Column

Posset onderzoekt – Belgische boekpoeper blijkt spinaziesnoeper

27-06-2017 08:59

U kent mij inmiddels. Ik ben niet alleen maar columnist maar ook een onderzoeksjournalist van het zuiverste soort. Maandag heb ik mij op de zaak van de boekpoeper uit het Belgische Halle gestort. De boekpoeper uit Halle heeft de afgelopen week namelijk zijn behoefte gedaan op/in verschillende boeken uit de bibliotheek van Halle. Een smerige gewoonte die literair België op zijn achterste benen deed staan. Inmiddels is de dader gesnapt. De media meldden dat hij op heterdaad in de kraag is gepakt bij een lokale carnavalswinkel.

Ik belde met de eigenaresse:

– Goedendag mevrouw, ik heb begrepen dat de verschrikkelijke boekpoeper in uw carnavalswinkel op heterdaad is betrapt?

– Awel, dat wil zeggen in onze feestwinkel. De carnavalswinkel is twee straten verder in een verpauperde winkelstraat. Daar willen wij ons als ‘Feestwinkel gekkigheid voor de hele mensheid’ niet mee geassocieerd zien. U moet zien mijnheerke, dat een feestwinkel toch echt een gans andere clientèle heeft dan…

– Jaja, dat begrijp ik mevrouw, interrumpeerde ik haar, maar ik zou het graag over de boekpoeper willen hebben.

– Ah ja, dat is juist. Maar ik als eerzame feestartikelenverkoopster moet me distantieren van het krapuul van de carnavalswinkel. Voordat men het weet komt men hier voor een heksenneus met een pukkel. Maar dat verkopen wij niet. Wij zijn van de japonnen en de pruiken mijnheerke. Geen vergelijk.

– Dat begrijp ik mevrouw.  Maar hoe zit het nu met de boekpoeper? Hoe wist u dat uw feestwinkelpoeper ook de boekpoeper was?

– Dat is simpel hè. Door de specifieke geur.

– De geur?

– Ja mijnheerke, u moet weten dat de zuster van mijn tweede verkoopster bij toevalligheid in de plaatselijke bibliotheek werkt als bibliothecaresse.

– En wat heeft dat er mee te maken?

– Ik zal u verwittigen. De twee zusters zijn van het veganistische soort. Dus de zuster uit de bibliotheek had mijn tweede verkoopster laten weten dat de boekpoeper een spinazievreter was. En zoals u weet zijn spinazievreters van het meest stinkende soort. Alsof men de inhoud van het riool van de stad in zijn geheel in uw gezicht leeg kiepert. Toen mijn tweede verkoopster deze onsmakelijkheid in onze zaak rook, wist ze zonder twijfel dat de boekpoeper ook bij ons actief was.

– Dus spinazie heeft de boekpoeper de das omgedaan.

– Zeker en vast mijnheerke.

– Hartelijk dank mevrouw.

– Mijnheerke, mag ik nog iets zeggen?

– Uiteraard mevrouw, ik gun u het laatste woord.

– Dat wil ik dan gebruiken om de eigenaren van de carnavalswinkel ‘Gul in onbenul’ een langzame en pijnlijke dood toe te wensen.