Column

Wat ik leerde van #Zeghet

03-11-2015 12:57

Ik heb een afkeer van yoga. Echt. Een irrationele afkeer al zeg ik het zelf. Ik snap zelf ook wel dat er mensen zijn die echt baat hebben bij in een ongemakkelijke houding op een te dun matje in een legging aan hun ademhaling werken. Moeten ze lekker zelf weten. En ik haat de IKEA. Ik kom er. Als het moet. Maar ik ga er liever weg. Ook voel zelfs ik me – als toch bovengemiddeld actieve twitteraar – weleens ongemakkelijk als ik allerlei persoonlijke verhalen van mensen op Twitter lees. Het voelt toch wat voyeuristisch.

Een man is geen teddybeer

Toch waren dat niet de voornaamste redenen waarom ik het fundamenteel oneens was met het artikel van Dieuwertje Kuijpers alhier gisteren. Volgens Kuijpers is de Nederlandse man sowieso al een verhipsterd, ver-Oprah’d chemisch castraat. Ik ken ze niet. Maar misschien kom ik teveel bij voetbalwedstrijden en hardcore punkshows. En zijn die mannen daar niet helemaal representatief. Maar wat zou het?

Geen castraat met een knotje helpt tegen de inbreuk op je gevoel van eigenwaarde en veiligheid – soms zelfs in je eigen huis – als je het slachtoffer geworden bent van seksueel geweld. Een man is geen teddybeer, ook niet als hij een knotje heeft.

Ik wist niet van de regelmaat van aanranding en verkrachting

En dat is nu precies wat ik leerde van de verhalen die ik via de hashtag #zeghet te lezen kreeg in mijn timeline. De impact die het voor sommige mensen kan hebben, van een vervelende ervaring in de kroeg tot verkrachting in je eigen huis. En de regelmaat waarmee dit schijnbaar voorkomt. Dat eerste kon ik natuurlijk met een beetje empathie wel raden, al komt het veel harder binnen als je zoveel verhalen onder elkaar leest. Maar dat tweede wist ik eenvoudigweg niet. Ik was niet op de hoogte van de verhalen van sommige vrouwen die ik ken. En ik was al zeker niet op de hoogte van de hoeveelheid verhalen van vrouwen die ik ken. Waarmee ik in ieder geval nu bewuster ben dan gisteren.

Maatschappelijke norm moet veranderen

Kuijpers heeft volledig gelijk als ze zegt dat we het Wetboek van Strafrecht hebben. Gelukkig maar. Maar in kwetsbare situaties waarin het voor de wet vaak vervalt in een ‘he said, she said’ en dus gebrek aan bewijs is het hard nodig dat de maatschappelijke norm verandert. Natuurlijk moeten we inzetten op meer expertise en sensitiviteit bij de politie. Op het oppakken van aangiftes. Op arrestatie van degenen bij wie wel bewijs is. Maar daar redden we het niet mee. Bewustzijn kan de maatschappelijke norm aanpassen. En dat is hard nodig.

Aanzetten tot denken

Natuurlijk twitter je geen verkrachter terug zijn huis in. En misschien is het voor sommige mensen inderdaad niet meer dan het delen van traumatische ervaringen. So be it. Maar daarnaast merkte ik – zowel aan mezelf als aan de ervaringen van anderen – dat veel mensen zich simpelweg niet bewust zijn van de omvang van dit probleem en van de impact die het op levens van mensen heeft. Het zet aan tot denken. In het slechtste geval houdt het daar op. Dan heb ik er in ieder geval iets van geleerd; en dan ben ik vast niet de enige. In het beste geval leidt dat denken tot een betere omgang met aangiftes, een zoektocht naar de verbetering van de juridische positie van slachtoffers en een ferm maatschappelijk ‘nee’ tegen mensen die het normaal vinden midden in een volle kroeg hun hand tussen je benen te duwen. Klinkt best haalbaar, toch?

Tenslotte, ik haat yoga. En de IKEA. En winkelen.