Open-mindedness als eindpunt van de menselijke vooruitgang

17-12-2017 23:10

Open-mindedness’, u heeft het woord allicht al meermaals mogen horen of lezen. Een open-minded persoon stelt zijn of haar geest open voor nieuwe dingen. Zomaar, onvoorwaardelijk. Dus ook als die nieuwe dingen bijna instinctmatig een bepaalde huivering of zelfs weerzin teweegbrengen in de geest van diegene die ze toelaat.

De afschaffing van slavernij (in het Westen), het toekennen van stemrecht aan vrouwen (in het Westen), het erkennen van andersgeaarden (in het Westen), het gelijkwaardig behandelen van psychiatrische patiënten (in het Westen) en je lichaam van piercings en tattoos voorzien (ook in Papoea-Nieuw-Guinea) vormen enkele van vele voorbeelden die getuigen van de open-mindedness van de westerse wereld tegenover zaken die lang niet altijd, laat staan overal, als normaal worden beschouwd.

Des te specialer is dan ook de kritiek van zelfverklaarde activisten op de onderdrukkende en engdenkende westerling. Die lijkt, ondanks alle verworvenheden van de afgelopen eeuwen, nooit iets goed te doen. Een mens kan blijkbaar niet ruimdenkend genoeg zijn.

De goedmens-in-de-straat

Nu is een zekere openheid van geest niet altijd slecht en nu en dan zelfs noodzakelijk. Maar zoals met zoveel andere zaken, is ook het begrip ‘ruimdenkendheid’ in ons tijdsbestek helemaal van het padje afgeweken. De slinger slaat door. Ruim-denken is in de plaats gekomen van na-denken. Open-mindedness is als een afgod voor wiens altaar de hedendaagse westerling moet knielen. Levens worden vormgegeven op basis van het totaalconcept ‘ruimdenkendheid’, als was het een leer.

Daar is ongetwijfeld een goede reden voor. Dewelke dat is blijft in duister gehuld. Het heeft waarschijnlijk een en ander te maken met cultuurmarxisme, oikofobie en verloren vijzen.

Hoewel, in een tijd van existentiële leegte zijn verklaringen zoals cultuurmarxisme of oikofobie misschien zelfs te vergezocht of te hoog gegrepen. Niet dat ze geen rol spelen, maar op het niveau van de goedmens-in-de-straat spelen voorzeker alles-en-nietszeggende begrippen een rol.

Een nobody kan zijn of haar leven opwaarderen middels gebruikmaking van begrippen als ‘inclusie’, ‘feminisme’, en ‘een open geest’. Al was het maar omdat die de gebruiker ervan opwaarderen in een wereld waarin een inclusief imago deuren kan openen. Anne Fleur, iemand?

Ruimdenkendheid ademen

Ruimdenkend zijn wordt tegenwoordig zowat beschouwd als de Alfa en de Omega van het menselijk bewustzijn (in het Westen). Je mag je bezondigen aan wat dan ook – je houdt van sadomasochisme, je houdt van swingen (ik heb het niet over dansen, hoewel dat er deel van kan uitmaken), je houdt als man van jezelf schminken of je verkleden als vrouw, je houdt er als man of vrouw tal van minna(a)r(s)essen op na, je scheidt van elke vrouw die je drie maanden voordien trouw hebt gezworen, enzovoort – het maakt niet uit. Van anderen wordt bijna automatisch verwacht dat ze met een open mind naar dit alles kijken.

Vrouwenbladen, kranten, blogs e.d.: allen worden ze gekenmerkt door artikels die (vermeende) ruimdenkendheid ademen. Om het even welk thema er wordt behandeld, er met een open mind naar kijken wordt beschouwd als het absolute toppunt van menselijke vervolmaking. Tenzij het thema geen plaats heeft in de wereld van de open geesten.

‘Tu quoque, fili mi’

Want iets minder open worden de geesten van journalisten, wanneer er thema’s worden aangesneden die de grenzen van hun ruimdenkendheid tarten. Critici van massa-immigratie, islam, transgender-gekte, enzovoort, mogen er niet zomaar van uitgaan dat de grenzeloze en onvoorwaardelijke ruimdenkendheid van journalisten ook hén insluit.

De omgang met deze dissidenten, in open-minded kringen bekend als closed minds, heeft een geestvernauwend effect op het anders zo ruimdenkende journaille. Het is alsof de in ruimdenkendheid zwelgende journalisten plots geconfronteerd worden met hun mens-zijn, met hun beperkingen. De open geest van de journalist wordt op zulke momenten onderworpen aan een marteling van jewelste. Het super ego van de ruimdenkende journalist, niet goed wetende hoe met het begrip ruimdenkendheid om te gaan, denkt op dat moment: ‘Tu quoque, fili mi, bezondig jij je ook aan het uitsluiten van andersdenkenden?’ en ‘No pasaran! Deze andersdenkenden komen er niet in!’. Tezelfdertijd! Zoveel tegenstrijdigheden zijn zelfs voor een open-minded journalist teveel.

Ruimdenkende gleichschaltungssoldaat

Het belang van ruimdenkendheid wordt er al vanop jonge leeftijd ingepompt. Schoolboeken excelleren in het gebruik maken van zo verschillend mogelijke rolmodellen. Jan en Piet zijn Sterre en Malik geworden. Papa en mama zijn ‘pluspapa en IVF-mama die een LAT-relatie met elkaar hebben’ geworden, ofwel ‘papa’s’ danwel ‘mama’s’.

Bevlogen leerkrachten met een open geest geven geen les meer op de wijze waarop traditionele en oubollige leerkrachten dat vroeger deden, toen de mensen nog een gesloten geest hadden. Leerlingen van ruimdenkende leerkrachten van inclusieve denominatie nemen geen plaats aan hun schoolbanken, maar wel in een kring. Als het even kan is de klas ingericht als een yogalokaal.

Daar gezeten zingen ze de lof der gelijkheid, een ideaal dat dankzij hun grenzeloze geest die oneindig is zoals het universum, haar culminatie vindt in de implementering van transgendertoiletten. Zo etherisch is de denkwereld van de ruimdenkende gleichschaltungssoldaat, dat zijn kosmische gelijkheidsgolven de negen engelenkoren en de vier ruiters van de apocalyps porren, zodat die in koor de ter hemel opstijging van de ruimdenkende laten bewerkstelligen en bezingen!

‘Tout est possible’

Het kampioenschap ‘ruimdenkendheid’ is in volle gang. Transgenders, sekswerkende robotten en omgebouwde bosjesmannen maken hun opwachting in de drukkerijen van schoolboeken, as we speak. De triomf van de ruimdenkendheid loert om de hoek. Het einde van de westerse beschaving ook, maar iemand met een open mind kijkt daar doorheen.

Omdat ethische overwegingen nu eenmaal een zekere niet-ruimdenkendheid vereisen, worden ze tegemoet getreden met de ‘open-mindednesssleutel’. ‘Kiezen is verliezen’ wordt naar de schroothoop verwezen en ‘tout est possible’ tot nieuw credo verheven. De ‘open-mindednesssleutel’ is een passe-partout, een ‘loper’ waarmee alle deuren kunnen worden geopend, zonder vooraf enige afweging te hoeven maken over hoe opportuun het is om deze of gene deur open te maken. Ruimdenkendheid als eindpunt van de menselijke geschiedenis beschouwen, is een denktrant die zeer typerend is voor de huidige tijdsgeest. Open-mindedness past op 2018 als een sleutel op een slot.

Inclusiedenken

Een voorbeeld? De ‘onvoorwaardelijkheid’, die zo belangrijk is in het inclusiedenken (dé heilsleer voor iemand met een open geest), impliceert geen enkel engagement. Iemand die “anders” is, dient volgens de inclusieleer door de maatschappij zonder enige verwachting of tegenprestatie aanvaard te worden. Lees: de maatschappij is verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van haar instellingen en publieke ruimten. Iedereen moet op gelijkwaardige wijze kunnen deelnemen aan de samenleving. In dit verband worden mensen in een rolstoel vaak opgevoerd als rode loper om ook de tig andere “gediscrimineerde” groepen onvoorwaardelijk te accepteren.

Dus: mensen met andere gebruiken (hoofddoek, niqab, duiveluitdrijving, sjamanistische rituelen,…) dienen “onvoorwaardelijk” toegang te krijgen tot en opgenomen te worden in de samenleving. Ben je hier niet toe bereid, stel je jezelf hier vragen bij of ben je enigszins sceptisch, dan ben je niet inclusief. En vooral, en daarmee samenhangend: dan ben je niet ruimdenkend.

Open-mindedness maakt blind

Nochtans is die zo gevierde afgod ruimdenkendheid ons de das aan het omdoen. En nog niet zo’n klein beetje ook. Het is ruimdenkendheid die de migratiepoorten wagenwijd open heeft gezet, het is ruimdenkendheid die ervoor gezorgd heeft dat Georgetown University (VS) een vak ‘The sociology of Hip-Hop: the urban theodicy of Jay-Z’ in haar leerplannen heeft opgenomen, het is ruimdenkendheid die uit de echt scheiden gemakkelijker heeft gemaakt dan een festivalticket bemachtigen, het is ruimdenkendheid die erin slaagt om in tijden van islamterreur de media te laten berichten over de 0,00000001% genderneutralen die het Westen rijk is.

Ongebreidelde open-mindedness maakt blind. Haar rol als passe-partout heeft haar wellicht haar populariteit bezorgd. Het volstaat te zeggen dat je ruimdenkend bent, om opgenomen te worden in het internationaal gezelschap van juiste denkers. Als Jan modaal hoef je enkel aan te geven dat je met een open geest in het leven staat, om gepromoveerd te worden tot goede burger.

‘Ik heb geconstateerd dat mensen niet van gedachten houden die tot nadenken dwingen’, wist de Poolse schrijver Stanislaw Jerzy Lec ongeveer 60 jaar geleden. Me too, Stanislaw. #Metoo.