De poëziedroom van Adriaan van Dis is al uitgekomen

31-01-2014 17:18

Het is de week van de poëzie. Reden voor De Wereld Draait Door om Adriaan van Dis uit te nodigen, die aan een groep pubers mocht uitleggen waarom poëzie zo mooi is. Toegegeven, hij deed het met passie en overtuigingskracht. Toch was zijn optreden aandoenlijk paradoxaal. Want wie moet zich nu eigenlijk in wiens cultuur verdiepen?

Campert

Van Dis probeerde Janne, Geoffrey en Lotte ervan te overtuigen dat poëzie iets toevoegt aan je leven. De vierde puber, de 17-jarige Mischa, hoefde niet meer overtuigd te worden. Dat kon je zien aan zijn bordeauxrode jasje en zijn kapsel. Hij was bij het gesprek aanwezig om Van Dis te steunen in zijn queeste. Waren er maar meer jongeren zoals Mischa, zal Van Dis gedacht hebben.

Van Dis vertelt dat bepaalde zinnetjes uit gedichten iedereen bijblijven, zoals ‘domweg gelukkig in de Dapperstraat‘, uit een gedicht van J.C. Bloem, een ode aan de stad, boven de natuur.  Hij haalt Remco Campert aan, die het in zijn jonge jaren aandurfde om het woord ‘naaien’ in één van zijn gedichten te gebruiken: “Weet je wat ook zo leuk is, het is ook zo vol geilheid.” De pubers grinnikten ongemakkelijk. De AVRO verbood Campert destijds zijn gedicht op televisie voor te dragen vanwege de explicit content. Verboden volwassenen nu ook nog maar dingen, verzuchtte van Dis, dan was poëzie nog springlevend geweest.

Paradox

Van Dis wil dat de jongeren Campert lezen, de dichter waar hij en zijn generatiegenoten rode oortjes van kregen. Maar net zoals hij niet naar zijn ouders luisterde, zullen de jongeren van nu niet naar hem luisteren.

Het gaat volgens van Dis om een bepaalde abstractie, met weinig woorden heel veel zeggen. Een bepaald gevoel neerzetten, een beeld schetsen met woorden. Daar zouden scholen meer aandacht aan moeten besteden. Maar ondertussen . Er wordt niet gesproken over de muziekstijl die poëzie bereikbaar en aantrekkelijk maakte voor jeugd uit alle klassen van de samenleving. Van Nieuwkerk hint er nog wel even op, maar Van Dis negeert de voorzet.

De paradox in het gloedvolle betoog van Van Dis is niet te missen. Er wordt met geen woord gerept over jongens uit de Bijlmer die rijmschema’s overeen proberen te laten komen met zelfgemaakte of andermans beats. Niet over Eminem, die in de documentaire The Art of Rap uitlegt dat hij geobsedeerd is door lyrische technieken, dat hij in één zin meerdere rijmschema’s probeert te gebruiken, en tegelijkertijd zijn frustratie verwoordt. Niet over Sef, die tijdens een uitzending van de Slimste Mens vertelt dat hij voor zijn hiphop het meest is geïnspireerd door Annie M.G. Schmidt. Niet over Stromae, die zulke sterke Franse teksten schrijft dat zelf mensen die geen woord Frans spreken zich er door voelen aangesproken. Niet over de 17-jarige Lorde die zich in één van haar nummers afvraagt wie haar generatie eigenlijk opvoedt: ‘Maybe the internet raised us?

Nee, poëzie haal je uit dichtbundels, en die gedichten moet je analyseren door het rijmschema en het thema te herkennen. Zo deden onze ouders het, dus zo moeten wij het ook doen.

Onbedoeld bijdragen aan eigen droom

De droom van Adriaan van Dis is dat jongeren uit alle klassen van de samenleving in aanraking komen met poëzie. Onbedoeld draagt Van Dis bij aan zijn eigen droom. Zolang hij en de organisatoren van de poëzieweek hiphop, rap en aanverwante muziekstijlen weigeren te bestempelen als de poëzie van de nieuwe generatie, zullen de middelbare schoolklassen stiekem met één oordopje naar Eminem, De Jeugd van Tegenwoordig, Opgezwolle, Lorde, KRS One, Kendrick Lamar, Extince, Kanye West of heel misschien naar Spinvis blijven luisteren.

Verbied de ‘vulgaire’ video’s en klaag over de agressieve of seksistische toon in sommige teksten. Censureer de vloeken en blijf die arme middelbare scholieren bestoken met ‘oubollige’ poëzie. Omarm nieuwe vormen van poëzie alsjeblieft niet.

Op die manier blijft poëzie nog springlevend, maar – zoals altijd – niet in de vorm die pappa en mamma het liefst zouden zien.