Column

Pringle (11): De echte echo

14-04-2012 17:00

-“Je moet je spijkerbroek omlaag trekken. Verder naar beneden. En die riem moet af. Grote riemen zijn heel onhandig. En spijkerbroeken… je zou denken dat niemand die dingen zou willen dragen!”

Ik verwijder de ongewenste kledingstukken. Een klodder koud slijm wordt op mijn buik geplenst.

De baby ligt er niet erg fotogeniek bij, dus de verloskundige bestudeert het hoofd voor wat metingen. Het brein! Ik zie het corpus callosum, ventrikels… en wil meer zien. Je bent hersenonderzoeker of je bent het niet.

“Mag ik een plaatje?”

-“Nee, dat is illegaal.”

“Maar ik ben een hersenonderzoeker, ik zou het erg leuk vinden ook een hersenplaatje te hebben!”

-“Je leert vast nog wel je professionele interesse van je moedergevoelens te scheiden. Je zou jezelf gelukkig moeten prijzen dat je drie plaatjes krijgt. Ik mag er eigenlijk maar één geven.”

Nou ja, drie – eentje plus twee mislukte pogingen.

“Waar kijken we nu naar? Hoe groot is de baby?”

-“Kun je alsjeblieft ophouden met vragen stellen? Ik moet veel dingen controleren en moet me concentreren.”

Iets later is de geconcentreerde frons genoeg verdwenen om mijn mond weer open te durven trekken.

“Dus waar kijkt u nou naar?”

-“Dat mag ik je niet vertellen, er zijn honderd dingen waar je je zorgen over zou kunnen maken. Ik mag zeggen dat het twee benen, twee armen, een hartslag, een schedel en een wervelkolom heeft.”

Zeg bedankt, dat kon ik zelf ook al zien. Kan ik me over nog maar vijfennegentig dingen zorgen maken.

-“Zeg, heeft je partner…”

“Ik heb geen partner.”

-“Oh, heb je jezelf dan laten… INSEMINEREN?”

“Nee.”

-“Oké, heeft je SEKSUELE partner…”

“…”

-“Maak je geen zorgen. Het is niet abnormaal.”

Oh, gelukkig maar.

Laura schrijft over het geluk bij een ongelukje.