Recensie

Lachen met de Toyota RAV4 [Review]

28-02-2016 12:03

Hybrid? Ja, dat is de primeur voor Toyota’s nu gefacelifte SUV, die er eerder alleen was in benzine en dieselconfiguratie. Sterker nog: het maakt de RAV4 uniek in zijn klasse, om niet te zeggen: verpletterend concurrerend. Voor deze semi-terreinwagen is de hybride techniek wellicht nieuw, voor het Toyota-concern uiteraard niet. Sinds 1997 brengen ze al auto’s op de markt (lees: de Prius) die een combi van een elektromotor en verbrandingsmotor kennen. Daarmee lopen ze ongeveer vijftien jaar op alle andere merken (behalve Honda) voor. De krachtbron in de RAV4 is dan ook fijn doorontwikkeld en we kennen hem stiekem al uit de premium Lexus 300h. Gezamenlijk brengen de 2.5 benzinemotor (zonder turbo) en het elektrische aggregaat 197 PK op de planken.

RAV4_Hybrid_28_Sept2015 6

Dat maakt de RAV4 verrassend rap. In iets meer dan acht seconden zit ie al op 100 km/u en tussensprintjes van 80 naar 120 km/u gaan in zeven seconden. Al behoort het niet tot de vaste gewoonte van de doelgroep (De gegoede alwetende Maarten van Rossem-generatie) om op de openbare weg vaak in te halen. Inhalen, dat doen die boomers wel met hun financiën, maar dit terzijde. Bovendien is snel rijden het domste wat je kun doen. Daar is die prachtige techniek niet voor gemaakt. Je moet jezelf een bijna zen-manier van gaspedaal-behandeling aanleren en dan is het fijne en vooral zuinige cruiser. Bedenk daarbij deze wijze les: benzine is duur, hybride-electriciteit is grátis. Dus probeer daarvan zoveel mogelijk zelf te genereren, door slim te remmen (zo vul je de batterijen weer) en de motorkracht via je rechtervoet zo te verdelen dat je relaxed rijdt, maar dat tegelijkertijd tevens de batterijen peut toucheren.

RAV4_Hybrid_45_Sept2015 4

Pijnpunten

Op deze manier rij je – letterlijk – lachend 1 op 19. Tenminste, dat deden wij op een meer dan gemiddeld uitdagend parcours (stad, land en bergen) rond Allicante. De exacte distributie van de PK’s kan je bijhouden op een display, en dat is bepaald verslavend. Irritant bij vorige Toyota-concern-hybrides was dat als je het gas iets te diep intrapte, de benzinemotor letterlijk wakker schrok en best hoog (4 a 5000!) in de toeren klom. Dat euvel is inmiddels gefixed, waardoor de rijervaring een puur genot is. Dat je batterijen meezeult, is totaal niet te merken aan het interieur, dat vooral achterin een slagje ruimer is. Er zijn natuurlijk wel pijnpuntjes. Als je een smartphone hebt, heb je bij de RAV4 pech, want die is nauwelijks met het entertainment-systeem te integreren. Het design is ook niet bepaald iconisch te noemen, al ziet ie er na de facelift een stuk dapperder uit dan het originele model van drie jaar terug.

RAV4_Hybrid_51_Sept2015 5

Altijd vertrouwen

Kleurkeuze maakt hier ook zeker verschil. De witte versie vonden we, eh, wat bleekjes, maar in de nieuwe donkerbruine lak smoelt ie gewoon goed, zeker met de juiste velgen. Toch koop je hem daar niet voor. Toyota’s zijn wellicht niet altijd mooi, je kunt ze immer vertrouwen. Ze laten je niet in de steek en gaan nooit kapot. Ze zijn er net als lucht, water en zuurstof altijd. Zonder twijfel. Dat levert zo’n RAV4 Hybrid bijvoorbeeld al voor een de schappelijke instapprijs van € 33.995 (bijtelling is 25 procent). Dankzij dat belachelijke lage brandstofverbruik (we herhalen nogmaals: 1 op 19 in vrij dynamisch verkeer) werken ook de operationele kosten op de lachspieren. Natuurlijk: 1 op 19 halen veel diesels ook, maar dat mengsel is gemener voor het milieu. Een plug-in dan? Ja, die is nog beter, maar eigenaren vergeten nogal eens die stekker in het stopcontact te doen, waarmee ze al benzine verstokend die zware batterijen slechts rondtransporteren. Geloof ons: hybride is/lijkt vooralsnog veel beter. Wij zeggen het nu. Bij Toyota wisten ze het 20 jaar terug al.

RAV4_Hybrid_16_Sept2015 3