FLORIS VAN DEN BERG – boekbespreking: Moord op Spinoza

03-05-2018 23:01

 

”In Nederland bestaat vrijheid van meningsuiting en expressie. Dat wil ik graag zo houden, maar uit incidenten rond de islam van de laatste tijd blijkt dat die vrijheid er niet meer is. Zodra een museumdirecteur geen foto’s durft op te hangen (…) is er geen vrijheid van meningsuiting meer. De jure wel, de facto niet.”

 

– Harry Mulisch

Politieke islam

Loopt de liberaal democratische rechtsorde in Nederland gevaar? De auteurs van de essaybundel Moord op Spinoza. De opstand tegen de verlichting en moderniteit (Aspekt, 2018) menen van wel en ik ben zelf een van die auteurs.

 

”Een van de grote problemen van deze tijd is de accommodatie van religie binnen de moderniteit” (p. 53)

 

Zo stelt Paul Cliteur, die samen met David Pinto deze bundel met 10 speciaal voor deze bundel geschreven essays samenstelde. Volgens de auteurs komt het gevaar van twee kanten: ten eerste van de islam die botst met de kernwaarden van de Verlichting en ten tweede met wat zij noemen de policors (politiek correcten) dat wil zeggen mensen die wegkijken of ontkennen dan wel bagatelliseren dat er problemen zijn met de islam. Spinoza is weliswaar verbannen uit Amsterdam door joodse fundamentalisten, maar hij is niet vermoord; Theo van Gogh wel, door een moslimfundamentalist.

 

”Met de moord op Theo van Gogh kan gesproken worden van de vestiging van de politieke islam in Nederland nadat deze zich op nine-eleven 2001 in de VS al openbaarde.” (p. 177)

 

Zo stelt Dirk van der Blom. De liberale rechtsorde schiet te kort bij het verdedigen van haar burgers om zich veilig vrijelijk te kunnen uiten.

Moderniteit en premoderniteit

De auteurs in Moord op Spinoza – de titel klinkt als een historische thriller – richten zich met name tot de policors en niet rechtstreeks tot de moslims. Dit boek is een appèl om de problematiek van de kwetsbaarheid van de liberale rechtsorde onder ogen te zien en een pleidooi voor culturele, maatschappelijke en politieke weerbaarheid. Dit boek is niet het eerste of enige boek met deze strekking; een aantal auteurs uit deze bundel heeft in andere publicaties zich hierover uitgesproken. De auteurs betogen tevens dat de gevestigde, door de overheid gesubsidieerde media, policor is en nauwelijks stem geeft aan tegengeluiden. Coen de Jong schrijft:

 

”De Eerste Wet van de NPO luidt: je wint elke discussie door ‘islamofobie’ te roepen.” (p. 119)

 

Dankzij internet zijn er inmiddels alternatieve kanalen waarin dat wel gebeurt, zoals de ThePostOnline en de interviews via café Weltschmerz die op Youtube te zien zijn. Ik ben benieuwd of en hoe dit boek in de zogenaamde kwaliteitskranten besproken zal worden. Ik neem een abonnement op de krant die hier een positief kritische recensie aan wijdt. Ondanks de tegengeluiden in de marge blijft de hardnekkige ontkenning om de problemen, of beter gezegd, het probleem van de verhouding tussen islam en moderniteit, onder ogen te zien dominant. De auteurs betogen in lijn met de theorie van het beruchte boek van Samuel Huntington The Clash of Civilizations and the Remaking of a World Order (1996) dat er een fundamentele botsing is tussen moderniteit (het Westen) en premoderniteit (de rest) en dat deze botsing binnen de eigen samenleving het meest pregnant is door de botsing met islam. Nadat het christendom in Nederland de afgelopen decennia in rap tempo is verwaterd en de samenleving is geseculariseerd, maakt nu de opkomende islam gebruik van de nog bestaande verzuilde structuur in Nederland zodat er dankzij overheidssubsidie – ruim aangevuld met subsidie uit moslimdictaturen als Saoedi-Arabië – een premoderne zuil ontstaat die op gespannen voet staat met de basale uitgangspunten van de liberale democratie. Moord op Spinoza wijst erop dat zachte heelmeesters stinkende wonden kunnen maken en dat het huidige politieke klimaat een voorbeeld is van zacht heelmeesterschap.

SJW’s

De liberale democratie is niet onkwetsbaar. Een van de steunpilaren van dit systeem is de vrijheid van expressie en juist die vrijheid van expressie ligt door de reële angst voor geweld onder vuur. De moord op Theo van Gogh is een aanslag op de liberale democratie, een aanslag op de vrijheid van expressie. De auteurs tonen met voorbeelden aan dat er in de samenleving steeds weer wordt toegegeven aan de eisen van moslims en dat degenen die kritiek uiten op de islam, met als boegbeeld Geert Wilders, worden afgeschilderd als islamofoob en racistisch.

Het zou kunnen dat Moord op Spinoza wordt weggezet als een rechts, extreem rechts, of conservatief boek. Dat is zowel terecht als onterecht. Het klopt dat een deel van de auteurs zich in deze hoek van het politieke spectrum bevindt. De politieke kleur speelt een rol bij het kijken naar welke oplossingen er zijn en hoe die geïmplementeerd kunnen worden. Wanneer het gaat om een diagnose van problemen stijgen we boven de partijpolitiek uit. Net zoals milieuproblemen boven de partijpolitiek staan. Hoe problemen opgepakt worden, daaruit blijkt de politieke kleur en milieuproblemen worden doorgaans ter linkervleugel beter opgepakt, tenminste bij GroenLinks.

In hun verontwaardiging over het uithollen van de liberale democratie spuien een aantal van de auteurs hun gal over de zogenaamde social justice warriors. Ik wil een lans breken voor social justice warriors, ook wel linkse gutmenschen genoemd, misschien omdat ik er zelf een ben. Social justice warriors zetten zich in voor de idealen van de Verlichting en zij komen op voor onderdrukten en hulpbehoevenden. Maar, en nu komt het, soms wringt het hier. Het kan zijn dat de hulpbehoevende immigranten waar de gutmenschen voor opkomen in een premodern (islamitisch) paradigma zitten. De SJW’s zijn voor individuele vrijheid en gelijkheid tussen mensen, maar door de absurditeit van de werkelijkheid komen zij op voor mensen die hun wereldbeeld helemaal niet delen. Hier komt dan een psychologische kronkel: de SJW’s ontkennen dan dat er een conflict is en zij vallen degenen die de praktijken en opvattingen bekritiseren aan, vooral als de kritiek van de andere kant van het politieke spectrum komt. Vreemd genoeg beroepen zowel de SJW’s als de critici op de policors zich op de Verlichting. De SJW’s menen dat zij opkomen voor gelijkheid en rechtvaardigheid, terwijl de critici menen dat de SJW’s de idealen van de Verlichting ondergraven door intolerantie te tolereren, vooral wanneer het gaat om de islam.

Dubbele botsing

Mijn positie zit er tussen in. Ik vind doorgaans de linkse SJW’s of gutmenschen bewonderenswaardig omdat ze zich inzetten voor degenen die hulp nodig hebben in de samenleving en ook daarbuiten (ontwikkelingshulp), bovendien hebben deze mensen doorgaans een bezorgdheid over het milieu en soms zelfs dieren. Wellicht zijn de SJW’s naïef en te aardig en rollen zij met hun goede bedoelingen het paard van Troje binnen. Coen de Jong schrijft:

 

”Religieuze fundamentalisten kunnen – op voorwaarde dat ze islamitisch zijn – in het progressieve Nederland op begrip, subsidie en toegeeflijkheid rekenen.” (p. 102)

 

Het zijn de intoleranten die misbruik maken van de goede bedoelingen van de gutmenschen. De critici van de gutmenschen beroepen zich op het ideaal van individuele vrijheid en het recht op de vrijheid van expressie. Deze criticasters wijzen op de blindheid die er is voor ideologieën die haaks staan op de fundamenten van de liberale democratie. Wat wonderlijk – maar wel begrijpelijk – is aan de critici is dat zij focussen op de islam. Wanneer de SGP aan de macht zou komen zou hier ook een theocratie ingevoerd worden die zijn weerga niet kent. De SGP is de christentalibanpartij van Nederland. Een groot verschil tussen orthodoxe christenen en moslims is dat het bij christenen (anno nu in Nederland althans) blijft bij woorden en intolerantie binnen de eigen groep, terwijl er van de islam een dreiging uitgaat naar de samenleving als geheel. Die dreiging is disproportioneel veel groter dan het actuele geweld dat heeft plaatsgevonden. Tot op heden is het gebleven bij de brute moord op Theo van Gogh. Er is echter sprake van een zelfcensuur op islamkritiek vanwege de reële dreiging met geweld. Het punt dat er bij veel gutmenschen niet in wil is dat er een fundamentele botsing is met de islam en de verlichtingswaarden. In zijn bijdrage aan de bundel noemt David Pinto het zelfs een dubbele botsing, moderniteit botst met premoderne culturen en met religie, met name islam.

Democratisch burgerschap

Veel oplossingen biedt het boek niet. Zo wil Pinto weliswaar fundamentalistische scholen verbieden, maar niet zover gaan om art. 23 uit de grondwet te schrappen en daarmee alle scholen seculier te maken. In het boek staat niets over een verbod op halal slachten, een verbod op jongensbesnijdenis of maatregelen om kindbruiden en meisjesbesnijdenis te voorkomen. De focus van het boek ligt op kritiek op islam, integratie en het gebrek aan weerbaarheid van de liberale rechtsstaat. Er is weinig aandacht voor slachtoffers binnen premoderne kringen, zoals de islamitische gemeenschap. Tom Nijhoff schrijft:

 

”De devaluatie van moderniteit en verlichting lijkt mij nauw samen te hangen met de komst van veel cultuurvreemde immigranten die uit hun premoderne maatschappijen naar hier kwamen.” (p. 200)

 

Er is sprake van een culturele en zelfs morele botsing, zoals scherp geanalyseerd in het boek van Paul Scheffer Het land van aankomst (2007) en in diens beroemde of beruchte essay ‘Het multiculturele drama’ (2000). Maar ondanks tal van waarschuwingen en analyses is er geen goed werk gemaakt van integratie in de liberale democratie. Ik herhaal dat het een goed begin zou zijn om artikel 23 uit de grondwet te schrappen zodat alle kinderen seculier onderwijs krijgen, bij elkaar op school zitten en onderwijs krijgen in wat pedagoog Micha de Winter en humanistische filosoof Fernando Savater democratisch burgerschap noemen.

Nieuwe renaissance

Bij sommige bijdragen in de bundel is het perspectief op de werkelijkheid door grote verontwaardiging verdwenen. Het bontst van allen maakt Sid Lukkassen het met een hysterisch opstel over het einde van het Avondland. Het mag duidelijk zijn dat Lukkassen het sprookjesboek van Spengler als hoofdkussen heeft. Lukkassen trekt grote conclusies uit kleine voorvallen. Hij heeft het over de noodzaak van een westerse Leitkultur, wat dat ook maar wezen mag. Het gaat er volgens mij om dat het project van de Verlichting overeind blijft en verder wordt voltrokken. Maar het praten over een gedegenereerde westerse cultuur die op haar laatste benen loopt is onzin. Cultuurfilosofie à la Spengler is sowieso nonsens. Neem een uitspraak van Lukkassen als ‘de existentiële crisis van het westen’. Wat is het Westen precies? En hoe kun je bepalen of het Westen in crisis is? Blijkbaar is niet iedereen erbij betrokken maar de filosoof-ziener ziet vanachter zijn scherm wel hoe het grote wereldgebeuren echt in elkaar zit. Lukkassen schrijft aan het eind van zijn tirade deze zin:

 

”Het uitvagen van de SJW’s [Social Justice Warriors] opent de weg voor een nieuwe renaissance.” (p. 156)

 

Er volgt geen toelichting over wat hij precies met ‘uitvagen’ bedoelt en hoe dat in zijn werk gaat. Aan het einde van deze uitvaging gloort dan de nieuwe renaissance, maar dat is nog wel een eind verwijderd van de Verlichting. Ten tijde van de renaissance was er weinig ruimte voor de vrijheid van het individu. Hij eindigt zijn essay met een sinistere uitspraak:

 

”Houd moed – het ontwaken is nabij.” (p. 156).

 

Knettergek

Ik ben trouwens ook een apocalyptisch denker, maar dan over de antropogene ecologische crisis, maar dat is niet aan de auteurs van deze bundel besteed. Zo schrijft Ton Nijhof:

 

”Ik vind alles prima, maar kan mijn geest niet laten verarmen door toevallig passerende sterrenwichelaars die menen zonder deugdelijk onderzoek de thermostaat van de Aarde lager te kunnen draaien […]. Dan zijn we knettergek geworden.”

 

Dit is een onzinnige uitspraak van iemand die het spoor geheel bijster is en die lijkt te menen dat het klimaatprobleem een linkse hobby is. Het is goed nog eens goed te kijken wie er nu precies knettergek is. Over knettergek gesproken: David Pinto noemt Israël als een voorbeeld van hoe het wel moet.

 

”De problemen in Israël met haar moslimburgers zijn vergeleken met Nederland miniem.” (p.48)

 

Israël is een land dat een bloedige strijd voert met Palestijnen en moslims, maar ook met de invloed van de orthodoxe joden die in een premoderne wereld willen wonen. Vergeleken met Israël is Nederland een vreedzaam paradijs.

Utopische droom

Het openingscitaat van Harry Mulisch staat in het essay van Coen de Jong die een artikel van Joost Zwagerman uit 2007 aanhaalt. Frappant is dat Mulisch een linkse fellow traveller was, maar hier blijkbaar even niet. Mat Herben geeft in zijn opstel een interessante observatie over hedendaagse fellow travellers:

 

”De fellow travellers van toen hebben communisme ingeruild voor de islam.” (p. 98)

 

Coen de Jong schrijft:

 

”Een van de fundamentele elementen van de vooruitgang is de mogelijkheid tot religiekritiek.” (p. 104)

 

En die mogelijkheid ligt, letterlijk, onder vuur. De Jong betoogt verder:

 

”Tolerantie is echter niet hetzelfde als alles kritiekloos accepteren. Geloof is nooit een excuus voor wetsovertredingen, zoals oproepen tot geweld, vrouwen- en kindermishandeling. Of aanzetten tot terrorisme.” (p. 118).

 

Dirk van der Blom vat de kern van het boek krachtig samen in zijn slotwoord:

 

”De utopische droom die Spinoza had om nooit meer angst te moeten hebben voor een godsdienst is op 2 november 2004 in Amsterdam teniet gedaan.” (p. 195)

 

Spinoza is dan wel niet vermoord, maar Theo van Gogh wel.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens