Column

De roze wolk (6): Halfslachtige verliefdheid via e-mail

20-02-2012 20:00

Bestaat er zoiets als liefde voor iemand die je nooit hebt ontmoet? Ik dacht altijd dat het onzin was, tot ik met Gerard begon te e-mailen. Gerard schreef goed, was intelligent en gevat. Hij studeerde kunstgeschiedenis en had allerlei contacten in de kunst- en mediawereld. Wij hadden een band die niet uit te leggen is. Gerard was op een foto niet bepaald knap en zijn kunstpassie deed me niets. Toch leken we elkaar volledig te begrijpen, zonder elkaar ooit in het echt te hebben gezien of gesproken. Ik zou hem op straat spontaan voorbij zijn gelopen, maar hij voelde tegelijk heel bijzonder en vertrouwd aan: iemand die me begreep. Verliefdheid ging in mijn jonge jaren altijd over uiterlijk en andere oppervlakkigheden, maar bij Gerard was dat voor het eerst anders.

Geen afspraak
Meestal vraagt de ander om een ontmoeting, en daar werk ik dan met frisse tegenzin aan mee. Bij Gerard was het andersom. Na een paar maanden belden we om een afspraak te maken. Het werd een lang en intiem gesprek over wat ons bezigheid. Gerard zei toen dat hij zich “wel voor een ontmoeting wilde lenen”. Maar een paar dagen later mailde hij dat hij een vriend zocht die zijn passie voor kunst deelde. Hij antwoordde niet meer, en verdween daarmee even plotseling als hij gekomen was. Ik bleef in verwarring achter wat onze band nu precies was geweest.

Als je jarenlang uit de kast bent, maar niet actief, hoor je helemaal nergens bij. In de kast hoor je ten minste nog bij hetero’s, ook al weet je zelf wel beter. Als je uit de kast bent en niet actief, ken je niemand die je begrijpt en kunnen jongens via e-mail mythische proporties krijgen. Gerard leek uniek, maar tegelijk wist ik dat hij ook heel gewoon was: net als andere homojongeren was hij op zoek naar een invulling van zijn bestaan, nu vrouw en kinderen niet voor de hand lagen. Was Gerard nou heel bijzonder, of het omgekeerde?

Afscheid nemen
Gerard bleef een tijdje door mijn hoofd spoken. Een paar maanden later ben ik naar zijn woonplaats geweest. In de snackbar schuin tegenover zijn huis at ik patat en ik liep nog eens langs zijn voordeur. Ik had even gehoopt dat hij de straat in zou lopen, maar zijn huis was verlaten. Ik had niet aan durven bellen als er licht had gebrand, want ergens wist ik dat mijn gevoel onzin was en niet aansloot bij hoe Gerard mij zag. Hij was bijzonderder voor mij dan ik voor hem.

Gerard is nu regelmatig op de radio te horen, was in een slecht bekeken televisieprogramma te zien en schrijft boeken. Als ik zijn photostream bekijk, zie ik wel veel kunst, maar geen spoor van een vriend. Waar is de onzekere jongen van de telefoon die net als ik zocht naar een jongen om alles mee te delen? Het antwoord is: hij heeft geen tijd, want hij is aan het werk. En Gerard maar denken dat we niks gemeen hebben.

Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.