Over de ziekte van de moraal en het symptoom fatsoensmoralisme

01-05-2016 12:35

De moraal heerst big time. Er wapperen inmiddels zoveel vingertjes dat windkracht 9 wordt voorspeld. Hoe is het gesteld met de olifantenhuid waar Teeuwen over sprak toen hem door de meiden van Halal werd gevraagd waarom-o-waarom hij toch zo graag verondersteld weerloze mensen kwetste?

De goede smaak, de onmachtige, helaas te vaak onweersproken roep om ‘beschaving’, allemaal diepdroeve symptomen van de fatsoenskwaal waarmee niet alleen energieke jonge moslima’s te kampen hebben. Zij worden hierin bijgevallen door babyboomers, nieuwlinkse duurzaamheidstypes en oudrechtse exponenten van wat Fortuyn ‘bierbompliberalisme’ noemde. Deze fatsoensparade wordt gehekkesluit door braaf kantoorvolk dat op de trom van een stuurse burgermansdans naar het werk sjokt in de slagschaduw van de jaren ’70 maakbaarheidspiramide.

Moraline

Kortom: gewoon mensen onder mensen, in niets opmerkelijk of merkwaardig behalve in dat ene unieke attribuut: het ‘fatsoen’- naar mijn weten het enige trekje dat nog herinnert aan het voorchristelijke wijzende vingertje en de tergend-kenmerkende naoorlogse degelijkheid die er in alles op gericht lijkt te zijn de mensen (jij, ik) van een permanente vergeetachtigheid te doordringen.

Nietzsche beschreef die erfenis onomwonden als gemankeerd en beschouwde de erfgenamen van deze verstikkende moraal als ten prooi gevallen aan ‘moraline’: een potent biochemisch goedje dat door eeuwenlange christelijke toediening tot de fatsoensdronk heeft geleid dat nu verantwoordelijk moet worden gehouden voor het feit dat de kater zo ellendig lang voortduurt. Er is geen paracetamol tegen opgewassen.

‘Iemand hoeft maar op een pijnpuntje te drukken en de roze duracelkonijntjes van morele verontwaardiging beginnen hysterisch op hun trommeltjes te slaan’

Homo Sensitivius

Omgekeerd voltrekt zich de ene na de andere aanval op de vrijheid van meningsuiting met een vanzelfsprekendheid die doet denken aan…tja, aan wat eigenlijk? Kan men zich een mens voorstellen van het type Homo Sapiens Sapiens, in welk willekeurig historisch tijdvlak dan ook, dat over zulk een teergevoelig huidje en bijbehorende lange tenen beschikte als het ras van sneeuwvlokjes waar we thans mee te stellen hebben: de Homo Sensitivius die meent voor alles en iedereen te moeten opkomen behalve mensen die daadwerkelijk in de volle beheersing van hun zomerkracht hun vrijheid van meningsuiting uitoefenen? Dat moeten we niet willen met z’n allen.

De roep om ‘beschaving in het debat’ is het eerste symptoom van een oprukkend fatsoensfascisme, gevolg door het tweede symptoom, het smoren van het vrije woord- daartoe opgehitst door veelal halfslachtige, met lafheid volgezogen zijlijnmoralisten, die nog net slim genoeg zijn om een heksenjacht tot ontstaan te enthousiasmeren, maar voor het overige nog te slap zijn voor de handwas. Kijk ze eens stoer de islamcriticaster uithangen en uitzien naar de sterke leider die wel eens even orde op zaken stellen zal.

Hysterische duracelkonijntjes van morele verontwaardiging

Orde op zaken stellen veronderstelt intellectuele spiermassa en juist hieraan ontbreekt het de hetzij-tenzij-crowd van professionele waterverdunners. Als dit de grote beschermers van de vrijheid van meningsuiting moeten voorstellen, dan staan de zaken er nog slechter voor dan ik al vreesde.

Trouwens: op welke zaken moet nu helemaal orde worden gesteld in een samenleving dat zich nog niet eens heeft vrijgevochten van het vermaledijde christendom, laat staan enig adequaat verweer kan voeren tegen haar boosaardige halfbroertje de islam?

Iemand hoeft maar op een gevoeligheidje of pijnpuntje te drukken en de roze duracelkonijntjes van morele verontwaardiging beginnen hysterisch op hun trommeltjes te slaan. Je zou er van aan de drank gaan als niet toevallig ook de pretpijp voorhanden was. Maar van dat laatste wordt je natuurlijk achterdochtig en dan ga je je afvragen of onder die lachende wanghammen en gemoedelijke bedlakens van gezapige welvaart niet hier en daar een verongelijkte fatsoensfascist op het punt van ontploffen staat.

‘Veelzeggend dat de eerste volksdaad nadat men bevrijd was door de Amerikanen en Canadezen bestond uit het kaalscheren van vermeende moffenhoeren’

Moffenhoeren

Zou mij niets verbazen als in menig IKEA-kledingkast vlotte scheermesjes verstopt gaan, bedoeld om hoofdhaar te verwijderen conform prachtige vaderlandse tradities (veelzeggend dat de eerste daad van een volk nadat men bevrijd was door de Amerikanen en Canadezen bestond uit het kaalscheren van vermeende moffenhoeren). Het zou niet de eerste keer zijn dat goed en fout samendromden tot een gezapig grijs, met volledige instemming van het aan de samenleving vastgekoekte broekschijtcontingent dat haar naderende einde in klinische kleinburgerlijkheid tegemoetsukkelt en zich altijd, altijd, in ons midden bevindt, en nooit, nooit, meer weg gaat.

‘Het duistere tovergeloof Christendom’, zoals Theo van Gogh deze religie van de mislukking treffend typeerde, heeft de lijdensdoornen uit de kroon des Heeren geplukt, uit onvervalste zelfhaat in het eigen vlees gestoken en dat vervolgens ‘beschaving’ genoemd. Meng christelijke zelfhaat met doorgeslagen cultuurrelativisme en de patiënt is voldoende verzwakt om in aanmerking te komen voor onmiddellijke palliatieve zorg.

Stuitend gebrek aan bepantsering

Die algehele verzwakking heeft de mensen in wisselende samenstellingen onzeker gemaakt over de kracht van het Westen die men zegt in bescherming te willen nemen. Nu roept men met voor de gelegenheid aangekweekte bravoure dat men voor vrijheid staat, maar krijgt de hik zodra er iets onwelgevalligs doorklinkt in de monotone middelmaat. Godjezus, de mensen weten niet wat ze willen beschermen, en al zou men het weten, het lukt ze maar niet om zich een houding te bepalen tegenover die bloem der rechten: de vrijheid van meningsuiting,  zekergesteld door generaties gesneuvelde vrijheidsvechters.

De moraal heerst, zei ik? De moraal, en een stuitend gebrek aan bepantsering zodra de grenzen- veronderstelde grenzen- niet alleen worden verkend maar worden overschreden. Precies de reden waarom Hans Teeuwen leuk is en Jan-Jaap van der Wal niet, waarom Paul de Leeuw of Claudia de Breij slaapverwekkend zijn en Theo Maassen niet. Alleen een consequent doorgevoerde hardheid van intellectueel redeneren, vergezeld van rücksichtslose speelsheid, is opgewassen tegen het cultuurrelativistische verval dat inherent is aan zichzelf. De grenzen van de vrijheid moeten juist opgerekt in een vrije samenleving, dit alles conform de wet van uitdijing van het heelal: hoe verder zij wordt opgerekt, hoe meer ruimte vrijkomt voor onwelgevalligheid.

Poorten van Bastion Europa

In de eindbalans komt men toe aan introspectie noch islam, aan humor noch bepantsering, want als je niet kunt lachen, écht lachen om de tragische misère, dan staat niets de golf van de nóg humorlozere humorloosheid, de culturele islam, in de weg om over de poorten van Bastion Europa te klotsen. Zolang de eigen vrijheid uitruilbaar wordt geacht met ‘de goede vrede’ zal elk verweer tegen het verwijt van hypocrisie op zichzelf hypocriet zijn.

Ik moet in dit verband altijd denken aan dat citaat van Thomas Jefferson: “The tree of liberty must be watered from time to time by the blood of patriots, and tyrants.”

Te hopen valt dat het met dat bloed zal meevallen en we kunnen volstaan met de tuinslang.