De keuzevrijheid van de moderne mens heeft eenzaamheid als keerzijde

02-07-2018 20:50

Helden zijn dood? Niks ervan, helden leven. En wel in ons midden!

Hoe dat kan, in een tijd zonder bezieling zoals de onze? Door van muggen olifanten te maken en ijzer te smeden als het heet is. En door te geloven in wat dan ook, als het maar structuur biedt.

Onderstaande opinie is een verhaal, een parabel gebaseerd op zaken die wel degelijk echt zijn. Vermelding van specifieke websites ontbreekt, omdat er zodanig veel van zijn. Mijn inspiratie voor het hiernavolgend relaas vond ik door te lezen, te luisteren en te kijken naar mensen, alsook door rond te surfen op het internet, die bodemloze put vol bagger en informatie.

We could be heroes, just for one day (David Bowie)

De hedendaagse mens baadt in zelfgenoegzaamheid, sociale media, jacuzzi’s en het eigen gelijk. Volkomen ondergedompeld in een overdaad aan prikkels, informatiebronnen, snel genot en hedonisme, krijgt hij het onheuglijke gevoel van vereenzaming waaraan hij sinds zijn geboorte ten prooi is gevallen niet helder.

Hij is niet langer een jager, noch een verzamelaar. Zijn trots haalt hij niet uit zijn behendigheid met pijl en boog, of zijn kundigheid wat betreft het traceren van kuddes wild. Hij werkt niet op het land, zoals zijn voorouders en 90% van de populatie gedurende duizenden jaren deden. De landbouwer die gedurende enkele millennia zijn brood verdiende in het zweet zijner aanschijns, kende naast ontbering ook saamhorigheid en gemeenschapsgevoel. Tijdens boerenfeesten, of wanneer de gemeenschap een aan ziekte overleden kind ter aarde bestelde, vond de landbouwer steun binnen zijn boerenentourage.

De moderne mens is geen middeleeuwse smid of leerlooier, zoals de mannen in zijn familie eertijds, die generaties lang in dat vak zaten. Ook klompen maken, schepen bouwen, bier brouwen of enig ander ambacht is hem vreemd. De tijd van gilden, agrarische gemeenschappen en gemeenschappen tout court, vindt de moderne mens enkel terug in geschiedenisboeken, of in met bordkartonnen figuren volgestouwde Hollywoodproducties.

Zelfs de fabrieksarbeider uit de 19de en 20ste eeuw wist zich omkaderd door lotgenoten, die niet zelden het leed dat velen ten deel viel hielpen verzachten.

En ook de bijna 2000 jaar oude lijm van het christendom die westerse mensen toch ietwat aaneen bond, is stilaan uitgewerkt.

Neen, de moderne mens is vrij! Hij heeft zichzelf bevrijd van zijn ketenen zoals eertijds Philippe Pinel de krankzinnigen bevrijdde van de hunne. De omstreeks het einde van het tweede en begin van het derde millennium geboren of opgegroeide mens bezit namelijk iets wat zijn voorzaten niet bezaten: keuzevrijheid.

Maar aangezien medailles in de regel tweezijdig zijn, kent ook deze gouden medaille van de vrijheid een donkere keerzijde: eenzaamheid. De toegenomen individuele vrijheid heeft bressen geslagen in even menselijke behoeften zoals trots, de wetenschap te behoren tot een gemeenschap en zingeving. En dus moet de op zichzelf teruggeworpen westerling op zoek naar alternatieven.

Stairway to heaven (Led Zeppelin)

De moderne mens is niet langer gebonden aan gilden of broederschappen. Hij creëert zijn eigen leven, effent zijn eigen pad. Dat pad is vaak geplaveid met goede voornemens, even vaak leidende recht naar de hel. En eenmaal in de hel beseft de moderne mens dat hij aan de andere kant van de medaille is beland. Eenzaamheid is dan zijn deel. Geen gilde, geen broederschap, geen trots, geen zin van het leven, geen levende ziel te bespeuren.

Jazeker, velen slagen met brio in de zelfontplooiingswedstrijd die een mensenleven aan het begin van de 21ste eeuw is. Sommigen worden succesvolle artsen, anderen stampen een innoverend bedrijf uit de grond. Weer anderen bedrijven twaalf stielen en dertien ongelukken, belanden in de psychiatrie of eindigen met een elektriciteitskabel rond hun nek aan de deurklink van het huurappartement waar de huisbaas ze net wou uitzetten wegens wanbetaling.

Va, Piensiero (Guiseppe Verdi)

Bedenk hoe mensen met autisme wellicht hun gading konden vinden in het voorspelbare leven van weleer, hoe mensen met ADHD hun overtollige energie kwijt konden in zware arbeid, hoe mensen met een lage intelligentie weinig opvielen in een samenleving waar lezen en schrijven niet vanzelfsprekend waren. En zonder in romantische dagdromerijen te vervallen: bedenk dat in vroeger tijden “krankzinnigen” vaak werden opgenomen en onderhouden binnen de lokale gemeenschap. Inclusie was vijfhonderd jaar geleden wellicht vanzelfsprekender dan nu.

Er zijn evenwel ook mensen die men als ‘gewoon’ kan bestempelen. Dat zijn diegenen die noch Einstein, noch Leonardo da Vinci, noch Don Quichot zijn. Dit slag van mensen maakt de meerderheid uit. Ze kabbelen doorheen de geschiedenis zoals golven over de zee.

I will survive (Gloria Gaynor)

Tussen de winners, de losers en de gewonen echter, bevindt zich nóg een categorie mensen. Het betreft mensen die vlees noch vis zijn. Ze zijn nooit quantumfysicus geworden, hebben nooit een gewoon leven opgebouwd, maar evenmin bengelen ze aan de deurklink. Het zijn de handigaards van de moderne samenleving, de ‘fittest’ uit Darwins evolutieleer. Als karma-kameleons passen ze hun leefwijze aan, aan de vigerende normen en gebruiken in westerse samenlevingen. Op die manier creëren ze een trend, die op zijn beurt diezelfde samenlevingen een bepaalde richting uitstuurt. Die trend is uiteindelijk niet veel meer dan een vorm van geloof, aangezien semantische composities niet noodzakelijk wiskundige formules behoren te zijn.

Gebruik makend van de middelen die de samenleving hen biedt, boetseren deze fitte alen zichzelf een fictieve identiteit bij elkaar. Ze worden lifecoach, of personal development-coach en breien op die manier een complex net in elkaar dat bestaat uit aaneengeregen draden van kapitalisme, hedonisme, persoonlijke ontwikkeling, zingeving en neo-boeddhisme. Globale netwerken van believers (in deze of gene zweverige theorie) vullen de hiaten die zijn ontstaan na het uiteenvallen van de traditionele gemeenschappen en dier wetten en gebruiken. De nieuw ontwikkelde identiteiten die uit dit ratjetoe aan inzichten voortkomen, vinden aldus ingang in onze maatschappijen en vormen de basis van weer nieuwe normen en gebruiken. Een trend is dan geboren en stuwt de samenleving in een bepaalde richting, maar niemand kent de exácte richting.

Lasciatemi morire (Claudio Monteverdi)

De selmade-lifecoaches die een leidende functie uitoefenen binnen deze gemeinschaft, bestaan uit mensen die levensgebeurtenissen tot een via massamedia verspreide evenementenbeurs herwerken. Apostelen 2.0 zeg maar. Opgediend en geserveerd aan een gretig publiek van identiteitslozen en eenzamen, vormt deze haute-cuisine van de levenwijsheid een niet te versmaden vijfgangendiner.

Als onversneden discipelen werpen zoekende mensen aller landen zichzelf aan de voeten van de levensstijl-apostelen, smekend om in dier voetstappen te mogen treden en zich dezelfde wijsheden eigen te kunnen maken. Menselijke eigenschappen zoals egocentrisme, haat, nijd, eenzaamheid, woede en angst worden door lifecoaches met behulp van een uitgekiend woordenweb terug in een begrijpelijk verhaal aan elkaar geweven. De wereld en het leven krijgen weer zin.

‘My Angel Gabriel’ (Lamb)

En zo verwordt het fijnmazig net van mensen-die-het-leven-middels-webinars-beschouwen tot een maatschappij-beïnvloedende factor van belang. Net zoals de salafist, de neonazi, de sprituele goeroe en de antikapitalist, deelt de selfmade-lifecoach zijn waarheid en wijsheid via internetsites, zelfhulpboeken, vrouwenbladen en andere massamedia. Want van alle survivelers is geloof de fittest.

Talrijk zijn dan ook de websites, de zelfhulpboeken en de seminaries (‘seminars’) die deze categorie mensen in elkaar knutselen. Als ware goochelaars – wat zeg ik: woordkunstenaars! – voorzien ze belegen woorden en uitdrukkingen van een fris laagje verf. Hippe mama’s uit deze categorie van mensen, die een goedverdienende man/sugardaddy aan de haak hebben geslagen, noemen zichzelf bijvoorbeeld ‘thuisblijfmama’. Dat klinkt veel acceptabeler dan ‘huisvrouw’, een term die per direct beelden oproept van grijze krulletjes, blauwe overschorten met bloemetjespatroon en witte verpleegsterklompen met verluchtingsgaatjes. Een huisvrouw had in onheuglijke tijden haar plaats en functie binnen het gezin, de familie en bij uitbreiding in de gemeenschap. Een huisvrouw anno 2018 kan beter een elektriciteitskabel uit de garage halen.

Hoe dan ook, een thuisblijfmama is en blijft gewoon een huisvrouw met een Ipad en een goed verhaal.

‘I’m so fabulous’ (New York Dolls)

De ‘kids’ (‘kinderen’ klinkt zó 1980) van de thuisblijfmama’s worden als verlengstuk van hun thuisblijf-heldendaden op sociale media opgevoerd als verlengstuk van zichzelf. Het schitterende rapport van zoonlief weerspiegelt als het ware de brille van mama thuisblijf. Vooraleer ze de thuisblijf-professie begon uit te oefenen, heeft mama immers óók een jaartje gewerkt (als verpleegster in een ziekenhuis waar ze haar man die arts-specialist is en afdelingshoofd heeft ontmoet). De lieftallig-verleidende glimlach van dochterlief vormt dan weer het levende bewijs dat de appel niet ver van de boom valt. Ook mama was in haar pre-met-papa-getrouwd-dagen namelijk een populaire en door menig gezonde jongen gefrequenteerde deerne.

Nu is de zus van thuisblijfmamalief niet op zo’n goedverdienende kostwinner gebotst. Maar aangezien survivallen als fittest nu eenmaal in de genen zit bij sommigen, weet ook zij zich degelijk uit de slag te slaan. Van alles heeft ze gedaan: een studie communicatiemanagement die ze nooit heeft afgewerkt, een jaartje sabbat en dus wereldreis inclusief een weekje Tibetaans klooster, een studie psychologie waarin ze al haar levenservaring en haar ei kwijt kon. Van alles dus. Een minder fitte tijdgenoot zou dan een elektriciteitskabel beginnen zoeken, maar zo niet zuslief.

‘Zeil je voor het eerst’ (Bart Kaëll)

Waarom heb je immers een diploma nodig, laat staan een opleiding in een of andere stiel of branche? Maakt dat iemand meer mens? Dus zocht zuslief naar antwoorden. En die vond ze. Via de sociale media. Daar zag ze op youtube een Tedtalk over multipotentialites. Dat zijn mensen die niet één, maar meerdere passies hebben. Enkele eeuwen terug zou men zo iemand een homo universalis hebben genoemd. Nu, in de moderne wereld, noemt men zo iemand een multipotentialite. En laten nu net álle kenmerken van een multipotentialite van toepassing zijn op zuslief! Dat treft, want ze heeft in de Cosmopolitan een zelftest gedaan waarbij ze aan nagenoeg alle criteria voldeed waaraan een rechtgeaarde miltipotentialite dient te voldoen om multipotentialite genoemd te worden!

Zuslief heeft niet één passie, maar vele. Ook háár interesse kan slechts tijdelijk gewekt blijven, om vervolgens als water in de woestijn te verdampen. Ongetwijfeld zou ze in het CERN in Zwitserland kunnen werken, ware het niet dat haar multipotentiële geestelijke vermogens snel uitgekeken zouden zijn op zulk godsdeeltjes zoekend tijdverdrijf. De creativiteit van zuslief laat zich niet aan banden leggen!

Vergeet labiliteit en van geen hout pijlen weten maken, dat heet in het ‘multipotentialitees’: creativiteit. Labiliteit en besluiteloosheid krijgen, in de juiste vorm gegoten en omkaderd door een spiritueel verhaal, zin!

Nabeschouwing

Mensen hebben zich er doorheen hun geschiedenis vaak het hoofd over gebroken: Wat is de zin van dit alles? Goden en geesten, legenden en verhalen, wetten en regels boden in afwachting van het antwoord op die prangende vraag een houvast aan de feilbare mens. De betoverde wereld waarin hij leefde en waarin alles en iedereen zijn vaste plaats had, bood hem de nodige structuur en rust.

Maar de geschiedenis is gebonden aan regels noch wetten – die doet wat hij wil en niet kan laten. De mens zijn individuele vrijheid laten winnen is zo’n voorbeeld van de ondoorgrondelijke paden die de geschiedenis bewandelt. Alle bijkomstigheden daaraan verbonden – eenzaamheid, onthechting, atomisering – komen op rekening van diezelfde mens. De beproevingen die hij in zijn zoektocht naar niemand-weet-wat moet doorstaan, vallen praktisch onmogelijk rationeel te verklaren. En daarom vervalt het menselijk wezen keer op keer in die ene constante: geloven.

De nabeschouwing van bovengenoemde tragiek van het menselijk bestaan, laat ik bijgevolg aan Paulus, maar het had evengoed een willekeurige andere persoon met een beetje mensenkennis kunnen zijn. In zijn brief aan de Romeinen (8:25) vat hij de hoop die de mens stelt in zijn redding als volgt samen:

 

”Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden.”

 

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens