Kerkleiders pleiten stiekem voor eigen vrijheid om anderen te discrimineren

04-10-2015 12:36

Hier dreigt iets mis te gaan, moeten Gerard en Arjan hebben gedacht. Gerard Kuiper, bisschop te Groningen, en Arjan Plaisier, scriba van de protestantse kerken, waarschuwen in de Volkskrant afgelopen week (Blendle-link) dat er grenzen zijn aan de naastenliefde ten aanzien van vluchtelingen. Onze vrijheid vereist bescherming! Maar stiekem pleiten ze voor hun eigen vrijheid om anderen te discrimineren.

Dienstbaarheid…

De beide kerkleiders vinden dat christenen niet hoeven te zeggen dat iedereen hier zo maar welkom is. In hun eigen wollige woorden: er kan ‘kortsluiting’ ontstaan ‘wanneer een christelijke notie als barmhartigheid als oplossing voor een uiterst ingewikkeld thema als de huidige vluchtelingencrisis wordt gepresenteerd.’ Volgens hen is de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan (kern van het verhaal: nadat alle deftige gelovigen zijn langsgelopen is het die geminachte Samaritaan die de gewonde helpt) momenteel niet van toepassing. Of, in alweer wollige taal, dat verhaaltje ‘dicteert geen eenduidig beleid.’ En dan klinkt het streng: “Met alleen een sentimenteel appèl op barmhartigheid komen we er niet.” In plaats daarvan komen de beide heren met twee andere volgens hen ook christelijke waarden. Ten eerste dienstbaarheid:

 

“Precies dat leren we van de gelijkenis van Jezus over de Barmhartige Samaritaan. Dat dit niet automatisch hoeft te leiden tot een verblijfsvergunning voor iedereen, is evident. De goede naam van Europa staat op het spel als het gaat om onze houding ten opzichte van de vluchtelingen, die een goed heenkomen zoeken weg uit de brandhaarden in het Midden-Oosten.”

 

…en vrijheid

De christelijke ‘dienstbaarheid’ wordt bij hen dus begrensd door het principe van de ‘goede naam’. Wat ze daarmee bedoelen is volstrekt onduidelijk maar blijkbaar moeten vluchtelingen begrijpen dat wij vanwege onze ‘goede naam’ niet iedereen zullen toelaten. Hoe dan ook, vervolgens schrijven ze:

 

“De tweede waarde is vrijheid.”

 

Dat is helemaal geen christelijke waarde, natuurlijk

Christenen hebben de vrijheid God te gehoorzamen, anders gaan ze naar de hel. Maar de heren doen dat niet voor niets. Ze willen met dat begrip heel subtiel een punt scoren. Vrijheid heeft volgens hen ‘alles te maken met de publieke ruimte. Daar waar we elkaar ontmoeten met onze waren en waarden.’ Die ruimte moeten we niet afschermen, zeggen ze, want ‘dat leidt tot een eng en bekrompen leven.’ Kijk, dat hoor ik graag van kerkleiders: dat een puur christelijke publieke ruimte eng en bekrompen is. Dat ze, met andere woorden, moslims niet onmiddellijk willen uitbannen. Dat vinden Gerard en Arjan vast een reuze modern en tolerant standpunt. Maar ook hier zijn er grenzen. De heren gaan over op een plechtig-abstract taalgebruik:

 

“Tegelijkertijd moet die ruimte wel beschermd worden. Het mag geen bezet gebied worden. Wij moeten pal staan voor het vrije verkeer van mensen. Wij moeten kritisch staan ten opzichte van elke poging die vrije ruimte te kapen. Repressie en intolerantie in publieke instellingen, tot en met azc’s, kunnen niet worden getolereerd. Wie de ruimte open wil houden, moet ook grenzen trekken en nee zeggen tegen een ideologie of tegen religieus fundamentalisme dat deze ruimte teniet wil doen.”

 

Wollig abstract ruimte-taalgebruik

Die opmerking over ‘pal staan’ voor het vrije verkeer van mensen hoort hier natuurlijk helemaal niet thuis. Gerard en Arjan hebben immers al duidelijk gemaakt dat ze daar helemaal niet ‘pal’ voor staan, vanwege onze ‘goede naam’. Maar belangrijker is: waarom dit wollige, abstracte ruimte-taalgebruik? Waarom ‘ideologie of religieus fundamentalisme’? Welnu, omdat het Gerard en Arjan eigenlijk om iets anders te doen is, namelijk de onderdrukking van christelijke waarden in diezelfde publieke ruimte. Denk aan de heisa een paar jaar geleden over rituele slacht; denk aan de ambtenaar die geen homohuwelijk wil inzegenen. Dát is de bedreigde vrijheid in de publieke ruimte waar de heren op doelen wanneer ze het hebben over repressie en intolerantie, en met het ‘bezetten‘ (lees: door dierenvrienden, homo’s et cetera) van de vrije publieke ruimte. Ziedaar de reden voor de ‘opheffing’ van de discussie naar dat maffe abstracte vrije-ruimte-niveau. De vluchtelingen worden hier gebruikt als een excuus om deze oude koeien weer eens (in bedekte termen) uit de sloot te halen.

Daarna, in hun slotopmerking, geven de heren een samenvatting van wat volgens hen de beste aanpak is:

 

“Wij pleiten voor een principiële én realistische houding. Mensen in nood moeten geholpen worden, maar tegelijkertijd moeten onze kostbare én kwetsbare vrijheid worden beschermd. Want naïviteit is geen christelijke deugd, ook als het gaat om de opvang van de huidige vluchtelingenstroom.”

 

Naïviteit is wel degelijk een christelijke deugd

Zalig zijn de eenvoudigen van geest. Maar de meest prangende vraag is natuurlijk waarom twee kerkleiders met dit slappe stukkie moeten komen. Alleen maar om stiekem weer effe de weigerambtenaar in bescherming te nemen? Wat betreft de opvang van vluchtelingen staat hier he-le-maal niks, behalve dat we op moet passen met al die vreemden. Dat weet een kind. Kan het christendom dan niks anders dan open deuren intrappen? Is dat de kracht van het geloof?

Dierenvrienden, homo’s en andere ongelovige scherpslijpers

Het grote probleem met beide heren is natuurlijk dat ze zich niet weten te beperken tot een beroep op de vertrouwde christelijke principes, en gelovigen oproepen om deze zo goed en zo kwaad als dat gaat in de praktijk toe te passen. Maar dat ze krampachtig proberen om vanuit christelijke principes te vergoelijken dat we vluchtelingen terugsturen. Barmhartigheid is dan een lastig begrip, dus dat gaat gewoon overboord. Dan liever ‘dienstbaarheid’, in combinatie met het gloednieuwe principe ‘goede naam bewaren’. En dan komen ze ook nog met het volstrekt niet-christelijke principe ‘vrijheid’. Dat laatste klinkt mooi maar wordt door hen gewoon ingezet om het gedrag van de weigerambtenaar te verdedigen. ‘Vrijheid’ blijkt een christelijk principe dat zowel door ideologieën (lees: dierenvrienden, homo’s en andere ongelovige scherpslijpers) en religieus fundamentalisme (lees: gevaarlijke moslims) bedreigd wordt. Wie de vrijheid liefheeft, en strenge moslims eng vindt, moet volgens hen dus vóór het recht op de rituele slacht en vóór de weigerambtenaar zijn.