I.M. Theo van Gogh: Theocaust

02-11-2016 21:56

Op de sterfdag van Theo van Gogh hebben wij elk jaar dezelfde Theo-herdenking, namelijk de herdenking door Justus van Oel. Immers, alles wat er valt te zeggen over hij die moest sterven dankzij de religie van vrede en tolerantie heeft Justus van Oel opgeschreven in zijn magnum opus ‘Mijn jaren met Theo van Gogh‘ (ook zo goed als gratis te downloaden als ebook van Uitgeverij Fosfor). 

Hieronder ‘Theocaust, de innerlijke Theo’ een prachtig Theo-herdenkwerkje om elk jaar weer op 2 november te herpubliceren. Opdat wij nooit vergeten.

 

Theocaust

Denkend over Theo van Gogh, dat doe ik regelmatig, en onderweg naar de sigarettenboer, ook dat doe ik nog steeds regelmatig, borrelde het volgende zinnetje op: “Oost, West, As Best”.
Zo laat Theo nog altijd sporen in mijn leven na, alle associaties zitten er in: ‘De Vrolijke Roker’, de dood, de diverse cultuurclashes die hij zo nadrukkelijk benoemde.

Plus het het laatste woordje ‘Best’, dat verraadt dat ik Theo bij vlagen intens heb gehaat. Met als gloeiend dieptepunt het door Theo niet vermelden van mijn naam bij de uitreiking van het Gouden Kalf voor Najib en Julia, ik was daarvan de scenarioschrijver. Okay, op een gala, voor de camera’s, kan een winnende regisseur eens iets vergeten, maar toen ook op op alle drukwerk van de DVD-casette mijn naam ontbrak (“Lul toch niet, je staat op de aftiteling”) was mijn voornaamste gedachte: val dood, dikke lul.

Wassenaarse processen

Wat niet betekent, volgens mij althans, dat ik Theo systematisch en daadwerkelijk heb doodgewenst. Thomas Ross schreef ooit een boekje, Take Care, waarin ik samen met tientallen anderen werd beschuldigd van op zijn minst het aanmoedigen van Mohammed B. Ik stel voor om dat massaproces, met uiteraard Tomas als aanklager, alsnog openbaar te gaan voeren. Voor media-aandacht, hapjes en drankjes wordt gezorgd. De beschuldigden krijgen allen een joodse advocaat. De Wassenaarder processen, het lijkt me wel wat.

‘Oost, West, As Best’, dacht ik laatst zomaar. Op de achtergrond lichtte het beeld van Theo op. Voor mijn innerlijk leven, zo bedacht ik toen, maakt het feitelijk niet zoveel uit of Theo nu leeft of dood is. Hij is diep binnengedrongen, deels op mijn uitnodiging, en gaat nooit meer weg. Hoeft ook niet.

Een dagje naar het strand

In Eye werd Een dagje naar het strand vertoond. Exact dezelfde beelden en woorden had ik dertig jaar eerder ondergaan, op de premiere. Wat een verschil, dertig jaar later. De intense treurigheid, waarvoor ik mij dertig jaar eerder -blijkbaar- deskundig afsloot, raakte mij nu recht tussen de ogen. Fok. Dat die regisseur daarna nog twintig jaar heeft geleefd, dat hij zijn eigen moord überhaupt nog heeft gehaald. Wat een innerlijke hel. En wat een film. Niet om aan te zien, en ook precies zo bedoeld. Meesterlijk gemaakt.

Na afloop, in de foyer, verwacht ik de hele tijd dat Theo van Gogh komt binnenlopen. Het zou mij niet hebben verbaasd. Nee, geen bloemrijke overdrijving. Een gewaarwording, die ik best kon wegredeneren, maar waarom eigenlijk?

Theocaust

“He, Theo, heb je het gehoord, op de Nieuwezijds, waar jij een tijdje woonde komt een klein museumpje voor je. Ter herinnering aan de Theocaust. Het bestaat uit een totaal leeg eenkamerappartement met een matras op de grond, twee plastic tasjes met kleren, twee stoelen en een tafel met veel lege flessen, en verder niks. De toegang is een tientje, al jouw films draaien er de hele tijd, en we noemen het het An-de-Drankhuis”.

Dit soort dingen, beste lezers, schrijf ik normaal nooit: ik ben een tamelijk nette, burgerlijke man, en mijn favoriete omroep is de AVRO. Maar Theo van Gogh maakt, net als altijd het geval is geweest, nog altijd dingen in mij los. Over hoe dat allemaal zo gekomen is, heb ik in de tien jaar sinds Theo’s dood nog vaak nagedacht.

Het zo zorgvuldig mogelijk ingekookte resultaat daarvan kunt u nalezen in mijn allereerste e-boek Mijn Jaren met Van Gogh, uitgeverij Fosfor, te downloaden voor slechts 2,99.