Fresh Voices: Diederik Krooneman

29-03-2014 12:54

Zijn wij écht de generatie van relaties op Tinderniveau zonder toekomstdromen? Refresh vindt van niet. Er zijn genoeg jonge voorbeelden die genoeg in huis hebben om leeftijdsgenoten te inspireren. Ze vertellen hun verhaal in Fresh Voices.

 Diederik Krooneman is een 20-jarige fashionstudent. Hij is na een jaar Amsterdam Fashion Institute gestopt om vervolgens aan TMO Fashion Business School te beginnen. Een aantal zelfontworpen kledingstukken hangt al in z’n kast en de eerste publicatie bij PhotoVogue van Vogue Italia is ook binnen. Hij staat nog onderaan de trap wat de modewereld betreft, maar het begin is er zeker.

Je doet op dit moment TMO Fashion Business School en hiervoor heb je een jaar Amsterdam Fashion Institute (AMFI) gedaan. Waarom ben je daarmee gestopt?

Er verschijnt een ondeugend lachje op zijn gezicht. Diederik vertelt dat dit de derde opleiding is waar hij nu mee bezig is, de twee hiervoor waren geen succes, maar nu weet hij zeker dat hij écht op zijn plek zit. “Ik kan pas iets goed doen wanneer ik keihard op m’n bek ben gegaan”, zegt hij, terwijl hij zijn armen over elkaar slaat.

 Toch heeft hij – in tegenstelling tot de Hotelschool waar hij ooit begon – veel geleerd op het AMFI. “Ik heb daar een heel mooi jaar gehad, zo mooi dat ik in eerste instantie dacht dat ik daar zou afstuderen. Ik had echter de eindassessment aan het einde van het jaar niet gehaald. Hierdoor heb ik de hele zomer in de stress gezeten. Ik ben heel hard over mijn studie gaan nadenken en aan het eind van de zomer heb ik de knoop doorgehakt en besloten om wat anders te gaan doen. Ik heb me nogal last minute ingeschreven bij TMO Fashion Business School, maar hier heb ik gelukkig geen spijt van. TMO Fashion Business School is veiliger qua banenkans in de modebranche omdat het meer op business gericht is. Doordat het op business gericht is zou ik later ook buiten de modebranche kunnen gaan werken, liever niet natuurlijk, maar die extra zekerheid is fijn.”

 Heb je het gevoel dat je jezelf door de combinatie van beide modescholen onderscheidt van anderen?

“In het jaar op het Amsterdam Fashion Institute ben ik erachter gekomen hoe geobsedeerd ik ben met mode en dat ik heel graag in het wereldje terecht wil komen. Bij de creatieve vakken op TMO Fashion Business School heb ik toch wel het idee dat ik verder ontwikkeld ben dan mijn klasgenoten.”

“Ik zit misschien niet meer op het AMFI, maar in mijn vrije tijd ben ik continu bezig met individuele creatieve projecten. Daarnaast werk ik af en toe samen met een vriendin die fotografie studeert aan de kunstacademie. Ik vind het bijvoorbeeld leuk om over kledingconcepten na te denken, ik heb dan ook een aantal zelfgemaakte kledingstukken in mijn kast hangen.” Diederik loopt naar zijn kast en haalt er een geruite trui uit. Hij laat de trui met enige trots zien, maar voegt er daarna snel aan toe dat het mooier afgewerkt had kunnen zijn. Hij vervolgt zijn verhaal: “Op deze manier probeer ik mezelf verder te ontwikkelen op creatief gebied, en dat in combinatie met de business achtergrond die ik op TMO Fashion Business School krijg, hoop ik me inderdaad te onderscheiden.”

Zelfgemaakte trui

De Krooneman-trui

Zou je in de toekomst verder willen in het ontwerpen van kleding, ondanks dat je opleiding op business gericht is?

“Nee, absoluut niet”, zegt hij vrijwel direct met verheven stem. “Ik heb het gevoel dat wanneer je daar verder in wilt, je al vanaf je negende achter de naaimachine moet zitten. Dat is bij mij zeker niet het geval; het is meer een hobby. Mensen denken zodra ik zeg dat ik iets met mode studeer gelijk dat ik later hun trouwjurk ga ontwerpen. Nou, niet dus.”

 Waar zie je jezelf dan wel in de modebranche?

“Op het moment ben ik erg geïnteresseerd in fashion PR, dat houdt in dat je bepaalde merken vertegenwoordigt en onder de aandacht brengt. Dit zou ik graag willen toepassen op events als fashionweek. Ik zie mezelf al helemaal alles regelen, van zitplaatsen tot een tevreden designer”, vertelt hij terwijl hij dromerig voor zich uitkijkt. “Maar ik ben niet alleen daarop gericht. Ik houd me nu ook veel bezig met Adobe-programma’s als Photoshop en InDesign. Ik vind het leuk om foto’s om te toveren tot kunstwerken, je zou het digitale kunst kunnen noemen. Deze creaties stuur ik regelmatig op naar verschillende websites om hopelijk gehoord te worden. Laatst is dit gelukt bij PhotoVogue wat een onderdeel van Vogue Italia is. Het is een platform voor creatieve mensen om hun werk aan een groot publiek te kunnen laten zien. Dat was wel even schrikken, wat een eer.”

 Betekent zo’n publicatie veel voor je, of is het een leuke bijkomstigheid?

“Op het moment is het een leuke bijkomstigheid. Het is heel onwerkelijk en tof dat het is gepubliceerd, maar binnen die wereld is het nog maar iets kleins. Om naam te krijgen binnen de modewereld moet er nog heel veel gebeuren.”

Dus eigenlijk wijd jij zo ongeveer je hele leven aan mode?

“Nou, ik ben ook een toegewijd Beyoncé-fan. Ik heb haar aangeraakt, 18 maart 2014”, ratelt hij er snel achteraan. Daarnaast drink ik elk weekend een biertje (of tien) en ken ik alle medewerkers van de McDrive bij hun achternaam. Maar één ding is zeker, een leven buiten de modebranche kan ik me echt niet voorstellen.”