSa aanhangen. Niet echt beseffend dat de ideologische beginselen van diegenen die achter het kenniscentrum zitten niet noodzakelijk ‘waar’ hoeven te zijn, lepelen de studenten het soms demagogisch aandoende jargon dat bol staat van de door policoristen platgereden paden, naar binnen.

Dat voornamelijk social science-departementen sterk teren op dergelijke ‘objectieve’ websites, wekt geen verbazing. Vaak zijn de docenten daar rechtstreeks gelinkt aan de websites en informatiebronnen waarnaar ze hun studenten doorverwijzen. Andere websites zijn uiteraard vuig en subjectief, daar heb je als social science-student niks te zoeken.

Verstrengelde belangen: politiek-onderwijs-media-politiek-onderwijs…

Waarom nu is het kritisch bekijken van kenniscentra zoals RoSa zo belangrijk? Wel, omdat er niet alleen bedenkelijke, maar tevens perfide mechanismen achter schuilgaan. De ongezonde belangenverstrengeling die eigen is aan organisaties waar mensen aan te pas komen, speelt ook een belangrijke rol in de organisatie van RoSa. Kenniscentra zoals RoSa worden gesubsidieerd door de overheid, bemand door docenten van doorgaans linkse denominatie, die niet zelden ook weer gelinkt zijn aan bepaalde politieke partijen/ideologieën, enzovoort.

De niet te onderschatten invloed van dergelijke kenniscentra stuwt bovendien talloze toekomstige sleutelfunctie-bekleders in de richting van een verderztting van faliekante beleidvoering. Gepokt en gemazeld in een narratief dat met de realiteit geen uitstaans heeft, zullen de studenten van nu die de beleidsmensen van de toekomst zijn, de ons bekende wereld definitief over de rand van de afgrond duwen.

Dat proces is nu al even gaande, met de complete walk-over van de instellingen door cultuurmarxisten-die-niet-beseffen-dat-ze-cultuurmarxisten-zijn. Ogenschijnlijk onschuldige kenniscentra zoals RoSa spelen in dat opzicht misschien niet de hoofdrol die de siamese tweeling politiek/media speelt, ze figureren wel degelijk in het komisch-dramatische theaterstuk getiteld: de neergang van het Westen.

Bloeiende kenniscentra en een groeiende islam

Bekijken we de meest actuele problematiek, en dat is de islam, dan zien we hoe overheden en media ons keer op keer een rad voor ogen draaien. Het inzicht in de dubieuze rol van het duümviraat ‘overheden en media’ wordt intussen min of meer breed gedeeld. Al was het maar dankzij de invloed van de sociale media.

Hetgeen ertoe leidt dat er totaal foute maatregelen worden genomen tegen moslims en hun niet-aflatende eisenbundels, echter, wordt niet altijd even goed onder de loep genomen. Waarom toch die constante toegeeflijkheid ten opzichte van een orthodoxe ideologie die het begrip toegeeflijkheid geeneens kent? Net hier komt de rol van gesubsidieerde kenniscentra zoals RoSa om de hoek kijken.

Een taalkundige trompe l’oeuil

Zeker, er zijn verschillende verklaringen voor de westerse impotentie ten opzichte van de islam. Cultureel marxisme, postmodernisme, zielloos pacifisme en noem maar op: allemaal spelen ze een rol van betekenis. Wat óók een rol van betekenis speelt, is het ideologisch gif dat zich via hogescholen, universiteiten en de daaromheen orbiterende “kenniscentra” meester maakt van de hersenen der talrijke studenten. En dát gif wordt mede verspreid door kenniscentra zoals RoSa. Het ontmoedigende aan dit alles is dat deze centra van kennis aan de man worden gebracht als waren het tempels van de Waarheid, heilige instituten waarover mensen zich maar geen vragen hoeven te stellen.

Heel wat docenten die zich rijkelijk bedienen van het ideologisch jargon der politieke correctheid en hun leerlingen doorverwijzen naar “objectieve” kenniscentra genre RoSa, prediken gelijkheid. En de voor idolatrie ontvankelijke jongvolwassenen-die-diversiteit-hoog-in-het-vaandel-dragen, slikken de equality-praatjes van de profeten-docenten als zoete koek.

In de praktijk blijkt de equality die dergelijke docenten propageren, voor interpretatie vatbaar. Sommige pigs zijn tenslotte more equal dan others. Maar om de onoverbrugbare kloof tussen de islam en onze westerse samenlevingen te overbruggen moeten de als feministen verklede voorposten van de islamitische krijgsheren toch wel écht diep graven. De geïnteresseerde lezer kan enkele pareltjes van ontkenningsfeminisme terugvinden in de talrijke artikels die op de website van RoSa terug te vinden zijn.

Het kunnen van de feministen-docenten-politici-activisten die  RoSa vormgeven, wordt op de spits gedreven en hun vindingrijkheid uitgedaagd. ‘The sky is the limit’ wordt tot een mantra voor pussy’s gedegradeerd en taalvaardige neofeministen schoppen het tot wegbereiders van een nieuwe wereld, vaak in de antropomorfe vermomming van docent of professor. Naast het ontvangen van subsidies vormt het creatief omspringen met de werkelijkheid bijgevolg een leuke bezigheid van auteurs die hun wijsheden met kenniscentra wensen te delen.

Gras afrijden, tot er enkel een dorre vlakte overblijft

De rekkelijkheid van het gelijkheidsbeginsel openbaart zich in de wonderlijke theoretische constructies die de equality-warriors oprichten, constructies die de eigenschap bezitten om door middel van taalkundige trompe l’oeuils wat krom is recht te zetten en wat recht is krom te trekken. Klassieke islamitische gebruiken zoals een strikte scheiding tussen mannelijke en vrouwelijke domeinen (die laatste iets beperkter in omvang dan de eerste) worden met behulp van toverzinnen ge-Escherd, tot er een landschap overblijft waar boven onder is en onder boven. Er wordt bijgevolg stevig ‘ge-essentialiseerd’, ‘ge-gulturaliseerd’, ‘ge-intersectionaliseerd’, ‘ge-(een klassieker)kolonialiseerd’ enzovoort. Tot er één grote dorre vlakte overblijft

De ironie en in feite ook de tristesse van dit ganse verhaal is, dat voornamelijk vrouwen blijken bezig te zijn met het wegmaaien van het gras voor hun voeten. Social science-departementen worden namelijk vooral bevolkt door mensen die van de natuur een feminien geno- en fenotype hebben toebedeeld gekregen.

Zelfkastijding

Kenniscentra zoals RoSa spelen een een-tweetje met de politieke wereld, de media en het onderwijs. Zij allen vormen de knoop van Gordius die ik aan het begin van dit stuk aankaartte. De lui die al deze instellingen bevolken, geven blijk van een grote mate van empathie tegenover krachten die hun neergang zullen betekenen. Als eenentwintigste-eeuwse flagellanten bedelven deze neofeministen zichzelf onder mea culpa’s en white guilt-retoriek, instrumenten die binnen afzienbare tijd plaats zullen maken voor textiel en zwepen. Want wees maar zeker, als wegbereiders voor een islamitische maatschappij kunnen moslims zich geen betere bondgenoten wensen dan neofeministen.

In de staart van de boekbespreking die ik hierboven heb aangehaald (over vrouwenbesnijdenis), zit het venijn. ‘We’ (de westerling) ‘moeten afstappen van een top-down benadering’ en, hoe kan het ook anders, ‘werken aan een inclusief beleid.’ Lees: ‘Wij, neofeministen, hebben het vertikt het haar onder onze oksels af te scheren, het haar op onze tanden echter zijn we al lang kwijt. Omdat we totaal geen verhaal hebben tegen dominante culturen die geen inmenging dulden en omdat we onszelf toch in een waas van geloofwaardigheid moeten hullen, kiezen we ervoor om containerbegrippen zoals inclusiviteit te hanteren, een deksel dat op elk potje past.’

Geen nood, geachte neofeministen, binnenkort zullen jullie aan den lijve ondervinden wat masculiene daadkracht betekent. Eenmaal de politieke wereld definitief gekanteld is en voluit voor de pletwals van de islam heeft gekozen, kunnen jullie aanschouwen hoe ‘cultureel relativisme’ en ‘inclusie’ samen met jullie ten onder zullen gaan.