Vrouwen kunnen wél schrijven, wil het ‘Het sterke geslacht’ aantonen

02-06-2018 14:58

Met de essaybundel ‘Het sterke geslacht’, bescheiden ondertitel ‘Over vrouwen in de literatuur’, is iets merkwaardigs aan de hand. Of juist niet. Bij VPRO Boeken mocht de auteur, Herman Stevens, komen uitleggen dat vrouwen ten onrechte al lange tijd, en wellicht nog steeds, niet voor vol worden aangezien in de literaire wereld. Sterker nog: structureel worden weggezet als minderwaardig. Zie hun ondervertegenwoordiging in de literaire canon. Zie de schamele oogst bij de literaire prijzen. Zie het feit dat vrouwelijke auteurs bij de belangrijke coterietjes (denk aan De Vijftigers) worden weggehouden. En zie de manier waarop ze in veel mannelijke literatuur als lustobjecten worden neergezet (‘Lolita’, Nabokov). Het is nogal een waslijst. Stevens was van harte bereid zich bij de VPRO als klokkenluider van dit onrecht te profileren. Dat mag! Daar is niks mis mee. Sterker nog: ik was onmiddellijk bereid mijn eigen, mogelijk puur mannelijke, literaire smaak ter discussie te stellen. En te onderzoeken of het lezen van meer vrouwen mijn geestesleven zou kunnen verrijken. En nu komt het merkwaardige of niet-merkwaardige: het lezen van ‘Het sterke geslacht’ gaf mij amper één argument om mij inderdaad te stimuleren tot een gedragsverandering. Ofwel, Stevens’ optreden bij de VPRO was een grove en tevens gammele simplificatie van de inhoud van zijn essaybundel. Maar omdat de NPO-directie sinds kort de doctrine van de diversiteit heeft omarmd, was er kennelijk een vacature voor een middelbare, blanke man, Stevens in dit geval, die opkomt voor de vermeend achtergestelde groep die ‘literaire schrijfsters’ heet. Publicitair was het dus een één-tweetje: de VPRO kon haar loyaliteit aan de diversiteitslobby richting NPO-top  tonen en Stevens kon gewilde uitzendtijd vullen met praten over zijn nieuwe boek. Merkwaardig? Misschien toch niet.

Bloedeloos ontleedmes

Het grootste deel van ‘Het sterke geslacht’ bestaat uit een – helaas voor de achtergestelde groep – nogal bloedeloze herlezing van door vrouwen geschreven romans uit de vorige eeuw. Doeschka Meijsing, Margriet de Moor, Mensje van Keulen, Maria Stahlie en Wanda Reisel komen onder het ontleedmes van Stevens nou niet bepaald op een manier tot leven, waarvan je onmiddellijk naar de boekhandel gaat rennen. Integendeel. De klassiek mannelijke bezwaren tegen vrouwenliteratuur – dat het almaar over gevoelens gaat, over familiaire verhoudingen, kortom, over een troebel universum waarvandaan je geen zicht hebt op een helder perspectief – wordt door Stevens eerder bevestigd dan van tafel geveegd. ‘Meijsing had een klassiek lastige verhouding met haar moeder, die haar als kind lelijke kleren had gegeven en eigenlijk een half jongetje van haar had willen maken, met kort haar,’ noteert de schrijver op pagina 41. Om vervolgens nog pagina’s door te emmeren over de relatie tussen Meijsing’s werk en haar jeugd annex familie, niet in de laatste plaats broer Geerten Meijsing. Wellicht is het mijn macho-inborst, je mag het niet uitsluiten, maar al die pagina’s over Meijsing deden mij eerder verlangen de paar boeken van haar hand uit mijn kast te plukken en bij het grofvuil te zetten dan nog eens te herlezen. Al zal Stevens, dit lezende, hoogstwaarschijnlijk beweren dat mijn afkeer van onderhuids borrelende gevoelens en moeizame familiebanden als literaire hoofdthema’s het ultieme bewijs is van mijn mannelijke blik op literatuur. En van mijn emotionele onvolwassenheid.

Zeldzame borreltafels

Natuurlijk doet de uitgever ook een duit in het zakje bij het opwarmen van de controverse. En het zodoende urgent maken van deze titel. Op de achterflap lezen we dat je twintig jaar geleden ‘rustig aan de borreltafel kon beweren dat vrouwen niet konden schrijven’.  Een hele rare zin, als je erop inzoomt. Alsof Stevens zelf aan die borreltafels heeft gestaan en persoonlijk het dédain heeft opgevangen, waarmee mannen schrijfsters afserveerden. Het zou zomaar kunnen, natuurlijk. Maar ik meen toch stellig te weten dat als ik twintig jaar terug in een willekeurig gezelschap zou beweren dat vrouwen niet kunnen schrijven (wat per saldo een oerdomme, generaliserende opmerking is) ik wel degelijk op een weerwoord zou zijn getrakteerd. And rightly so! Die borreltafel van de achterflap zou er dus wel eens niet meer dan één geweest kunnen zijn, ergens in de grachtengordel. Enfin. De semimilitante flaptekst maakt ‘Het sterke geslacht’ er niet sterker op; het benadrukt slechts dat deze bundel verschillende (nogal zwakke) boodschappen uitzendt en de rug van het boek bijna het enige onderdeel is dat niet met één vingerbeweging is weg te blazen.

Totale humorloosheid

Naast alle voorgaande bezwaren is het grootste euvel van ‘Het sterke geslacht’ dat het volledig van elke humor is gespeend. Begrijp me niet verkeerd: niet alles hoeft grappig te zijn. En omdat literatuur ook één van míjn favoriete onderwerpen is, ben ik meer dan bereid me in een serieuze analyse van romans, of het literatuurbedrijf in zijn geheel, te verdiepen. Mits ik het gevoel krijg dat er een splijtende wending of conclusie op de loer ligt. Dat gevoel krijg je bij deze essaybundel nergens. En de toon is niet alleen niet grappig, nee, je voelt aan alles dat de lach, die laatste ontsnappingspoging, stilletjes precies datgene is dat Stevens het liefst zou willen uitbannen. Het ligt dan ook bovenop mijn tong dit boek ‘een zeikboek’ te noemen en mezelf eventueel aan te bieden om namens de vrouwenliteratuur een krachtiger statement te maken, maar ach, dat zijn natuurlijk die vermaledijde testosteronhormonen van mij die me dit influisteren. Rest mij te bekennen dat de geanalyseerde romans, zelfs in de samengevatte vorm, mij al zo stierlijk vervelen (je zou bijna nog gaan geloven in het cliché dat vrouwen hun koffietafelgesprekken over het papier uitsmeren), en dat de karaktermoorden op vermeende ‘macho-auteurs’ als Jan Slauerhoff en Philip Roth dermate gaapverwekkend zijn uitgevoerd, dat ik de volgende keer, tien tegen één, weer naar een man zal grijpen in de boekhandel.

Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn van ‘Het sterke geslacht’.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens