Opinie

SID LUKKASSEN – Fortuyn leefde nog in naïef tijdperk, met het woord alleen redden we het nu niet meer

13-02-2018 15:56

Onderstaande tekst werd afgelopen maandag door Sid Lukkassen uitgesproken in het Rotterdamse Wereldmuseum tijdens het debat over de ‘weg met ons’-cultuur georganiseerd door Leefbaar Rotterdam.

 

Als we het hebben over veranderingen in Nederland – zowel qua cultuur als qua bevolking –kunnen we niet heen om het boek van Pim Fortuyn, Tegen de islamisering van onze cultuur, uit 1997. Ik las het in Havo 4 nadat mijn lerares maatschappijleer zei: wie overweegt op Fortuyn te stemmen, leest beter eerst een boek van hem. Wel wierp ik tegen dat potentiële PvdA-stemmers van haar geen boeken van Marx hoefden te lezen.

Fortuyns werk heeft de mooie ondertiteling ‘Het woord als wapen’. Sinds Fortuyn en Theo van Gogh weten we dat we het met het woord alleen niet meer redden: recent werd nog iemand belaagd tijdens het flyeren in Amsterdam. In vergelijking met vandaag leefde Fortuyn nog in een naïef tijdperk.

Logos en ratio

Fortuyn publiceerde in een tijd die nog positief en optimistisch was over publiek debat en publieke communicatie. In Tegen de islamisering van onze cultuur weerklonken Rawls en Habermas. Wat Nederland nodig heeft is een scherp en voortdurend debat, zo stelde hij. Laat de moslims maar komen met hun argumenten en laat de seculieren daar maar op inbeuken. Het ene kamp probeert zo goed mogelijk uit te leggen waarom hun moraal de beste is; het andere kamp dient dat van inhoudelijke repliek. Dit was voor Fortuyn de enige kant die het opkon met Nederland – uiteindelijk hield hij vast aan de overtuiging dat mensen een waarheid zullen herkennen als ze hem horen. Net als Rawls en Habermas nam hij aan dat in het publieke debat uiteindelijk logos en ratio het laatste woord zouden hebben.

Maar dat was naïef, want buiten het cultuurmarxisme gerekend.

Cultuurmarxisme

Inmiddels zijn er de cultuurmarxistische concepten als white privilege, mansplaining, trigger warnings en ablism – je kunt het zo gek niet verzinnen. Ze dragen de marxistische gedachte van klassenstrijd in zich, en dwingen de gebruiker van dit taalgebruik om zich te confirmeren aan een wereldbeeld dat is opgedeeld tussen onderdrukkers en onderdrukten. Fortuyns islamkritiek wordt vandaag in het onderwijs geframed als islamofobie. Islamkritiek zou geen politiek standpunt zijn, maar een geestesziekte. Cultuurmarxisme betekent in de praktijk:

 

“Mijn waarheid als achtergestelde is anders dan jouw waarheid als geprivilegieerde – vanuit jouw geprivilegieerde positie zul je mij nooit kunnen begrijpen. Er is geen waarheid, waarheden zijn relatief aan beleving, en mijn beleving als nazaat van iemand die ooit als slaaf werd verhandeld, is per definitie anders dan jouw witte blik.”

 

Oftewel tussen de slachtoffers en daders zal altijd een kloof blijven. U kunt mij niet begrijpen want u bent anders dan ik, u kunt niet in dezelfde waarheid leven op grond van uw ras, geaardheid, geslacht of huidskleur. Maar u moet wel rekening met mij houden. Wij kunnen elkaar als mensen nooit volledig begrijpen: daarvoor zijn onze standplaatsen te verschillend – wat overblijft is dat u wel boete kunt doen.

Erfzonde

Tekenend is een interview in Volkskrant met de historicus Piet Emmer. Daarin staan suggestieve vragen over de blijvende en onherstelbare schade die het Europees kolonialisme in Afrika zou hebben aangebracht. Het Westen zal dus, is de implicatie van de vraagsteller, de rest van zijn bestaan de last en het schuldgevoel daarover moeten torsen. Oftewel: nu meerdere generaties ontwikkelingshulp weinig heeft opgeleverd, is een nieuw frame nodig. Zodoende persen ze dit economische vraagstuk in een theologische vorm: de erfzonde.

Dit gaat samen met een about face, een renversement des alliances. Links is al anti-Amerikaans sinds, ja eigenlijk sinds de anti-Amerikaanse nazipropaganda na de Tweede Wereldoorlog is blijven hangen. Maar nu mensen wakker worden en erop wijzen dat dit anti-racisme activisme en het ‘social justice warrior gedachtegoed’ vanuit de Anglosfeer is komen overwaaien, is links plots woedend. Tekenend is hoe ene Justine reageerde toen Femke Halsema een kritische noot kraakte over de social justice warriors:

 

”Halsema was voor mij een sterke linkse vrouw in de politiek. Nu zo van haar voetstuk gevallen. Compleet mee in discourse rechts. ‘Alles wordt racisme/seksisme genoemd’ ‘Overtrokken’ ‘Wij zijn niet Amerika!!!’”

 

Ziehier de about face qua anti-Amerikanisme. Complete u-turn, nul rekenschap.

Will Smith

Dit gedachtegoed is een kanker voor ieder humanisme of liberalisme, en voor medemenselijkheid überhaupt. Concepten als white privilege vegen met een veel te brede bezem – als je minderheden wil verheffen, dan heeft een blank jochie uit een woonwagenkamp meer hulp nodig dan de kinderen van Will Smith.

Smith is zelf niet vies van deze identiteitspolitiek, want enige jaren terug klaagde hij dat er te weinig zwarte acteurs onder de Oscarwinnaars waren. Dat viel op, want Aziaten en andere ‘stille minderheden’ hebben hier nooit over geklaagd. Dit gedachtegoed capituleert aan identiteitspolitiek en geeft het verheffen op basis van merites op. Als we van merites afstappen dan komt de deur open voor blanke identiteitspolitiek, zoals Martin Luther King perfect voorzag. Daarom zei hij altijd:

 

”Judge people not by the color of their skin but by the content of their character.”

 

Dreamers

In de VS is per ras vastgesteld wat je voor examenscore moet halen om tot een bepaalde opleiding te worden toegelaten. Zwarten mogen lager scoren dan Latino’s en die weer lager dan blanken. Oppression olympics. Niet alleen is dit racistisch – het is tegelijk een klap in het gezicht voor ‘geen aandacht trekken maar hard werken en niet klagen’ minderheden zoals Aziaten. Omdat Aziaten niet van dergelijk beleid profiteren zijn ze een interessante doelgroep voor realistische partijen.

Een perfect bewijs biedt een omstreden document dat binnen de Democrat Party circuleert. Het gebiedt Democratische politici om geen enkel compromis te sluiten op het dossier van illegale migranten – euforisch ‘Dreamers’ genoemd – omdat de electorale  overwinningen van de Democrats afhangen van de demografische ontwikkeling:

 

”If Democrats don’t try to do everything in their power to defend Dreamers, that will jeopardize Democrats’ electoral chances in 2018 and beyond. In short, the next few weeks will tell us a lot about the Democratic Party and its long-term electoral prospects.”

 

Ivoren toren-academici

Brazilië en Zuid Afrika hebben echter bewezen dat identiteitspolitiek gebaseerd op achtergesteldheid en verongelijktheid niet helpt. First we were too black, now we are too white, aldus een politieke slogan van de middengroep. Wat doe je met mensen die als voorouders enerzijds slaven hebben, maar anderzijds ook slavenhandelaren? In Brazilië kwam men tot de conclusie dat dit een doodlopende weg is: compensatiegelden en herstelbetalingen verdwenen van de agenda. In Nederland beginnen we er nu mee, dankzij een paar ivoren toren-academici, die anders dan de Brazilianen nooit serieuze armoede of achterstelling hebben gekend.

Zie hiervoor het artikel ‘Witte mensen moeten eens luisteren’, het verscheen in 2015 in nrc. “Bij mij op school hebben we een doos schmink waar een van de kleuren ‘huidskleur’ heet. Dat is niet de kleur van de meeste kinderen in mijn klas.” Aldus de meest concrete klacht in het artikel. Een vrouw benadrukte hoe racistisch Nederland is, maar wilde alleen in de krant als er “een vanity-fair achtige fotoshoot werd gemaakt”.

De term ‘wit’ is beledigend

Het feit dat deze mensen tot de kanalen van nrc en Hilversum doordringen, zegt dat het hier gaat om een bovenklasse ‘probleem’. Allochtone jongeren hebben niets aan deze rattenvangers. Laten ze zich druk maken over het afdragen van premies aan pensioenpotten die straks leeg zullen zijn, aan het hoogopgeleid zijn maar geen goede baan kunnen regelen zonder connecties. Ontslagbescherming, nepotisme – ambitieuze allochtonen hebben het meest te winnen bij toekomstbestendige sociale voorzieningen en het waarborgen van meritocratie.

De term “wit” is ook beledigend voor Slavische en mediterrane Europeanen want die zijn niet wit. Echt wit zijn alleen albino’s en een handjevol Ieren met rood haar. Blank is een overkoepelende verzamelnaam voor Europese volkeren of rassen. Mag de Europeaan zelf ook meepraten over de benaming van zijn gelaatskleur? Het introduceren van term wit dient om Europeanen uiteen te drijven. Social justice warriors maken ook onderscheid tussen bruin en zwart, omdat zwart niet adequaat zou zijn voor sommige volkeren en halfbloeden. Volgens precies diezelfde redenering is wit een verkeerde, niet-toepasselijke term. Als je hierin consequent zou zijn, moet je Aziaten voortaan ‘gelen’ noemen. Alleen al omdat zij al generaties in niet-Aziatische landen wonen. Van deze consequentie schrikken de SJW’s terug.

Complotgekkies

Waar het kartel opportunistisch meegaat in het cultuurmarxisme van SJW’s, is dit om de aandacht af te leiden. Neem nu de obsessie met gendergeschiedenis op universiteiten. Stel jij behoort tot de elite. Wil je dan dat onderwijs gaat over sociale geschiedenis – arm versus rijk – of over gendergeschiedenis: man versus vrouw? Verdeel en heers is al zo oud als de weg naar Rome. Links en rechts zijn tot compromissen gekomen en hebben het speelveld verdeeld. Kapitalistisch liberalisme hand in hand met hogere belastingen, privileges voor multinationals en linkse cultuurpolitiek gericht op minderheden. Het gevolg is dat gendertegenstellingen nu op de plaats zijn gekomen van economische tegenstellingen. Het cultuurmarxisme was sowieso al niet meer bezig met de onderbouw, dus deze uitruil lag voor de hand. Wie dit aankaart wordt in het publieke debat gemarginaliseerd.

Fortuyn was te naïef over het publieke debat. Hij voorzag geen criteria als fake news, of dat alles direct in de hoek van complotgekkies zou worden geframed. Zie het interview met Jordan Peterson over neomarxisme in de Volkskrant. Het werd gepubliceerd op de dag dat Peterson De Nederlandse Leeuw toesprak. De term “alt-right” stond in de kop en termen als “alt-light” werden rondgestrooid om De Nederlandse Leeuw te diskwalificeren.

Bereid tot revolutie

Met nepnieuws-kwalificaties worden mensen met de rug tegen de muur gezet – voor wie uit het publieke debat wordt verbannen blijft openlijke revolutie over als enige optie. “De elite kan nieuwe media censureren en onderdrukken, maar dit leidt tot het einde van de creativiteit die het Westen succesvol heeft gemaakt.” aldus Brezinski. De liberale filosoof John Locke wees er al op dat mensen bij deze essentiële kwesties bereid zijn tot revolutie – volgens hem was dit een goede zaak. Nu verliep de Glorious Revolution waarbij Locke betrokken was gelukkig zonder geweld; om vrij debat te kunnen waarborgen ontvouwt zich vandaag een situatie zoals Davido Livestro (bij wijze van gedachte-experiment) beschreef:

 

”Tenzij je het wellicht op servers weet uit te brengen die niet in handen zijn van de gevestigde elite. Anders is onze enige hoop een ordinaire ouderwetse revolutie te gaan neerzetten vanuit de straten zoals men dat ook in tijden van het verzet doet. Vanuit eigen bereik te gaan handelen tot je directe naasten.”

 

Zoals ik schreef in de Europese Spagaat (Aspekt 2017), wordt het geweldloze verzet via algoritmes ontmanteld nog voordat het zich kan organiseren. Bijvoorbeeld door zoekresultaten van Google te weren of via een shadowban. Het wordt steeds moeilijker om op een constructieve wijze over identiteit te spreken. Het item – als je niet opzichtig ‘weg met ons’ bent en in het diepst van je ziel de dood van het Westen begeert – wordt direct in het verdomhoekje geschopt. Lone wolves die stropoppen onthoofden blijven over. Daarbij denk ik aan een uitspraak van een Duitse filmregisseur:

 

”Our age is so politically correct, that people think they have to be part of Neo-Nazi bullshit, in order to be able to love their country.”

 

Self-depreciating losers

Als het omlaag halen van de eigen cultuur continu de klok slaat, en het vervangen van elan door lelijkheid, hoe gaan wij allochtone jongeren dan nog bezielen en begeesteren en erbij betrekken? Niemand wil bij een stelletje self-depreciating losers horen. Chinezen hebben hiervoor inmiddels het woord Bái Zuô! – oftewel white left. Mocht iemand nu beginnen over immigranten: immigranten zijn niet tegen grenzen. Ze willen aan de juiste kant van de grens zijn. Grenzen, culturen en staten brengen ons tot de slotvraag wat identiteit nu eigenlijk is.

Op een zeker moment begrepen mensen dat het individuele gewin groter werd naarmate ze in een collectief belang gingen denken, spreken en handelen. Hierdoor lijkt het alsof ze in het collectieve belang handelen, en dat doen ze dan feitelijk ook, hoewel het uiteindelijk voor henzelf is. Deze samenwerkingsverbanden doen wederzijdse sympathieën opbloeien die er toe leiden dat ze liever met elkaar samenwerken dan met buitenstaanders; de gedachte om bij een grotere gemeenschap te horen heeft op velen een sterkend, aanmoedigend effect.

Groepssolidariteit

Zo ontstaat groepssolidariteit, wat maakt dat de groep een hechtere eenheid vormt en zich standvastig opstelt tegenover omringende stammen. Deze gewaarwording van identiteit is een ondefinieerbaar gevoel dat het hart van een man verbindt aan zijn geboorteplaats: een gevoel dat niet redeneert, maar gelooft, voelt en handelt. Het gaat samen met een waardering voor oude gewoonten – degenen die dit gevoel ervaren houden van hun vaderland zoals ze houden van hun ouderlijk huis. Ze hechten aan de rust die ze er ervaren, de opvoeding die ze er genoten en de herinneringen die het in ze oproept. Groepssolidariteit versterkt identiteit.

Door deze wederzijdse sympathieën verlangen de inwoners samen onder dezelfde regering te staan – geregeerd te worden door een bestuur waarin ze zich herkennen. Soms is dit gevoel mede het gevolg van afkomst of etnische identiteit. Ook een gemeenschappelijke taal en religie dragen ertoe bij, evenals natuurgrenzen in het landschap. Sterke bindende factoren zijn politieke antecedenten, het bezit van een nationale geschiedenis, gedeelde herinneringen, gemeenschappelijke trots en gezamenlijk ondergane vernederingen. Zie bijvoorbeeld Overvloed en onbehagen, van Simon Schama. De identiteit van Nederland werd gesmeed door vuur en water – de strijd tegen de dreigende overstromingen en de Spaanse furie.

Geen passievrucht maar spruitjeslucht

 

”Zonder buitenlanders zou ons land kalm en stil ten onder gaan”

 

aldus het kinderliedje ‘Kleurrijk Nederland’ van het Klokhuis uit 1990.

 

”Dan werd ons land zo bleek en dor, we zouden gluren aan de hor. Geen passievrucht maar spruitjeslucht – in China bouwde men de muur, en toen verstarde de cultuur. De vorm werd steeds verfijnder maar vanbinnen werd het leeg.”

 

Dit wordt er gezongen, hoewel Japan en Zuid-Korea het tegendeel bewijzen. Als we nu voor een moment aannemen dat dit liedje klopt, is het tegenovergestelde dan ook waar? Namelijk dat bij teveel verwatering van het eigene, een vergelijkbare ondergang dreigt?

Als perfecte illustratie van dit punt citeerde de journalist Joris Luyendijk een Griek in Londen, die uitlegt waarom hij de Britse nationaliteit niet zal aanvragen:

 

”The clearest dividing line between myself and many who favour Brexit because of nationalist sentiment is probably the question of identity. I don’t see identity as binary or exclusive. I am perfectly content to be Greek and British, Mykonian and a Londoner, European and Mediterranean, lawyer and actor, manly and effeminate, Spurs supporter and opera fan, party boy and home cat. I am delighted to see a new Polish shop in my neighbourhood – it lets me taste new things. I love it when the passenger next to me on the bus speaks a language I don’t recognise – I revel in its music.

When your identities are manifold, you protect them individually less fiercely. More diversity doesn’t feel like a threat, but like an opportunity to add more strokes to your painting. If, however, you latch on to just one identity and begin to rate it as somehow superior to others, it follows that you see any adulteration of it as watering down, rather than enriching.”

 

Commission English

Wat een prachtig bewijs van een kosmopolisch-hedonistische en bewust gewilde cultuurverandering. Niet eens meer het frame “globalisering brengt onvermijdelijke cultuurveranderingen mee” – nee, dit is iets dat zij bewust nastreven om zich te wentelen in esthetisering van de decadentie. Het is hierbij ook mooi hoe – zie Ortega y Gasset over hoe de verplatting van het Latijn door de imperiale expansie de val van Rome inluidde – hoe juist het Engels vervlakt door deze opeenstamping van culturen, in plaats van de talen tot grotere verfijning bij te schaven. Zoals het ‘Commission English’ dat men spreekt in dienst bij de EU.

Cultuurverwatering en de EU brengen ons terug op het migratiebeleid, wat weer raakt aan de eerder aangestipte problemen op de arbeidsmarkt. Ook voor succesvolle allochtonen schiet het niet op om meer kansarme migranten toe te laten; zodoende is de identiteitspolitiek van ‘open grenzen partijen’ een trieste exercitie. Zij proberen de tegenstellingen tussen allochtone groepen te verbloemen door blanke mannen te demoniseren en overal de slavernij bij te halen, door in te zetten op de islam als cultuurpolitiek en te flirten met Turks nationalisme.

De maakbare samenleving

Dit brengt ons tot slot op de resultaten van de nationale discussie bij De Nederlandse Leeuw, waar nuttige dingen werden geconcludeerd. Zo’n nuttig voorstel was meer onderwijs over taqiyya. Maar ook het stellen van een ambitieus overkoepelend nationaal doel om samenhang en trots te organiseren en identiteit te bestendigen.

 

”Het is de bereidheid van individuen om eendrachtig te werken aan een groter geheel waaruit de veerkracht van een beschaving blijkt. Daarom zie je dat in beschavingen die in opkomst zijn, de durf overheerst om in grootschalige, ambitieuze projecten te investeren.”

 

Dit schreef ik op pagina 49 van Levenslust en Doodsdrift, om te onderstrepen hoe een overkoepelend nationaal doel integratie bevordert.

Juist doordat het qua migratie verkeerd gaat met de instroom (te veel mensen worden toegelaten die cultureel niet passen bij een Westerse samenleving en/of kansloos zijn op de arbeidsmarkt), zijn de moeilijkheden op het vlak van integratie enorm. De politiek, die helaas behept is met de illusie van de maakbare samenleving, komt vervolgens weer met inburgeringsplannen die vooral baantjes scheppen en in de praktijk weinig resultaat tonen.

Realisme is geboden

De eindconclusie is dat realisme is geboden. Het is zoals de directeur van het SCP Kim Putters onlangs zei:

 

”Als mensen zorgen hebben over radicalisering, of over moslims die dingen willen opdringen, dan wil dit niet zeggen dat zij hun Turkse buren niet meer aankijken.”

 

Migranten zijn en blijven onze medeburgers en collega’s, wat niet betekent dat we alle cultuurveranderingen moeten accepteren.

 

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens