Slechte zaak: een psychische aandoening is tegenwoordig hip

20-04-2015 17:34

Psychische aandoeningen lijken langzaam maar zeker populair te worden. Goed dat het taboe erop verdwijnt, maar bagatelliseer ze niet. ‘Ik kan er niets aan doen, want ik ben nou eenmaal zo….’ Natuurlijk kunnen mensen hun best doen om socialer en oplettender te zijn. Maar als slordig omgaan met spullen en afspraken, steeds interrumperen bij gesprekken, en het schenden van elementaire beleefdheidsvormen ook toegeschreven kunnen worden aan een aandoening, is dat wel zo gemakkelijk. Je hoeft dan niet meer te proberen je gedrag te veranderen, maar kunt gewoon je ‘authentieke zelf’ blijven. Iets wat hoog aangeschreven staat in onze cultuur, zo lang het maar niet al te dol wordt.

ADHD: spontaan

Zo had cabaretier Thomas van Luyn het dit weekend over ADHD als ‘het nieuwe spontaan’. Nou heeft ADHD weinig met spontaniteit te maken en alles met impulsiviteit, een eigenschap die in de regel weinig goeds brengt. Maar als je dat niet weet, klinkt ‘spontaan door ADHD’ ineens niet meer ziek of aanstellerig, maar juist heel erg ‘puur’, open en leuk.

Slim: autisme

Omgekeerd kunnen veronderstelde kenmerken van psychische aandoeningen ook wenselijk gedrag onderstrepen. Zo schreef Aleid Truijens dat leerkrachten dol zijn op ‘slimme autisten’ in de schoolbanken, omdat die graag zouden leren, luisteren en rustig zijn. Tussen de narcisten en opportunisten die in de wereld de lakens uitdelen, verschijnt ‘de autist’ als een onverstoorbaar en standvastig iemand, constateert ze. Ook hier geldt dat een beperkt en mild onderdeel van een aandoening wordt gebruikt om die een aantrekkelijk gezicht te geven.

Dat is iets wat bij autisme wel vaker gebeurt. Door uitzonderlijke talenten als Daniel Tammet wordt autisme vaak geassocieerd met een specifieke variant ervan: hoogfunctionerend autisme. Als een stoornis je een bijzonder, onderscheidend talent kan geven, waarom zou je die dan niet willen hebben?

Beroemd: bipolaire stoornis

Wie beroemd wil worden én een boeiend imago wil opbouwen, tekent in voor een bipolaire stoornis. Doordat beroemde mensen zoals de Britse komiek en auteur Stephen Fry open zijn over hun bipolaire stoornis, raakt die haar stigma kwijt. Het wordt aantrekkelijker om een bipolaire stoornis te hebben dan bijvoorbeeld een ‘gewone’ depressie.

Omdat allerlei interessante mensen bipolaire stoornis hebben – en sommigen, zoals auteur Myrthe van der Meer, Asperger én bipolaire stoornis  – kan zo’n diagnose je interessanter maken dan je feitelijk bent; net zo interessant als interessante mensen die er, helaas, vaak onder lijden.

Hip?

Door open te zijn over psychische aandoeningen, worden ze uit de taboesfeer gehaald en bespreekbaar gemaakt. Ook laat die openheid zien dat een aandoening bijna altijd een spectrumstoornis is: je kunt er een beetje last van hebben, maar ook heel veel (en dat kan in de loop van de tijd ook nog variëren). Hoe lichter de variant, hoe beter iemand zelf en diens omgeving ermee kunnen (leren) omgaan. Maar het moet niet zo zijn dat die grotere openheid en destigmatisering leiden tot onderschatting van de lijdenslast, het sociale disfunctioneren en de behoefte aan zorg en hulp van mensen met een ernstige variant.

Stephen Fry heeft twee zelfmoordpogingen gedaan, kinderen met ADHD kunnen in het uiterste geval gevaarlijk zijn voor zichzelf en hun omgeving, de hoofdpersoon Matthijs in de documentaire ‘De regels van Matthijs’ pleegde suïcide.

Mensen met psychische aandoeningen kunnen ons veel leren over kwetsbaarheden die we wegmoffelen of overschreeuwen, en laten zien dat er geen waterscheiding bestaat tussen ‘gek en ‘normaal’. Maar een psychische aandoening is niet hip.