Recensie

Recensie: Anthony DeCurtis volgt Lou Reed kritisch maar met mededogen

05-12-2017 12:20

Lou Reed schreef een groot aantal van de meest ontroerende liedjes aller tijden. Neem Perfect Day. De mooie dag met het meisje begint onschuldig en lieflijk, maar eindigt in een zelfbekentenis die naar de keel grijpt: “you made me forget myself, I thought I was someone else, someone good”. Biograaf Anthony DeCurtis merkt op dat deze regels “huiveringwekkend blootleggen dat Reed naar een gewoon leven hunkerde, al had hij zich overgegeven en verlustigd aan gedragingen, stijlen en milieus die juist bedoeld waren om conventionele waarden op te blazen”.

Zelden is er in de popmuziek iemand geweest die zich zo in de kaart liet kijken als Lou Reed. Wanneer hij zong over anderen mengde hij deze verhalen met gebeurtenissen uit zijn persoonlijke leven. Meestal recht voor de raap, cynisch en grimmig. Lou Reed was de eerste in de popmuziek die teksten schreef over drugsverslaving, travestie en sadomasochisme. In de jaren zeventig had hij een relatie met de transseksueel Rachel.

In de knoop

Rolling Stonejournalist DeCurtis ontmoette en interviewde Reed meerdere malen en sprak uitgebreid met vroegere echtgenotes, jeugdvrienden, muzikanten en ex-vriendinnen. Onder hen Shelly Albin. Over haar gaan de klassiek geworden ballads I’ll Be Your Mirror en Pale Blue Eyes. Maar DeCurtis gaat ook serieus en nauwgezet in op betekenis en context van alle albums en diverse songs. Met name de lawaaiplaat Metal Machine Music krijgt ruim aandacht, evenals het ondergewaardeerde Legendary Hearts. De auteur ontdekte talloze aanwijzingen in teksten en muziek van Reeds grote liefde voor rhythm & blues en doo-wopmuziek. Vanzelfsprekend komen ontstaan en ontwikkeling van de Velvet Underground ter sprake. De invloed van Delmore Schwartz wordt eveneens uitvoerig belicht. “He was the first great man that I had ever met”, zong Reed ooit onomwonden over de dichter die hij tevens als zijn mentor beschouwde. Reed zelf had de nodige twijfels over de kwaliteit van zijn eigen werk, dat hij soms publiekelijk afwees en later net zo makkelijk de hemel in prees.

Want Lou Reed was dus vooral iemand die met zichzelf en met zijn omgeving in de knoop lag. In het boek komt een parade langs van stemmingswisselingen en woedeaanvallen, paranoïde trekjes en neiging naar depressie. Tussen Reed en zijn ouders is het nooit meer goed gekomen nadat ze hem op jonge leeftijd een elektroshocktherapie lieten ondergaan. Vanaf dit voor hem traumatische voorval, koesterde hij een groot wantrouwen jegens alles en iedereen en dat 24 uur per etmaal. Luister voor de aardigheid maar eens naar zijn tirades op de live-lp Take No Prisoners. Het pleit voor DeCurtis dat hij zijn onderwerp kritisch op de voet volgt, maar ook met begrip en mededogen. Al lezend gaat de tragiek van Lou Reed de artiest, de mens, zelfs de dwangmatige controlefreak, toch in je hoofd zitten; net als zijn beste songs. Wat hierbij helpt is de uitstekende Nederlandse vertaling, die bovendien opvalt wat betreft vormgeving: op de gitzwarte cover Reeds hoofd verborgen achter het donkere glas van een pilotenzonnebril. Elke bladzijde versierd met een rouwrandje.

Ego en twijfels

Ontluisterend zijn de gesprekken die DeCurtis voerde met Rob Bowman. De gelauwerde muziekhistoricus kreeg de opdracht om in samenwerking met Reed een boxset samen te stellen. Ze raakten zelfs bevriend met elkaar. Voor zolang het duurde tenminste, want de wispelturige New Yorker kon je zomaar als een baksteen laten vallen. En inderdaad. Lange tijd leek er geen vuiltje aan de lucht, totdat Reed zich plots niet kon vinden in de keuze van de archiefopnamen en de in zijn ogen te kritische essaybijlage. Zelfs het raadplegen van muzikanten waarmee hij had gewerkt wekte argwaan. Op hoge toon eiste de zanger van zijn platenmaatschappij meer zeggenschap over de uitgave. DeCurtis beweert dat dit de reden is waarom Between Thoughts And Expression voor iemand van Reeds status een tamelijk doorsnee uitgave werd. Zonder kritische kanttekeningen en zonder veel van de oorspronkelijk bedoelde archiefopnamen.

Volgens DeCurtis had de mede-oprichter van de Velvet Underground commercieel gezien veel meer uit zijn carrière kunnen halen, maar zaten zijn ego en twijfels hem meer dan eens in de weg. Van marketingplannen was hij meestal niet gediend. Toen hij een keer een muziekwinkel binnenstapte en zag dat er geen posters hingen van zijn nieuwe album, ging het enfant terrible over de rooie. Dan kreeg een medewerker van de platenmaatschappij per telefoon een scheldkanonnade over zich heen. Uitgerekend op het moment dat deze een zondagmiddag doorbracht met zijn gezin.

Een publiek geheim was ook een conflict met John Cale tijdens de reünie van de Velvet Underground. Oorzaak was een vermeend geschil over auteursrechten en het leiderschap dat Reed zich wilde toe-eigenen. En telkens moest zijn toenmalige echtgenote en manager Sylvia Morales de vuile klusjes opknappen. Cale liet haar fijntjes weten dat zij weliswaar de manager was van Lou Reed maar niet van de Velvet Underground.

De nachtburgemeester van New York

Kenmerkend zijn nog twee andere voorvallen. Toen Bowman en de chroniqueur van de zelfkant in de rij stonden voor een pinautomaat (!), maakte deze veel misbaar over een zwerver die in de voorhal de vrieskou wilde mijden. Tot verbijstering van Bowman liep Reed naar binnen om zich te beklagen bij een bankmedewerker over de aanwezigheid van de zwerver. Of deze onmiddellijk verwijderd kon worden, hetgeen inderdaad gebeurde. Een andere kant kwam tot uiting tijdens een signeersessie. Toen fans hem vertelden hoe belangrijk zijn teksten voor hen waren, raakte hij hierdoor zo geroerd dat hij na afloop in snikken uitbarstte.

Zo balanceerde het leven van de schrijver van Perfect Day tussen pijn en plezier. Veel geïnterviewden beweren dat hij gebukt ging onder eenzaamheid en zijn angst om alleen te zijn. Toch vertellen de weinige echte vrienden die hij had dat ze altijd konden rekenen op zijn steun en gastvrijheid. Zo bezocht Reed dagelijks het sterfbed van een doodzieke Sterling Morrison (ex-Velvet Underground).

Het veelbesproken huwelijk tussen de nachtburgemeester van New York en kunstenares Laurie Anderson, was minder idyllisch dan menigeen dacht. Anderson werkte jammer genoeg niet mee aan dit indrukwekkende eerbetoon in boekvorm. Uit gesprekken die DeCurtis voerde met mensen die bevriend waren met het stel, wordt duidelijk dat Reed zich bij haar voor het eerst gelukkig en op zijn gemak voelde. Des te schrijnender dat juist in die tijd zijn gezondheid achteruit ging. Toen hij in 2011 met Metallica werkte aan het beruchte Lulu wist bijna niemand dat hij al ernstig ziek was. Twee jaar later werd een langdurige leveraandoening hem fataal. Geheel in lijn met zijn onberekenbare karakter en muziek nam Lou Reed afscheid met een van zijn meest omstreden albums.

Anthony DeCurtis – Lou Reed De Biografie (Unieboek/Spectrum 2017)