Reportage

Er is echt niemand die terugverlangt naar de DDR-tijden

03-11-2015 18:57

25 jaar geleden werden Oost en West-Duitsland verenigd. Beruchte Nazi-plekken werden bereikbaar, Stasi-plekken kwamen daarbij. Met een bus vol journalisten op zoek naar wat er anno 2015 over is van de rode en bruine rafelranden van Oost-Duitsland. Néé: er is echt niemand die terugverlangt naar de DDR-tijden.

 

“Ook zo’n Chefsache”, grijnst onze gids. Hij wijst naar buiten, waar onder een woud van traag wiekende windmolens oneindige velden biogasmais voorbijglijden. We rijden door het kale, licht glooiende landschap van Meckelenburg Vorpommern, het noordoostelijke puntje van de Bondsrepubliek Duitsland. Vanwege de 25-jarige viering van de Duitse eenwording heeft het Duitse Nationaal Verkeersbureau journalisten uitgenodigd voor een reis door het DDR-verleden. De eenheid wil maar geen gespreksthema worden. Hoe kan het ook, met honderdduizenden vluchtelingen die het land overspoelen?

Mutti Merkel alias Gutmensch Angela ligt zwaar onder vuur. Nu blijkt zelfs haar in Nederland zo bejubelde energiebeleid ter discussie te staan. De maisvelden zorgen voor een verschrikkelijke wildezwijnenplaag en de windmolenelectriciteit moet zwaar onder de prijs aan het buitenland worden verkocht. Vanwege al die extra, lelijke elektriciteitsmasten willen de andere Länder geen windenergie, zegt onze gids triomfantelijk. Aangeslagen door zoveel rampspoed zwijgt de bus stil.

Eiland Rügen

We zijn op weg naar het eiland Rügen, één van de oudste Duitse vakantiebestemmingen aan de Ostsee, met kilometers lange witte stranden en bossen. De Duitse adel liet hier eeuwen geleden al zomerpaleizen bouwen en als bondskanselier Merkel tijdens het een of andere moeizaam gesprek met bijvoorbeeld de Franse president François Hollande er even tussenuit wil, dan neemt ze haar gast mee op een boottochtje naar de krijtrotsen van Rügen (Unesco werelderfgoed) met gezellige Schlagers van het Rügens zeemannenkoor bij wijze van muzikale verstrooiing (‘Junge komm bald wieder’).

Wij zijn goddank niet op weg naar de krijtrotsen. Wij zijn op weg  naar Cliff Hotel Rügen in Ostseebad Sellin, waar de voltallige directie ons aan de bar staat op te wachten met Grüne Wiese als welkomstdrank. De mierzoete, gifgroene mix van Blue Curaçao en sinaasappelsap schijnt hét lievelingsdrankje van het Centraal Comité van de Socialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) te zijn geweest.

Cliff Hotel

Het Cliff Hotel, een enorme betonkolos uit 1977, is destijds gebouwd als Erholungsheim Baabe en was exclusief voorbehouden aan de leden van politbureau van de SED, inclusief hun familieleden en hun (buitenlandse) gasten natuurlijk. Partijleider Erich Honecker, zelfbenoemd ‘held van de Duitse Democratische Republiek’, bracht in dit hotel zijn vakanties door, net als Stasi-chef Erich Mielke, ‘held van de Sovjetunie’ én vier keer winnaar van de Lenin-medaille. Of Günter Mittag, verantwoordelijk voor de Oost-Duitse planeconomie waarvoor hij de nodige eredoctoraten kreeg plús de Karl-Marx orde.




SED-hotel vlak na de Wende

Cliff Hotel.


Het moeten geweldige vakanties zijn geweest want direct na de val van de muur, in november 1989, smeekt de SED-partijleiding het personeel van Erholungsheim Baabe hen nog één keer zo’n herrliche Weihnachten op Rügen te gunnen, vertelt de chef-kok. Maar dat verdomde men. Niet veel later werd het gebouw bestormd door de inwoners van het even verderop gelegen dorpje Sellin, die eindelijk wel eens wilden weten wat er zich achter de muren van het streng bewaakte Erholungsheim met kilometers eigen strand en bos afspeelde. Met medeneming van (naar schatting) 150.000 DM aan buit (vooral meubilair) vertrok das Volk. Gouden kranen werden er evenwel niet aangetroffen en op het prachtige strand en de rijke maaltijden na (“Daarom ging ik hier werken”, zegt de chef-kok, “wat viel er verder te koken in de DDR?”) bestond de luxe van Honecker c.s. uit een overdekt 25-meter zwembad, een kegelbaan, een houten voetbalspel en een gemütliche Stube in de kelder. Wij persoonlijk vinden het nogal mager.

DDR-museum

Een paar dagen later, in het DDR-museum te Berlijn, begrijpen wij dat wij ons ernstig vergissen. Van bouwmaterialen tot textiel: alle denkbare producten die in de DDR werden geproduceerd, maar die om duistere planeconomische redenen daarna niet meer in de DDR terug te vinden waren, blijken voor spotprijzen aan het Westen te zijn verkocht. Zo produceerde de DDR wandmeubels, boekenkasten, bureaustoelen etcetera voor IKEA, broodtrommels voor de HEMA, kleding voor C&A, onderdelen voor Volkswagens, maar ook het tekort aan vlees en groenten werd veroorzaakt door export naar het Westen, lees: de behoefte aan harde valuta. Alleen al het werk van de tienduizenden politieke gevangenen in de DDR bracht per jaar 200 miljoen Deutschmark op, waaronder de in het Westen zo bejubelde Praktica-fototoestellen (in de DDR niet te krijgen).

 

Vroegere strand van Honecker cs

Het strandje van Honecker.

 

Terwijl de bevolking van het boeren- en arbeidersparadijs zich op water en brood door het leven sloeg, ontbrak het de SED-top aan niets. Men ging niet alleen gemütlich met elkaar op vakantie, men woonde ook gezellig bij elkaar in Wandlitz, even ten noorden van Berlijn. “Vanwege  de koude oorlog”, luidde het latere verweer. Maar dat geloofde das Volk toen allang niet meer. Achter de streng bewaakte muren van Waldsiedlung Wandlitz was zo ongeveer alles te krijgen wat nodig is voor een prettige, westerse levensstijl. Alle fruit, groente en vlees van de wereld, drank, Miele-afwasmachines, cosmetica, Volvo‘s, zwembaden, badkamertegels, hifi-apparatuur, ski’s, medicijnen. Wat niet onmiddellijk voorradig is, kan per catalogus worden besteld, zoals (Westerse) muziek en films.

Nog niet zo lang geleden, bij de restauratie van de balzaal van het Cliff Hotel, vond men achter een valse wand een complete film-installatie, inclusief film. Het bleek om Dirty Dancing te gaan, de zwoele dansfilm uit 1987 waaraan de partijtop zich kennelijk had zitten vergapen. Uiteraard was de film daarna ongeschikt voor de DDR-bevolking verklaard. Honecker gaf de voorkeur aan porno. Wij dames van de bus kijken daar niet van op.

Kdf-Seebad Prora

Er is nóg een reden waarom we op Rügen zijn: het KdF-Seebad Prora, het megalomane vakantieparadijs waarvoor Adolf Hitler in 1935 persoonlijk de bouwopdracht gaf. KdF staat voor Kraft durch Freude, onderdeel van het Deutsche Arbeiterfront. KdF beloonde oppassende nationaalsocialistische arbeiders met betaalbare muziekuitvoeringen, gezellige boottochtjes en andere geschikt bevonden vrijetijdsbesteding. In dat kader zou op Rügen een mega-strandhotel worden gebouwd met een totale lengte van 4,5 kilometer, waar 20.000 vakantievierders tegelijk konden worden gehuisvest. Er zouden kilometers treinrails worden aangelegd naar Seebad Prora, er kwamen aanlegsteigers voor de KdF-cruiseschepen, restaurants geschikt voor 1000 man/vrouw, overdekte zwembaden met heuse golfslag, theaters, bioscopen en een feestzaal waar zelfs de complete Prora-vakantiebevolking kon worden ondergebracht. Alle kamers hadden uitzicht op zee, een zitje, een garderobekast, centrale verwarming en een eigen wastafel. Ongekende luxe! Als voorbeeld diende de Engelse Butlin vakantieparken met all-inclusive entertainment voor de arbeider. Het ontwerp was geïnspireerd op een enorm bouwplan van de Franse architect Le Corbusier, verklaard bewonderaar van Hitler.

 

Prora-Ruegen-Luftbild-2_500x375_zps6260595a

Kraft durch Freude, Seebad Prora.

 

Op 2 mei 1936 wordt een geweldig feest georganiseerd ter gelegenheid van de eerste steenlegging, met 12.000 genodigden. Voor het strand ligt de halve Duitse marine en alsof de aanwezigen daar al niet zwaar van onder de indruk zijn, scheert een eskader vliegtuigen laag over. Tussen 1936 en 1938 werken bijna 9000 bouwvakkers tegelijk aan de immense kolos. “Aus Sand und Dünen wächst die Stadt der Freude” en “Diese Arbeiter können wirklich auf Ihre Arbeit stolz sein denn sie bauen für ihre Arbeitskameraden”, schrijven de kranten. Vanwege alle propaganda leeft menige Duitser in de veronderstelling dat Seebad Prora al in gebruik genomen ís. In werkelijkheid worden de hotelgebouwen zó ingericht dat ze gebruikt kunnen worden als legerhospitaal. Duitsland staat aan de vooravond van een wereldoorlog en Kraft durch Freude moet het volk op prettigere gedachten brengen.

V2

In 1939 wordt het grootste deel van de bouwvakkers overgebracht naar het even verderop gelegen eiland Usedom. Tegelijk met Prora is men in 1936, bij het plaatsje Peenemünde, in het diepste geheim begonnen aan de bouw van een raketlanceerinrichting waar uiteindelijk de V-2 wordt ontwikkeld, het “vergeldingswapen” waarmee Hitler de oorlog alsnog hoopte te winnen. In de zomer van 1944 worden de eerste V-2’s afgeschoten op Londen, Parijs en Antwerpen, met duizenden doden en enorme verwoestingen als gevolg. Alleen al de productie van de V-2 raketten, met behulp van gevangenen, heeft zo’n 12.000 mensenlevens gekost.

 

Een van de blokken van het KdF seebad Prora

Voelt u de vreugde al?

 

Als de Russen in het voorjaar van 1945 voor de deur van Peenemünde staan, vlucht de leider van het V-2 project, Werner von Braun, naar Beieren waar hij zich met een gerust hart overgeeft aan de Amerikanen. In ruil voor alle informatie over zijn “wonderraket” krijgt hij een fijne nieuwe baan bij het Amerikaanse leger. Von Braun ontwikkelt de Saturnus-raket waarmee in maart 1969 de eerste mens naar de maan wordt geschoten. Wereldwijd worden er straten naar “de geniale geleerde” genoemd, die nog hoogstpersoonlijk door Hitler tot “professor” is bevorderd, weet onze gids. Geinig detail dat we ’s avonds van internet plukken: in 1986 wordt voorgesteld om de Von Braunstraat in Krommenie om te dopen in Apollostraat. “Flauwekul. Onzin. Geen haar op ons hoofd”, meent een meerderheid van de gemeenteraad onder leiding van de PvdA. Het voorstel was dan ook afkomstig van de communisten in Krommenie. In de Zaanstreek woedt de koude oorlog in 1986 kennelijk nog in alle hevigheid.

 

trabant1

Trabant. Origineel een soort van Volkswagen qua uitstoot, maar deze zijn elektriek.

 

Als we de volgende ochtend op weg gaan naar Prora, heeft onze gids een verrassing. Er staan er twee knaloranje Trabanten voor de deur. Wij veinzen desinteresse, maar dat is van korte duur. Gillend van opwinding – “dat ding heeft geen remmen!” – gaan wij op weg naar Prora, dat achter enorme hijskranen en stofwolken schuil gaat. Tachtig jaar na de eerste steenlegging komt er dan toch een vakantieparadijs, zij het niet voor de arbeider.

 

trabant2

 

Prora is na de verovering door het Rode Leger in 1945 jarenlang hermetisch afgesloten geweest. Na de Wende en nadat het Sovjetleger (350.000 man sterk) zich in 1994 uit de DDR terugtrok, is er jarenlang gesteggeld over Prora. Kunstenaars hebben er zich gevestigd, vredesactivisten, krakers – the usual suspects. Maar uiteindelijk zijn de woonblokken verpatst aan projectontwikkelaars die er ‘Ferienwohnungen’ van maken. “Die ideale Kapitalanlage mit Meerblick für Eingennutzer und Kapitalanleger”, jubelt het reclamebord voor Blok 2. Alleen al in dat ene blok komen 160 appartementen, 110 hotelkamers, restaurants, sauna’s, fitnessruimtes en winkels. Niet gehinderd door de prijs (zo’n 6000 euro per vierkante meter) gaan de appartementen als warme broodjes van de hand, verzekert de makelaar.

 

dora

Iedereen zeezicht!

 

In één, nog niet gerenoveerd blok, huist al zo’n tien jaar het Documentatie Centrum Prora. Macht Urlaub heet de (permanente) tentoonstelling waarin haarfijn uit de doeken wordt gedaan hoe Prora als propagandamiddel werd gebruikt. Natuurlijk bepleiten de projectontwikkelaars niet het vertrek van het informatiecentrum, zegt de directeur. “Welnee, maar het zou wel reuze fijn zijn als het Centrum op gepaste afstand komt van de sjieke appartementen.”
Helaas is zo’n plek er niet en/of onbetaalbaar. Ook het bestuur van Rügen heeft geen geld over voor een informatiecentrum waarin toeristen het roodbruine verleden van hun vakantieparadijs onder de neus gewreven krijgen. Wie nog iets wil zien van het oude Prora en hoe de propagandamachine van de nazi’s werkte, moet zich kortom haasten. Geheimtipp: rij nog even door naar Blok Acht. Het Russische leger heeft destijds geprobeerd het 450 meter lange blok op te blazen. De ramen in het kilometers verderop gelegen plaatsje Binz lagen eruit, maar Prora 8 staat – zij het gehavend – nog altijd fier overeind.

 

Prora, blok 8

Blok 8, niet stuk te krijgen.

 

Voor de terugweg richting Berlijn staat een omweg via natuurgebied Schorfheide gepland. Persoonlijk krijg ik het bij het woord bos alleen al benauwd. En voor het onderwerp van vanochtend, Jagd und Macht, loopt ook de rest van de bus niet erg warm. Maar onze gids wil van geen wijken weten en achteraf gezien zijn wij hem daarvoor eeuwige dank verschuldigd. Schorfheide is namelijk een absolute topplek. Het 600 km2 grote natuurgebied was ooit het privé-jachtterrein van Keizer Wilhelm II. Na diens vertrek in 1918 (naar Nederland) hebben opeenvolgende machthebbers zich over het verweesde Schorfheide ontfermd, waaronder Hermann Göring, de man die in 1941 Himmler opdracht gaf tot de “Endlösung der Judenfrage.”
Göring, die hier van 1934 tot 1945 woonde, grossierde in functies, zoals President van de Rijksdag, Minister-president van Pruisen, Opperbevelhebber van de Gestapo en Minister van Luchtvaart. Naast Jachtvorst liet hij zich bij zijn intrek op Schorfheide ook tot ‘Reichsjägermeister’ en ‘Reichsforstmeister’ benoemen.

Reichsjägermeister Göring

Göring had in zijn hoofd gezet om van Schorfheide (naar voorbeeld van Yellowstone National Park in de VS) het grootste natuurgebied van Europa te maken, waar de (uitgestorven) Europese bizon weer lustig zou rondhollen. In de zomer van 1934 werd onder het uitbrengen van de Hitlergroet, en in aanwezigheid van de complete NSDAP-top, de eerste kudde bizons inclusief stier losgelaten, gefokt uit Duitse dierentuinexemplaren. In 1937 kreeg hij een kudde bizons uit Canada, na bemiddeling van premier Mackenzie King, een stille bewonderaar van Hitler.

Göring was een handige politicus die elke gelegenheid aangreep om de nazi’s – positief – in het nieuws te brengen. Schorfheide diende daarbij als decor. Zijn eerste echtgenoot was destijds in Zweden begraven, waar ze ook was geboren. In 1934 werden haar stoffelijke resten per trein overgebracht naar Schorfheide waar Göring een enorm mausoleum had laten bouwen. Langs de gehele spoorroute stonden zwarte obelisken opgesteld, alle stations waren met zwarte doeken afgedekt, overal luidden de klokken en de bevolking kreeg vrij om ‘de grote dode’ te eren. Het wemelde van de buitenlandse diplomaten en de complete nazi-top was aanwezig, inclusief Adolf Hitler zelf. Hitler was dol op Göring en benoemde hem tot opvolger, mocht hem zelf iets overkomen.

 

goring opening

Hermann Göring (gek op speelgoedtreintjes).

 

Met de toenemende macht van Göring groeide en bloeide Schorfheide. Het eenvoudige jachthuis waarmee hij was begonnen, werd voor 15 miljoen vertimmerd en Carinhall genoemd, naar zijn overleden vrouw. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het voor nóg eens zo’n bedrag opgeleukt en volgepropt met van Joden geroofde kunst. Er werden indrukwekkende feesten gegeven met balletuitvoeringen op drijvende vlonders op het meer en gigantische jachtpartijen die maar wat graag door Westerse diplomaten werden bezocht. Zó vaak kwam Schorfheide in het nieuws dat het in de wandeling Göringheide werd genoemd.

 

Hitler en Göring in Carinhall

Rechts: Göring, die man links zijn we even de naam van kwijt.

 

Na de verloren (lucht)slag om Engeland liep het vertrouwen van Hitler in Göring een gevoelige deuk op. Ook bij de inval in Rusland bleek de Duitse luchtmacht niet wat er door Göring van was beloofd. Zelf raakte hij steeds verder in de ban van zijn eigen grootheidswaan. Zo gaf hij direct na de inval in Rusland opdracht om Białowieża, het vroegere jachtgebied van de Poolse koning en de Russische tsaren, in gereedheid te brengen als nieuwste ‘Reichsjagdgebiet’.  In een paar weken tijd werden er honderden dorpen ‘opgeruimd’ en de 7.700 bewoners naar concentratiekampen gedeporteerd. Joodse mannen tussen de 15 en 45 jaar werden ter plekke doodgeschoten. Het kostte nog enige moeite om Göring ervan te overtuigen dat jagen in zijn nieuwste aanwinst, zeker voorlopig, nicht im Frage kwam.

 

Hermann Gˆring auf der Jagd

Göring zoekt jachttrofeetjes uit.

 

Terwijl in januari 1943 het Duitse leger in Rusland voor een onafwendbare capitulatie stond, en er miljoenen Russen van honger stierven, vierde Göring op Schorfheide zijn 50-ste verjaardag. Mussolini had een gouden zwaard laten bezorgen en het Duitse bedrijfsleven kwam met een 2400-delig servies op de proppen. Nog in januari 1945, toen het Russische leger voor de deur stond, vierde hij zoals gebruikelijk op Schorfheide zijn verjaardag. Honderden flessen wijn, cognac, likeur, sigaren; aan niets was gebrek en Göring onthulde de tekeningen voor het Göring-museum, dat hij voor zijn 60-ste verjaardag in 1953 in petto had. Op 20 april – de kanonnen van het Rode Leger waren te horen – verliet Göring Schorfheide op weg naar Beieren; na eerst nog Hitler met diens verjaardag te hebben gefeliciteerd en vier bizons te hebben neergeknald.

 

Schorfheide, ‹berf¸hrung Karin Gˆring

Weer die man met die snor, en natuurlijk weer Göring.

 

Na het vertrek van Göring deed de dorpsbevolking zich tegoed aan wat er zoal achtergebleven was. Het grootste deel van zijn gigantische kunstverzameling was al eerder met treinladingen tegelijk naar Beieren gebracht. Maar niet alle marmeren fonteinen, levensgrote beelden, het meubilair, de voedselvoorraad, of het enorme speelgoedtreincomplex konden mee. Een dikke week lang mocht het volk pakken wat er te pakken viel, tot het moment dat het Rode Leger letterlijk voor de deur stond. Toen werd Carinhall, op last van Göring, met behulp van 80 vliegtuigbommen opgeblazen.

Jagd und Macht

Veel viel er niet meer te halen voor het Rode Leger, zegt onze gids. Om er theatraal aan toe te voegen: “Op de enorme hoeveelheid wild na”.
De Duitse bevolking mocht dan omkomen van de honger, het wild van Schorfheide was ook in de oorlogsjaren bijgevoerd. “Met behulp van drijfjachten, tanks en automatische geweren werd het wildbestand min of meer uitgeroeid en veranderde Schorfheide in één groot slachthuis”, zegt hij. Wij huiveren.

De tentoonstelling Jagd und Macht laat foto’s zien van een parmantige Erich Honecker, DDR-staatshoofd  van 1976 tot 1989. Met zijn groene jachthoedje een beetje schuin op het hoofd, het geweer parmantig onder de linkerarm geklemd, blikt hij snaaks in de camera: “Kijk mij eens!”
En precies dat begrijpen wij niet. Jagen is toch iets voor de kapitalistische elite? Hoe kunnen de nieuwe machthebbers van de DDR daar hun handen aan vuil maken? Om dit ten volle te begrijpen, daarvoor is inderdaad “enige marxistische dialectiek” vereist, beaamt de gids. In het kapitalistische Duitsland van voor de oorlog was jagen voorbehouden aan eigenaren of pachters van grond. Het volk stond zo gezegd met lege handen. Bij de oprichting van de DDR, legt hij uit, wordt bepaald dat het DDR-wild, of wat daarvan na de enorme slachtpartijen door het Russische leger nog over is, toebehoort aan het volk. Ook mag slechts het volk jagen. “Helaas heeft het volk geen (vergunning voor) jachtgeweren”, schatert hij. De partijelite uiteraard wél en die laat zich deze “sport” niet ontgaan. Het gespaard gebleven voormalige gastenverblijf van Göring heeft na 1945 nog even als sanatorium voor de Vrije Duitse Jeugd gediend. Maar al snel wordt de communistische bloem der natie uit het gebouw gegooid. Het gebouw krijgt de oorspronkelijke bestemming terug: het wordt verblijf voor de eerste President van de DDR Wilhelm Pieck. Schorfheide wordt – ook als jachtgebied – in ere hersteld.

 

Honecker tijdens de jacht met naast hem Mielke

Der Honecker, met kek jachthoedje.

 

Honecker, die in 1961 verantwoordelijk zou zijn voor de bouw van de muur, en die altijd prat ging op zijn eenvoudige afkomst (zoon van een mijnwerker!) houdt er begin jaren vijftig zijn eerste jachtgeweer vast. Hij staat wat jachtreputatie betreft bekend als een aanhanger van de Russische methode, vertelt onze gids. Onder het motto “ist die Kugel aus dem Lauf, hält kein Teufel sie mehr auf”, schiet hij op alles wat beweegt. Ook Stasi-chef Erich Mielke en Günter Mittag houden van een forse jachtstijl. Mittag, die in een rolstoel zit, ‘jaagt’ zelfs per auto.

Honecker en zijn SED

Beginnen de heren met één gezamenlijk jachtgebied, uiteindelijk bezit ieder lid van het politbureau zijn eigen jachtterrein. Net als ten tijde van de Keizer en van Göring wordt het wild met behulp van voedsel ‘op peil’ gehouden. Er moet natuurlijk wel wat te schieten vallen voor henzelf en voor de vele politici die worden uitgenodigd. Zoals Sovjet-partijleider Nikita Chroesjtsjov, diens opvolger Leonid Brezjnev of de Cubaanse Raoul Castro. Maar ook West-Duitse politici als Helmuth Schmidt en Franz Josef Strauss logeren op Schorfheide.

Begin jaren zeventig brengt Honecker zijn ‘mentor’ Walter Ulbricht met Russische steun ten val en wordt hij zelf partijleider. Vanaf dat moment kiest hij steeds meer voor het isolement. Ten tijde van Ulbricht was men in de SED-woonwijk Wandlitz gewoon om ’s avonds voor het slapen gaan nog gezellig samen een kaartje te leggen en een (flink) glas te drinken (het politbureau van de SED was wereldkampioen alcoholconsumptie). Maar Honecker, zelf niet vies van het beentje lichten van kameraden, wordt steeds achterdochtiger. Hij laat zich op openbare gelegenheden na nauwelijks meer zien. Alleen op zijn jachtterrein voelt hij zich veilig. De vrijdagse partijvergaderingen duren steeds korter omdat hij naar Schorfheide wil. Miljoenen besteedt hij aan ‘zijn’ jacht. Alle jachtattributen, zoals jachtkleding, jachtstoelen en munitie komen uit West-Duitsland.

Jachtrecord

Hij wordt ook net zo wereldvreemd als Göring. Terwijl in de zomer van 1989 duizenden Oost-Duitsers via Hongarije naar het Westen vluchten en alleen al in Leipzig elke maandagavond honderdduizend mensen de straat op gaan met spreekkoren als “SED, das tut weh” en “Wir sind das Volk”, beweert Honecker dat dit door het Westen veroorzaakte agitatie is van een verwaarloosbaar stelletje oproerkraaiers. Op 18 oktober opent hij de gebruikelijke politbureauvergadering waar tot zijn stomme verbazing het voorstel wordt ingebracht om hem af te zetten. In alle verwarring steunt hij dat voorstel nota bene zelf, en met een onhandig “bis später“, verlaat hij de bijeenkomst. Waarna hij zich linea recta naar Schorfheide laat rijden. In de dagen daarna breekt hij het jachtrecord van de Keizer zegt onze gids. Hij laat  – geroutineerd –  een stilte vallen. “Wat was dat record”, vragen wij in koor. “Het neerschieten van zes edelherten op één dag.”

 

Politbureau SED 1968, midden vooaran Ulbricht, links naast hem Honecker

Ook bij de DDR-top deden ze niet aan vrouwenquota.

 

Onze gids wil ook nog wel even de gang van zaken in de dagen daarna kwijt. Op 9 november, een dag na de val van de muur, wordt Honecker uit zijn huis in Wandlitz gezet en moet hij ook Schorfheide ontruimen. Een vergevingsgezinde pastoor neemt het verdwaasd ronddolende echtpaar Honecker in huis, vertelt de gids, terwijl het volk buiten hun hoofd eist.

Ostalgie?

’25 jaar Duitse eenheid’ is het thema van onze reis. Omdat iemand van het Duits Verkeersbureau gedacht heeft dat dit wellicht érg zware kost oplevert, is er jolig ‘ostalgie–trip langs DDR-parafernalia’ aan toegevoegd. Prora ‘ostalgie’?  Schorfheide ‘parafernalia’? De bus, voornamelijk bestaande uit historici, haalt er lacherig de schouders over op. Maar bij deze plek komen die termen wel érg slecht uit. We staan voor de ‘Sowjetische Geheimdienststadt Militärstädtchen Nr. 7′ in Potsdam. Van 1945 tot 1994 hield de Sovjet-Unie er hier een ‘Duitsland-post’ van de KGB op na. De Russische spionnen waren gehuisvest in voormalige villa’s, waarvan er één was ingericht als ‘onderzoekgevangenis’. Tussen 1950 en 1953 werden hier zo’n duizend ‘vijanden’ van de DDR gevangen gezet, door een militaire rechtbank ter dood veroordeeld en naar Moskou versleept waar het vonnis werd voltrokken. Zoals Erwin Köhler, de gekozen CDU-burgemeester van Potsdam. Hij, zijn echtgenote, en ook een flink deel van de elite van Potsdam, wensten zich niet te schikken naar de dictatuur van de Democratische Duitse Republiek, nota bene afgedwongen met Russische tanks. Pas na de Wende, toen er dossiers in Rusland opdoken (tegenwoordig zijn de archieven weer hermetisch gesloten) kregen hun families de bevestiging dat zij wegens ‘hoogverraad’ waren geëxecuteerd. De slachtoffers zijn destijds uit huis gehaald, van straat geplukt of soms zelfs ontvoerd uit West-Duitsland en spoorloos verdwenen.

 

KGP-gevangenis Potsdam

 

Voormalige KGB-post op nummer 7 te Potsdam.

 

De Sovjet-Unie zag de DDR als belangrijkste speerpunt tegen het imperialistische Westen, krijgen wij uitgelegd. Om die vijand de baas te blijven, ging vooral tijdens de Koude Oorlog geen zee te hoog. In geen enkel Oostblokland waren de veiligheidsmaatregelen zo groot als in de DDR. De Stasi, die feitelijk onder toezicht van de KGB stond (menig KGB-functionaris probeerde zich daar na de Wende achter te verschuilen), had ten tijde van de val van de muur zo’n 100.000 mensen in dienst plus nog eens 200.000 informanten. Nergens anders in het Oostblok was de terreur en de angst zo groot (op elke 90 bewoners één Stasi-medewerker). Letterlijk niemand was zijn leven zeker. Elke buur kon een verrader zijn. Alleen al 400.000 jonge kinderen werden in gevangenissen gezet om te worden ‘heropgevoed’.

‘Ich liebe doch alle Menschen!’

Het DDR-regime vond het trouwens ook geen punt om politieke gevangenen tegen harde valuta van de hand te doen: ruim 33.000 van hen werden aan West-Duitsland verkocht tegen een totaalbedrag van 3,5 miljard Deutschmark. Dat wij daar destijds nauwelijks van wisten komt omdat zij bij hun uitlevering aan het Westen te horen kregen dat de Stasi hen óók in het Westen wist te vinden (wat ook zo wás). Wij zijn inmiddels aan heel wat DDR-feiten gewend geraakt. Maar hier staan wij met onze oren te klapperen. Onze gids, het statistisch zakboek DDR als altijd paraat, duwt ons de cijfers zwart-wit onder de neus.

Ich liebe doch alle Menschen”, snikte Stasi-chef Erich Mielke voor het parlement van de DDR, nadat hij de dag daarvoor op 18 oktober 1989, gedwongen werd om af te treden. Twee maanden later werd hij gearresteerd wegens misdaden tegen de menselijkheid. Politbureau-collega en staatshoofd Honecker werd aangeklaagd voor het aanzetten tot moord, vanwege zijn bevel gericht te schieten op mensen die de DDR wilden ontvluchtten (192 mensen zijn door Oost-Duitse grensbewakers doodgeschoten). Ook Günter Mittag, de man van de planeconomie, werd door de Duitse Justitie vervolgd net als Willi Stoph, de premier. Hij was degene die in de beroemde politbureau-vergadering van 18 oktober het aftreden van Honecker eiste, onder luide bijval van Mittag en Mielke. Nadat Honecker de vergadering had verlaten werden zij zelf de laan uitgestuurd. Dát hadden ze niet voorzien.

De laatste DDR’ers

Vanwege hun leeftijd en hun (slechte) gezondheid werden de processen tegen Honecker, Mielke, Mitta en Stoph uiteindelijk gestaakt. Onze gids vraagt er alsjeblieft bij te vermelden dat hun advocaat protesteerde tegen de slechte omstandigheden in de Stasi-gevangenis. “Voor honderdduizenden Oost-Duitsers was diezelfde  gevangenis goed genoeg”, smaalt hij.

Honecker, Mittag, Mielke en Stoph zijn inmiddels overleden. De weduwe van Erich Honecker, Margot Honecker-Feist, zelf jarenlang minister van Volksonderwijs, woont in Chili waar ze elke maand 1500 euro pensioen uit Duitsland ontvangt. De bezittingen van de Honecker’s: hun auto’s, het jachtterrein, de huizen, de bankrekeningen etcetera, destijds geschat op 44 miljoen Deutschmark, zijn verbeurd verklaard. Margot Honecker verdedigt het communistische gedachtengoed nog altijd. Het had gewoon wat meer tijd moeten krijgen, vindt ze.

‘Verwende goedmensen’

Als wij de chef-kok van het Cliff-hotel vragen of er zich nog wel eens gast meldt uit de DDR-tijd, verslikt hij zich in zijn drankje. “Zijn jullie gek! Direct na de Wende zijn alle hoge DDR-pieten pruiken gaan dragen en hebben ze zich door een plastische chirurg laten behandelen”.
Hij vertelt hoe de 180 medewerkers van het voormalige Erholungsheim Baabe op 2 januari 1990 klaar stonden om het kapitalisme te omarmen. “We konden bakken en braden en bedden opmaken. We hadden alleen nooit met geld te maken gekregen en wisten nog niet wat we voor een kopje koffie moesten”.
Dat was trouwens snel geleerd, giechelt hij.

‘Is er dan écht niemand die terugverlangt naar de DDR?’ We hebben ons heilig voorgenomen die vraag níet te stellen. En oeps, waarschijnlijk door de overvloedige drank, rolt ie er tóch zomaar uit. De chef-kok kijkt ons vernietigend aan, slaat de drank met één teug achterover en zet het lege glas met een klap op tafel. “Typisch een vraag van verwöhnte Gutmenschen uit het Westen”, zegt hij. Nog in het vliegtuig terug naar Nederland staat het schaamrood op onze kaken.