Paul Witteman, de grootste buisplakker van Nederland

29-08-2011 14:00

Over Paul Witteman heb ik wel eens beweerd dat hij de stroom uit het stopcontact is geworden: het is er en je staat er nooit meer bij stil. Nu schijnt het voor een tv-journalist  een kwaliteit te zijn om te ‘verdwijnen’ en de vragen die je stelt, in het geval van Witteman meestal kritische vragen, de hoofdrol te laten spelen. Als dat zo is, is Paul Witteman een regelrechte kampioen. Hij is de man die tijdens het feestje de kleur aanneemt van het behang. Pas als hij zijn jas aantrekt en de deur uit is, realiseer je je pas dat hij op bezoek is geweest, al weet je één seconde na vertrek al bij God niet wat hij heeft gedaan en met wie hij heeft staan praten. ‘Kundig’ is het woord dat hem het vaakst is opgeplakt, dus daar zal wel iets in zitten. Een interview van Paul Witteman is nooit een onvoldoende. Maar ook nooit een lekkere uitschieter.

Oude stempel
Witteman is, zogezegd, van de oude stempel. Hij is zo’n journalist die, vermoed ik, nog oprecht gelooft dat wij, het kijkerspubliek, dag in dag uit zitten te springen om de informatie die rondcirkelt in de hoofden van Kamerleden, ministers, bedrijfsbonzen en min of meer toevallige slachtoffers of daders van misdrijven of gerechtelijke dwalingen. Hij probeert die informatie, namens ons allen, met de precisie van een chirurg eruit te peuren en het idee is dan, zeker bij de VARA, dat we na drie kwartier Witteman (Pauw krijgen we er als feestnummer gratis bij) ‘wijzer’ zijn geworden. Of ‘weer helemaal bij’. Dat hij met ‘P&W’, gaandeweg, naar de entertainmenthoek is afgedreven en steeds vaker de dirigent van een inhoudloos pingpongspelletje speelt in plaats van de analytische eindverantwoordelijke tijdens een erudiete discussie, is aan zijn mimiek niet te merken. Zelfs de slapste en meest lachwekkende gasten treedt hij met precies dezelfde ernstige tronie tegemoet. Hij levert, zeg maar, altijd gelijkstroom; en ook dat zou je kwaliteit kunnen noemen.

Laatst figureerde Witteman naast Raoul Heertje in ‘Dit was het nieuws’, en het mag geen verrassing heten dat hij vooral zijn mond hield. Joost mag weten waarom hij er überhaupt ging zitten, al beweren kwade tongen dat het bewust beleid is bij dat programma om nogal ingetogen en timide types uit te nodigen, zodat Acda en Heertje op zeker de bovenliggende partij zijn. Witteman grinnikte hier en daar wat plichtmatig mee en leek vooral te verlangen naar het moment dat de aftiteling zou starten. Met het ruwe materiaal – het dagelijkse nieuws – waar hij al zijn leven lang orde in probeert te scheppen, pisten Thomas en Raoul hun komische teiltje vol. Het moet een soort heiligschennis  voor de ‘grote’ Witteman zijn geweest. Ik was dan ook een fractie verwijderd van een oprecht gevoel van medelijden met Paul: de man die met het gezicht van een grafdelver aan Frans Bauer kan vragen wat de volgende stap is in zijn carrière of Georgina Verbaan stoïcijns confronteert met de vraag hoe ze als soapactrice de overgang naar spelen met serieuze toneelspelers heeft beleefd.

Nieuwe media-hater
Als Witteman zijn persoonlijke mening, tussen de regels door, al eens door laat klinken – en ik kan je verzekeren: het gebeurt zelden – dan gaat dat, weliswaar bijna onopgemerkt,  negen van de tien keer over zijn afkeer van de nieuwe media. Het melden van een internetadres, het oproepen tot reageren, het verwijzen naar een teletekstpagina of het attent maken op een discussieforum, het gaat hem zichtbaar moeilijk af. En steeds opnieuw zie je hem, als het over internet gaat, balanceren op de rand van ‘nou ja, dat is voor randdebielen die denken dat ze iets nuttigs of zinvols aan deze kundige  uitzending kunnen toevoegen’. Enfin. Je kunt natuurlijk klagen over zijn ongemak met de nieuwe tijd en over het hautaine regentendom van de linkse kerk , maar het maakt hem ook menselijk en ontroerend. Van mij zou hij al die digitale aanhangsels aan zijn programma als onzin mogen wegzetten, maar aangezien Paul Witteman de ideale werknemer is, of dat in ieder geval tot in den treuren probeert te zijn, verstopt hij zijn minachting en spreekt hij de webadressen met frisse tegenzin uit. Want als puntje bij paaltje komt is Witteman een onzichtbare ‘anker’, een soort ultieme ‘nobody’, die vervloeit met de tijdgeest. Hij schijnt al jaren columns te schrijven in de VARA-gids, maar als je niet tot de verschilligen behoort en die gids niet in je brievenbus krijgt, weet je er niets van, want niemand neemt ooit aanstoot aan de inhoud.

Nóg iets leuks aan de man: hij wil niet ophouden.  Eén van de weinige dingen die hij in ‘Dit was het nieuws’ met onderkoelde triomf meedeelde was dat hij ‘een contract heeft tot zijn zeventigste’. Hij is verslaafd aan zijn eigen stroomvoorziening en gaat dus nog een tijdje door. Al die tijd zal hij kundig blijven, goed voorbereid, saai, degelijk, droog, geïnformeerd, gelijkmatig, gespeend van humor. Mocht ik nog meemaken dat hij komt te overlijden, dan zal hem een ‘Walter Cronkite’-achtig respect ten deel vallen, in de trant van: jarenlang een vertrouwd gezicht, steeds op tijd in geklokt, altijd scherp, maar nooit écht memorabel.

Emotionalisering
Alles bij elkaar is Paul Witteman dus een verzetsmonument tegen de emotionalisering van de media. Maar volgens een principe dat ik ooit heb geleerd van wijlen Martin van Amerongen, ex-hoofdredacteur van De Groene, dient er aan het einde van een journalistiek portret een radicale ommezwaai plaats te vinden, meestal volgens het stramien: prijzen, prijzen, prijzen, afbranden. Die laatste fase is nu ingetreden. En trap ik af met de vraag: is het geen tijd voor verdieping, meneer Witteman? Mogen we u als ervaren zestiger niet langzamerhand hoger inschatten dan het betasten van de ziel van Gordon? Of het uithoren van de drie J’s? En bent u niet eens klaar met al die opgepompte ego’s van topadvocaten en politici? Is het na al die jaren van trouwe dienst nou echt te veel gevraagd om eens echte verheffing te bieden, in plaats van het gesprek van de dag dat qua inhoud en gasten is voor geproduceerd door een redactie? Of bent en blijft u tot uw laatste snik dat jongetje dat binnen de lijntjes wil kleuren – tot iedereen voor de buis in slaap is gevallen en de dood erop volgt? Want besef dit, meneer Witteman: de enige keer dat u écht in ons aller netvlies werd gebrand, was niet dankzij maar ondanks u: toen Pim Fortuyn na de verkiezingsuitslag van 2002 gehakt maakte van de arme Ad Melkert.

Ik stel, uit naam van het kijkerspubliek, tenslotte dan ook voor dat u, meneer Witteman, binnenkort ontslagen wordt. Húp! Afgelopen met wéér een degelijk, kundig en slaapverwekkend seizoen P&W. Neem een voorbeeld aan Clairy Polak, meneer Witteman: en laat de race naar de kijkcijfers aan de jongeren over. Ga eens met een paar filosofen de diepte in, op de late avond of desnoods op de vroege zondagochtend. Met interessante gasten mijmeren over het leven of (uw hartstocht!) de klassieke muziek, in plaats van via je oortje door een snotneus in gebruld krijgen dat het nu toch hoogste tijd is voor de zapservice. Zo wil een eminente grijsaard toch niet eindigen?

Kwantiteit boven verdieping
Uiteindelijk gaat u, ben ik bang, in al uw kundigheid mank aan de rits waar de hele sociale democratie aan mank gaat, namelijk: verliefdheid op baantjes, status, geld en populariteit. Gaan voor kwantiteit in plaats van verdieping, Gaan voor lekker met je kont in het midden zitten en in het midden blijven zitten. Dat zulks de reflex is van de politieke machthebbers is genoegzaam bekend, maar dat een kritische journalist na decennia trouwe dienst nooit op het idee komt om een keer een zijpad in te slaan of zomaar een avontuurtje aan te gaan, maakt zijn vragenrepertoire tot een corvee en zijn interviews tot platte routine.

Meneer Witteman, echt, wij kunnen zónder u!  (Graag, zelfs….)

Hans van Willigenburg hoort insiders te 035 al ruim een jaar fluisteren dat ‘Pauw en Witteman’ ruimschoots over het hoogtepunt heen is, maar op de apenrots ketsen die geluiden wellicht af zodra de twee hoofdrolspelers in kwestie hun neus om de hoek steken