Column

Johan Derksen moet gewoon over hoeren en voetbal blijven praten, niet over de Rolling Stones

01-12-2016 14:12

Op 30 november zat Johan Derksen, die op z’n moeder had gezworen om nooit meer bij De Wereld Draait Door aan tafel te gaan zitten, bij De Wereld Draait Door aan tafel om zijn onmetelijke wijsheid te laten schijnen over het nieuwe album van The Rolling Stones. Derksen mag namelijk met recht een blueskenner worden genoemd, en omdat Blue & Lonesome in zijn geheel bestaat uit covers van oude  bluesnummers, leek het de redactie van DWDD een goed idee om Derksens bekende mediasnor te combineren met een recensie. Ik heb eens ooit op m’n moeder gezworen om nooit meer op DWDD af te stemmen omdat ik onpasselijk word van die schier eeuwige optocht van BN’ers die elkaar veren in de kont blijven steken, maar omdat ik had gehoord dat er iets met de Stones was, had ik mijn moeder even terzijde geschoven. Het eerste halfuur was even doorbijten, maar dan heb je ook wat. Ik kan het overigens iedereen aanraden om DWDD te negeren. Je mist niks, de wereld draait gewoon door en je loopt minder kans op Peter R. de Vries en Halina Reijn.

Derksen is een blueskenner, geen Stoneskenner

Nu kan ik over het algemeen prima tegen mensen die geen kaas hebben gegeten van de Stones. Dat zijn ook mensen en die hoeven wat mij betreft heus niet meteen allemaal dood. Waar ik minder goed tegen kan zijn mensen die geen kaas hebben gegeten van de Stones, maar vervolgens gaan doen alsof ze die kaas wel hebben gegeten. Derksen is een mooi voorbeeld van die categorie charlatans. Je hebt blueskenners, en je hebt Stoneskenners. Derksen is een blueskenner, ik ben een Stoneskenner. Blueskenners als Derksen beschouwen de Stones voornamelijk als een coverband van bluesmuzikanten als Muddy Waters en Howlin’ Wolf. Voor alles na 1966 halen ze hun neus op. Da’s geen blues hé. Hun triviale kennis houdt op bij het bekende verhaal over de ontmoeting van Keith Richards en Mick Jagger op het perron van Dartford, waarbij ze aan de praat raakten over de blues-elpees die Jagger bij zich had.

De Stones hebben de blues nooit afgezworen

De Stones zijn echter niet voor niks opgehouden met het coveren van bluesnummers. Hun manager Andrew Loog Oldham onderkende het belang van zelfgeschreven nummers en een eigen geluid al in 1964. Anders was de Stones geen lang leven beschoren geweest. Die zelfgeschreven nummers kwamen er al snel door de symbiose tussen Jagger en Richards, het eigen geluid werd per toeval ontdekt door Keith Richards ergens in 1968, toen een snaar van zijn gitaar brak en hij doorspeelde op de overige vijf:  Open G-tuning,. Een techniek die niet helemaal nieuw was, maar die door Richards als eerste zonder voorbehoud  in de armen werd gesloten en geperfectioneerd in de pakkende riffs die we tegenwoordig allemaal kennen. Derksen doet die periode af als “ingegeven door de commercie.” Dan ben je een domoor die niet weet waar hij het over heeft. Tijdens het gesprek met Derksen werden fragmenten vertoond van nummers uit de bluesperiode, die volgens Derksen niet verder strekt dan ruwweg 1965, maar Shake Your Hips is toch echt uit 1972, en hier komen we bij een volgend punt: de Stones hebben de blues nooit afgezworen. Praktisch hun hele werk is doordrenkt van bluesinvloeden en bluesnummers, maar, nogmaals, niet uitsluitend, want dan waren de Stones niet de Stones geworden en hadden ze voor de bejaarden van Derksen moeten optreden in het patronaat van Hoenderlo.

Een enorm dedain voor de grootste rockband aller tijden

De Stones treden echter nog steeds op in voetbalstadions voor 80.000 man publiek, en kennelijk kan Derksen dat moeilijk verkroppen, getuige zijn bij herhaling denigrerende opmerkingen. Enige tijd geleden had hij het over “die twee gitaristen en die drummer.” “Dat kan echt niet meer”, voegde hij eraan toe. In de hier besproken uitzending van DWDD nuanceerde hij die uitspraak enigszins. “Die twee gitaristen” bleven nu buiten schot, maar die bejaarde drummer was in de ogen van onze bejaarde praatjesmaker nog steeds een aanfluiting. “Die drummer” is good old Charlie Watts, die van cruciaal belang is geweest voor het ontstaan van de Stonessound, omdat hij zich meer op de slaggitaar van Richards richtte dan op de bas van Bill Wyman. Ook dat was nieuw. “Die twee gitaristen” zijn Ronnie Wood en, godbetert, de levende legende Keith Richards. Als je Keith Richards kwalificeert als “die gitarist” ben je naar mijn bescheiden mening niet helemaal in orde. In elk geval geef je blijk van een enorm dedain voor de grootste rockband aller tijden en dien je gewoon met die andere ordinaire geinponems over hoeren en voetbal te blijven praten, maar nooit meer over de Stones.