Column

Men houdt stille tochten om iets te voorkomen dat niet te voorkomen is

24-06-2018 13:40

Het tragische ongeluk na afloop van het Pinkpopfestival in Landgraaf, dat een ongelukkige het leven kostte en drie andere levensgevaarlijk verwondde, heeft de onderbuik van de samenleving weer wakkergeschud. De mensen willen een zogenaamde ‘stille tocht.’ Een stille tocht is een optocht van mensen die met een ernstig gezicht zwijgend over straat schuifelen ter ‘nagedachtenis’ aan de slachtoffers van een dramatische gebeurtenis. Meestal betreft het een misdrijf, maar een ongeval vormt kennelijk ook al een welkome aanleiding. Het overgrote merendeel van de sombere schuifelaars kende het (de) slachtoffer(s) niet, maar dat weerhoudt hen er geenszins van om zich met hun laatste krachten en zum Tode betrübt naar de plek des onheils te slepen, alwaar ze om de een of andere wonderlijke reden witte ballonnen oplaten. Voor de moord op Theo van Gogh werden er ook briefjes met stichtelijke teksten op de buik van een pluchen beertje geprikt, maar sindsdien is die variant minder populair.

Exhibitionisten van de rouw

Voor gedragswetenschappers is het verschijnsel stille tocht wel interessant. Zo concludeerde een team van Britse sociologen en psychologen enkele jaren geleden dat de deelnemers aan stille tochten dat niet zozeer doen uit piëteit met het slachtoffer en zijn familie, maar tot meerdere eer en glorie van henzelf. Hun rouw is niet oprecht en naar binnen gekeerd, maar vals en naar buiten gekeerd. Ze willen aan de buitenwereld tonen dat zij goede mensen zijn. Het zijn de exhibitionisten van de rouw.

Wellicht is de stille tocht ook wel een gevolg van de respecthype die ons land de laatste jaren teistert. Je kunt tegenwoordig de tv niet meer aanzetten, geen krant meer openslaan en geen radio meer luisteren, zonder over iemand te struikelen die wijze woorden debiteert over ‘respect.’ We dienen over te lopen van respect voor alles en iedereen, voor elke mening, voor elk pissebed, voor elk blaadje aan elke boom. Vroeger hoefde dat niet, maar tegenwoordig behoor je alles te aanbidden dat los en vast zit. Het schijnt de remedie te zijn tegen alle maatschappelijke kwalen, van voetbalhooligans en draaideurcriminelen tot de malaise in de gezondheidszorg. In elk praatprogramma is er altijd wel iemand te vinden die te pas en vooral te onpas ‘respect’ roept, of het nu gaat over de Oostvaardersplassen of over aardbevingen in Groningen. Ook politici hebben het woord ontdekt, maar dat is niet verwonderlijk want die liften mee op elke hype die de omvang van hun electoraat ten goede komt. Respect schijnt niet verbonden te zijn aan voorwaarden; we moeten het 24 uur per dag koesteren voor alles en iedereen, zonder te weten waarom. Het is deze conditieloosheid die het woord heeft gedevalueerd tot een lege huls.

Men houdt stille tochten om iets te voorkomen dat niet te voorkomen is

De stille tocht is dus een tijdsverschijnsel. Dat bleek ook enige tijd geleden, toen ik middenin het tv-programma Andere Tijden zapte. Het duurde even eer ik begreep waar het over ging want ik zag alleen elkaar snel opvolgende beelden van Joop den Uyl, bruine Simca’s en treinkapingen. De aflevering bleek te handelen over de jaren zeventig. De jaren zeventig volgden de jaren zestig op, alvorens over te gaan in de jaren tachtig. Tot zover volgde ik het nog. Maar ze stonden bol van de ellende, die jaren zeventig. Er vielen doden te betreuren bij twee gijzelingsacties door Molukkers die dachten hun politieke doelen te bereiken door kleine kinderen de stuipen op het lijf te jagen en mensen in het achterhoofd te schieten. Het was ook de tijd van de demonstraties. Wilden vrouwen niet baas in eigen buik zijn, dan was er wel weer ergens een anti-oorlogsdemonstratie of waren demense boos op Amerika, want kernkoppen.

Ondanks alle kommer en kwel viel er echter een opvallende afwezige te bespeuren: de stille tocht. Zelfs de slachtoffers van de kapingen mochten zich niet verheugen in het medeleven van over straat schuifelende wildvreemden. Dat is misschien het grootste verschil met tegenwoordig: de cultivering van de kunstmatige empathie bestond nog niet. De emotionele decadentie had nog niet toegeslagen. In de jaren zeventig hield men luidruchtige tochten om iets te bereiken dat zelden bereikt werd, tegenwoordig houdt men stille tochten om iets te voorkomen dat niet te voorkomen is.

Andere tijden, voorwaar.