Onbetrouwbaarheid heeft een naam: het Rode Kruis

02-11-2017 15:20

Natuurlijk gaven wij nooit aan het Rode Kruis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden zij immers de andere kant op gekeken en daarmee de nazi’s stilzwijgend goedkeuring gegeven. Maar ook na de goedkope en betekenisloze excuses krijgen ze geen cent van me.

Mijn overgrootmoeder, Maria Weinberg, was van 1941 tot 1942 tewerkgesteld bij de Zeiss-Ikonwerke in Dresden, daarna in Chemisch Laboratorium Willi Schlüter en ten slotte bij Kartonagenfabrik Bauer & Co. Op 8 januari 1944 is ze door de Gestapo opgepakt en op 11 januari 1944 kwam ze in Theresienstadt aan, waar ze op 8 mei 1945 door het Russische leger bevrijd werd. Van mei tot november 1945 zat ze in de Beierse heuvels in het dorpje Deggendorf in een kamp voor ontheemden. Körperlich und seelisch gebrochen nahm sie am 1. November 1945 ihren ständigen Wohnsitz in Iserlohn, Wasserstraße 13. Wegen der furchtbaren Drangsalierungen und Schikanen im Konzentrationslager Theresienstadt wurde sie mit dem Leben nicht mehr fertig und sie verübte am 4. November 1946 in ihrer Wohnung Selbstmord.

Maria Weinberg was dus in Theresienstadt toen daar op 23 juni 1944 vertegenwoordigers van het Rode Kruis op bezoek kwamen en zich een rad voor ogen lieten draaien. De vertegenwoordigers van het Rode Kruis hebben haar ongetwijfeld gezien, en noch toen, noch na de oorlog geholpen. Meer dan wrang. Juist de organisatie die zich erop beroept om zonder aanziens des persoons te helpen, liet Joden in de steek.

Nederland

Dat ook het Nederlandse Rode Kruis geen klauw uitstak naar creperende Joden was al langer bekend. Goed dat het nu –eindelijk- eens allemaal uitgezocht is, maar de vrome excuses en pedante voornemens om het in de toekomst beter te doen die een paar minuten na het overhandigen van het rapport kwamen, waren evident door een communicatiemedewerker in elkaar gedraaid en komen 72 jaar te laat.

Er is niets goedgemaakt. Excuses zijn goedkoop. Nabestaanden zijn erfelijk belast met het gevoel in de steek gelaten te zijn door –juist- de organisatie die zich erop beroept te helpen. Het Rode Kruis is het bewijs dat je als Jood uiteindelijk niemand kan vertrouwen. Excuses bouwen geen vertrouwen op. Zeker als er nog steeds misstanden zijn.

Magen David Adom

Zo is pas in 2006 Magen David Adom toegelaten als partnerorganisatie van het Rode Kruis. Vanaf 1931 mocht dat niet; de officiële reden was omdat een Davidster te weinig lijkt op een kruis. Dit blijkbaar in tegenstelling tot de Halve Maan, die wel al in 1929 toegelaten was. Sinds 2006 mag Magen David Adom, met beschamende en vernederende beperkingen, de Rode Davidster voeren. Een eerste stap zou zijn om ervoor te pleiten om de Rode Davidster gelijk te stellen aan de andere symbolen.

Dossiers

Maar ook in Nederland kan het beter. Het Rode Kruis beheert de dossiers van oorlogsgetroffenen. Om als nabestaande gegevens naar boven te krijgen is niet makkelijk. Lange wachttijden en moeizame communicatie. Een eerste stap is nabestaanden beter te helpen met het achterhalen van persoonsgegevens.

Ongetwijfeld doet het Rode Kruis wereldwijd goed en belangrijk werk. Maar wij weten dat we niet blindelings op ze kunnen vertrouwen en er valt nog veel te repareren. Het onderzoek komt te laat, de excuses zijn futiel en het Rode Kruis zou er goed doen aan om in plaats van met veel bombarie afgewogen teksten te spuien zich stil een hoekje te gaan zitten schamen en zich af te vragen hoe men wérkelijk het vertrouwen kan opbouwen.

In de tussentijd zullen ze nog steeds tevergeefs een beroep doen op mijn vrijgevigheid.