Column

De roze wolk (5): Rommelen met de roze dominee

12-02-2012 20:00

Hoe kwam ik toch aan Guido? Het zal wel via internet geweest zijn. We spraken af in een café en hadden een leuk gesprek. Guido deed zijn best er leuk en verzorgd uit te zien. En dat lukte hem ook. Guido was niet zomaar een jongen, hij studeerde theologie en wilde predikant worden in een protestantse kerk. Hij gaf bijbellessen en was pastoraal werker. Ik ben een keer met hem in zijn kerk geweest. En in de homokroeg. Dat waren zijn twee werelden.

Guido was niet van de liberale Protestantse Kerk in Nederland (PKN) die homohuwelijken inzegent, maar van een zware tak van de gereformeerd vrijgemaakten. Hij was sympathisant van een vereniging voor homo’s uit die gereformeerde kerken. Ik probeerde erachter te komen hoe Guido zijn seksuele voorkeur in overeenstemming kon brengen met zijn geloof. Pas later begreep ik waarom ik dat maar niet kon begrijpen: Guido kon het niet uitleggen. We gingen met elkaar naar bed en raakten elkaar uit het oog.

Op het station
Totdat ik op de trein zat te wachten in een plaats met een sterk gereformeerde bevolking. Daar was Guido opeens. Hij bleek hier een vriend te hebben uit zijn eigen kerkgemeenschap. Ik heb niet gevraagd hoe hun relatie eruit zag, al was ik ergens wel benieuwd. Deden ze meer samen dan bidden? Ik vond dat een ordinaire, respectloze vraag die mij niets aanging. Guido had het nodig om in zijn waarde te worden gelaten. Dat ik er niks van begreep maakte daarbij niet uit.

Guido kwam in de trein pas goed los. Ik ben nog nooit zo onbehoorlijk om mijn seksuele voorkeur bejegend als toen. Wat ik met mijn losbandige leven – dat ik niet heb – wel niet dacht? Ik heb in tientallen variaties Guido’s litanie over homo’s, de homogemeenschap en mijn homoseksuele leven aangehoord. Guido wist van dat laatste niets, want we hadden elkaar vijf jaar niet gezien en slechts een keer het bed gedeeld. Toch is volgens de homoseksuele, gereformeerde predikant met een homo als mij sowieso iets mis.

Tussentijds uitgestapt
De treinrit zou een uur duren, maar ik ben tussentijds uitgestapt. Dan maar wachten op de volgende trein. Je leest weleens dat homoseksualiteit makkelijker is dan ooit. Dat laatste is zeker waar, maar dat betekent nog niet dat het altijd makkelijk is. Guido herinnert daaraan: hij miste de aansluiting in beide werelden. Zijn gevoel en zijn religie waren in combinatie met elkaar altijd een probleem. Guido leed er duidelijk onder. Het luchtte hem op al zijn frustraties op mij af te reageren.

Guido is het bewijs dat diversiteit soms onbegrijpelijk is. Waar de kerk Guido niet kon begrijpen, en homo’s Guido niet, kon Guido ook mij niet begrijpen. Guido wilde wel een soort acceptatie binnen zijn kerk en de homogemeenschap, maar wist niet hoe die acceptatie eruit moest zien en kon niet accepteren dat er atheïstische homo’s bestaan die hopen op een mooi homoseksueel leven.

Als ik nu zijn naam in Google intyp, blijkt hij zijn ambitie te hebben waargemaakt. Maar hij is predikant in een kerk die ver weg staat van de plaats waar ik hem op het station zag. Het zal wel uit zijn met zijn vriend.

Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.