Academische charlatanerie aan de Universiteit voor Humanistiek

29-07-2016 19:30

Een groot deel van de filosofie en alle theologie zijn onzin. Dat heb ik al eerder betoogd, zoals in mijn boek Beter weten. Ik was echter in de naïeve veronderstelling dat dit vroeger was, maar dat nu het licht der rede toch ook wel bij de filosofie zou zijn doorgedrongen en dat theologie naar het rijk der fabelen was verbannen, weg van universiteiten en in het rariteitenkabinet van menselijke dwalingen. Als mensen zich theoloog noemen is het even moeilijk die personen nog langer serieus te nemen, als wanneer iemand hoogleraar zou zijn in de eigenschappen en ontologische status van kabouters. Ik zou ervoor kunnen kiezen de onzinfilosofie en theologie helemaal links te laten liggen.

Maar dat is te makkelijk, daarmee worden de kletsmajoors niet van repliek gediend. Iemand moet roepen dat de keizer geen kleren aan heeft. De wetenschappelijke methode bestaat uit kritiek leveren op elkaar en bekritiseren van ideeën, theorieën en waarheidsclaims. In een ideaal wetenschappelijke wereld, wat de academie zou moeten zijn, zouden ideeën die niet de toetsing van kritiek kunnen doorstaan, verdwijnen. In de natuurwetenschappen gebeurt dat doorgaans wel; daar is de astrologie verdwenen. Maar bij de geesteswetenschappen zit nog heel wat pseudowetenschap en bij niemand die het door heeft. Beleefd wordt het gerespecteerd.

Universiteit voor Hocuspocus

Een instituut dat grossiert in onzinnige en warrige teksten en ideeën is de Universiteit voor Humanistiek. Daar wordt door docenten geloofd in paranormale verschijnselen, spiritualiteit, islam, christendom en leven na de dood. Ik focus op de bijzonder hoogleraar vrijzinnige religiositeit en humanisme Laurens ten Kate en zijn fraai uitgegeven nonsens boekje, dat een bewerkte versie van zijn inaugurale rede is De vreemde vrijheid. Nieuwe betekenissen van vrijzinnigheid en humanisme in de 21ste eeuw (2016).

De notie “vreemde vrijheid” verwijst naar de titel van een redevoering die Albert Camus in 1954 in Den Haag heeft gehouden. Het klinkt mooi en intrigerend “vreemde vrijheid”, maar wat betekent het? Ten Kate doet een poging om vrijzinnigheid te duiden, door vrijheid en zin apart te definiëren. In België betekent vrijzinnigheid wat wij vrijdenken noemen: vrij van religie nadenken over de belangrijke onderwerpen van het leven. In België is vrijzinnigheid expliciet seculier en atheïstisch. In België is het humanisme een vrijzinnig humanisme. Ten Kate schrijft dat Belgische vrijzinnigheid staat voor “een radicaal, niet zelden agnostisch alternatief voor het katholicisme.” (p. 16) Dat is een understatement van Ten Kate. De Belgische vrijzinnigen zijn antiklerikaal en atheïstisch. In zijn boek over humanisme rept Ten Kate met geen woord over atheïsme. De Belgische vereniging heet dan ook de Humanistisch Vrijzinnige Vereniging.

Intellectuele laksheid

In Nederland is het georganiseerde humanisme altijd ambigu geweest tegenover religie. Er zijn de vrijdenkers van De Vrije Gedachte die zich afficheren als atheïstisch-humanistische verenging en er is het Humanistisch Verbond dat een veel te ruime definitie van humanisme hanteert en waar zowel atheïsten als vrijzinnige (in de zin van liberale) gelovigen zich thuis kunnen voelen. Er is kritiek van de atheïsten en vrijdenkers op de intellectuele laksheid van het HV en de humanisten om ook religie onderdeel van humanisme uit te laten maken. De Universiteit van Humanistiek – opgezet als beroepsopleiding voor humanistische raadspersonen – laat zien waar die intellectuele laksheid toe leidt: een kakofonie van esoterisch postmodern jargon dat gespeend is van elke betekenis voor de wereld. Laurens ten Kate is een voorbeeld van die galmende academische leegheid die wordt verward met diepzinnigheid.

Ten Kate heeft theologie en filosofie gestudeerd en is verbonden geweest aan allerlei religieuze instituten. Thans heeft hij onderdak gevonden bij de UvH. Ik blijf het wonderlijk vinden dat de UvH onderdak biedt aan theologen en gelovigen van diverse pluimage, maar uitgesproken atheïsten zitten er (bijna) niet bij. De vraag die Ten Kate zich in De vreemde vrijheid stelt is “om de samenhang tussen vrijheid, vreemdheid, scheppen en de wereld verder te doordenken.” (p. 13) Lees de vraagstelling nog een keer! Betekent het iets? Wie zit te wachten op een doordenking van de samenhang tussen vrijheid, vreemdheid, scheppen en de wereld?

Ten Kate doet dat doordenken niet alleen, hij gaat te rade bij Nietzsche, Bataille, Arendt, Taylor en Sloterdijk. In de rest van het boek gooit Ten Kate er een hoop ondoorgrondelijk jargon door wat resulteert in een afstotelijke potpourri van meurend postmodernisme.

Woordenbrij

Ten Kate definieert (Nederlandse) vrijzinnigheid als volgt: “Vrijzinnigheid staat dan voor een ondogmatisch en inclusief christendom, dat zichzelf niet als de enig ware religie presenteert.” (p. 16) Dat laatste is een epistemologisch intrigerende uitspraak. Bedoelt Ten Kate dat er dus meerdere ware religies zijn? Maar zijn alle religies dan waar, of alleen de ondogmatische religies? Wat is het criterium om te bepalen of de religie waar is? En wat is er dan precies waar wanneer de dogma’s van religies niet waar zijn (of misschien toch wel)? Dit is een voorbeeld van wat in het Engels zo mooi heet eating the pie and having it too.

Maar dat kan dus niet. Een ondogmatische attitude klinkt wel mooi, maar wat houd je dan nog over? Wat is het christendom los van de dogma’s? Kortom: bestaat god en zo ja, welke god? Het ondogmatisch inclusief willen zijn klinkt erg mooi, multicultureel en politiek correct, maar het is je reinste onzin. Ten Kate heeft een groot probleem gevonden waar volgens hem veel niet-vrijzinnige mensen onder gebukt gaan: “Dat velen thans geen eenduidig antwoord meer hebben op de vraag wat de plaats, de betekenis en de bestemming van de mens is, vormt wellicht de grootste uitdaging van het humanisme in onze tijd.” (p. 19).

Het antwoord is er al

Twee opmerkingen hierover. Ten eerste over het woord “meer” dat impliceert dat er een tijd was dat mensen wel een eenduidig antwoord hadden. Inderdaad, wanneer de macht van een bepaalde religie groot is, dan is er een eenduidig antwoord. Maar het is wel een verkeerd en abject antwoord! Ten Kate vergeet te vermelden – of hij weet het werkelijk niet; dan bij dezen! – dat er heldere antwoorden zijn op de vraag van de plaats, de betekenis en de bestemming van de mens. Het wetenschappelijke wereldbeeld laat zien wat de plaats van de mens is in de natuur, dat wij een levend organisme zijn op planeet aarde en dat wij geprogrammeerd zijn om ons als soort voort te planten, maar dat wij door middel van onze cognitieve vermogens zelf kunnen kiezen hoe wij de tijdsspanne tot ons sterven willen doorbrengen, mits ons daartoe de mogelijkheden gegeven zijn, doordat er geen externe dwang is.

Ten Kate wil daar blijkbaar nog heel lang op gaan studeren. Hij wil zoeken naar een antwoord dat er is. Het is cynisch om te vermelden dat zijn baan gebaat is bij de zoektocht, het dwalen, en niet bij de antwoorden en oplossingen die er, sinds de Verlichting, allang zijn. Er zijn dunkt mij andere problemen voor het humanisme vandaag de dag, zoals de vraag of het humanisme zich van het antropocentrisme moet ontdoen en ook niet-menselijke wezens in de morele cirkel moet opnemen. En de prangende problematiek van de ecologische crisis. Ten Kate is vrij-on-zinnig aan het navelstaren en hij wordt bewierookt door de andere navelstaarders van de UvH.

Hemeltergend politiek engagement

Ten Kate noemt “de politiek”. Dit is hoe hij politiek definieert: “Politiek is een sprong in het diepe van de complexiteit die we ‘wereld’ noemen.” (p. 27). Zou Mark Rutte zeggen dat hij aan het springen is in het diepe van de complexiteit die we ‘wereld’ noemen? Ten Kate’s perspectief biedt een nieuwe blik op politiek – maar wat schieten we er mee op? Maar ja, het is ook erg met ons – de moderne mens gesteld, want: “In de axiale tijd vervreemdt de mens zich van de wereld omdat hij een zoön politikon is geworden. Hij vervreemdt zich van de wereld omdat de wereld niet meer voorhanden is: hij zal zichzelf een wereld moeten scheppen, en dat telkens opnieuw, als in een oneindige dynamiek van nataliteit.” (p. 27). Dat omdat cursief gedrukt is, is een keuze van Ten Kate. Die cursiviteit suggereert diepzinnigheid.

Nog een citaat van Ten Kate: “De wereld wordt met andere woorden een ruimte om in te nemen, maar ook een ruimte waarin de mens zich kan verliezen.” (p. 28) Goh, heerlijk toch? Ik begin te twijfelen of dit geschrift van een academicus is of van iemand in een inrichting die denkt dat hij filosoof is. Toch is Ten Kate erin geslaagd de toehoorders van zijn inauguratie te bedwelmen met dit gezever. Blijkbaar zijn de toehoorders van het UvH-secte gepokt en gemazeld in dit soort orakeltaal.

De ononttovering & de biecht-apps

Ten Kate koppelt zijn abstracte beschouwing aan concrete voorbeelden. Zo leer ik dat er biecht-apps zijn, die, volgens Ten Kate, “miljoenen mensen nu gebruiken”. (p. 37) Ten Kate noemt deze app als voorbeeld van de “schemerzone tussen activum en passivum” waar “de transcendentie van de wereld” schuilt. Ik zie de biecht-app als een voorbeeld voor de stelling dat technologie niet noodzakelijk leidt tot onttovering van het wereldbeeld. Geavanceerde technologie kan gebruikt worden ter ondersteuning van absurde wereldbeelden, zoals apps die moslims gebruiken voor wanneer de ramadan begint.

Ten Kate gaat dus op ondogmatische manier om met de christelijke traditie. Zo heeft hij het over de hemel: “De hemel geeft taal aan het onvoorstelbare door een ander soort vrijheid in het spel te brengen: die van het spel.” (p. 39) Cursivering is van Ten Kate. Aha, nu begrijp ik wat hemel is! Dat is verhelderend! Het is niet te doen, om niet sarcastisch te reageren op iemand die schrijft: “In het ter sprake en tot leven brengen van deze vreemde transcendentie ligt naar mijn mening ook de toekomst van ieder die zich in de eenentwintigste eeuw vrijzinnig wil noemen.” (p. 40)

Ten Kate eindigt met het gedicht Ruwbouw van Stefan Hertmans waarvan de laatste strofe luidt: Er is geen voordeur meer; / de achterdeur staat open. /Hoor je de wind? Daar schiet de mensheid echt wat mee op. Wie doet de deur van de UvH eens dicht?