Recensie

Recensie – Infiniti Q50: Yankee-Japanner in volle jacht op Duitse concurrentie

29-05-2017 12:01

Met de Q30 herintroduceerde Infiniti zichzelf op de Nederlandse markt. Een logisch vervolg is de Q50, die het gevecht aangaat met de BMW 3-serie.

In de Verenigde Staten koestert elk groot volume-merk een premium-spin-off. Ford heeft Lincoln, Chevrolet doet het met Buick & Cadillac en Toyota koestert Lexus als haar luxe badge. Nissan’s chique zusje heet Infiniti en ze proberen dit merk nu al een paar jaar in Europa uit te rollen. En dat is niet zomaar een dingetje. Plaats een dergelijk streven gerust in de categorie ‘bloed, zweet en tranen’. Want hoe zorg je dat een koper met een beetje budget kiest voor een relatief onbekend merk, in plaats van statussuccesnummers als BMW, Audi, Mercedes of Jaguar?

Bruggenhoofd

Maar de volhouder wint. De eerste succesvolle aanzet was de Q30, die onder zeer strenge Japanse supervisie in Noord-Engeland wordt gebouwd. Met de Q50 hoopt Infiniti het bruggenhoofd verder te vergroten. De slagingskans schatten wij in als vrij groot, maar toch: de eerstkomende jaren zal je in een Infiniti tussen al die lease-Audi’s en BMW’s heus nog wel lekker exclusief blijven, waarmee vermoedelijk tegelijk een eerste aankoopprikkel is afgegeven.

Funfactor

In de VS, waar Infiniti al enige tijd meedraait, scoort het luxe-merk verder hogere betrouwbaarheidscijfers als JFK in zijn beste tijd. Met vijf verdiende Ncap-bots-sterren is de Q50 bovendien net zo veilig als Zwitserland. Is er ook nog een funfactor? Check! Wat te denken van de Facebook-app op één van de twee (!) digitale schermen? Kwiek is deze Yankee-Japanner eveneens. Zelfs het stickermodel van twee liter levert – met behulp van een kordate turbo – 208 PK voor in de ver-pies-arena. Met de 3.0 V6 valt dit overigens uit te breiden tot bijna 400 PK! Al moet je van te voren eerst flink afrekenen met de (r)overheid. Gelukkig heeft Infiniti ook een Jesse Klaver-proof Hybride in de opstelling.

Smooth butler

Bij het rijden valt overigens op dat de voorzetels buitengewoon heerlijk zitten. Bijna Saab –en Volvo-achtig-goed. Het stuur is ook perfect op maat in te stellen, waarmee de zithouding rugtechnisch perfect is; bepaald niet onbelangrijk als je het grootste deel van je werkdag in je auto doorbrengt. En ja, neem er dan gelijk die optionele automaat bij, die als een smooth butler optreedt. Voor jij iets wil, heeft hij het al gedaan. De stuurdynamiek kan je op de duurdere modellen zelf instellen, maar wij waren tevreden met de standaard-stand, die alleen in de meer extreme situaties wat gevoelloos kan overkomen.

Geruisloos buffelen

De afwerking van het interieur is bovengemiddeld, de materialen hebben een robuuste uitstraling, geen cheap plastic of kunststof hout. Zoals eerder vastgesteld: het dashboard kent twee displays: ééntje voor de navigatie en één voor functies als entertainment en climate control. Het bevestigt de high-tech-feel van deze Japanner. Voor de lease-markt is er overigens ook een diesel verkrijgbaar, die op de snelweg lekker geruisloos buffelt, maar die in de stad toch een beetje resoneert. Soit. In een (zakelijk) segment waar de keuze voor een Audi, BMW of Mercedes meestal de veilige is, onderscheidt je je zeker met deze Q50. Maar als je helemaal gek wil doen, proef dan van de zalige Q60 coupé, die is verrezen op hetzelfde platform als de Q50-sedan. Zo ben je sportief, representatief en je rijdt ook nog op economische wijze swanky.